Uitbreiding bescherming cliënten van intermediairs inzake financiële instrumenten

Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet giraal effectenverkeer (Wge) en strekt er onder meer toe om rechthebbenden op effecten te beschermen tegen de gevolgen van het faillissement van de bank of beleggingsonderneming waar zij deze in bewaring hebben gegeven.

Daarnaast bevat het voorstel regels voor de girale afwikkeling van effectentransacties. De voorgestelde wijzigingen hebben twee hoofddoelstellingen. Op dit moment is alleen sprake van bescherming van de belegger in geval van faillissement van de instelling ('Wge-bescherming') wanneer aan twee voorwaarden is voldaan te weten:

• - 

  er dient sprake te zijn van Wge-effecten, zijnde effecten waarvan het centraal instituut heeft bepaald dat zij tot een verzameldepot en een girodepot kunnen behoren;
• - 

  deze Wge-effecten dienen te worden aangehouden op rekeningen van bij het centraal instituut aangesloten instellingen.

De voorgestelde wijzigingen zullen er toe leiden dat de bescherming wordt uitgebreid naar vrijwel alle effecten in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Daarnaast zal de bescherming niet alleen toekomen aan cliënten van bij het centraal instituut aangesloten instellingen maar ook aan cliënten van andere intermediairs. De tweede hoofddoelstelling van het wetsvoorstel behelst het bewerkstelligen van een verdergaande vorm van dematerialisatie van het giraal effectenverkeer dan thans is voorzien in de Wge.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

Het voorstel (EK 31.830, A) is op 30 september 2010 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 oktober 2010 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 771 van 23 november 2010.

ingediend

29 december 2008

titel

Wijziging van de Wet giraal effectenverkeer houdende uitbreiding van de bescherming aan cliënten van intermediairs inzake financiële instrumenten en het bewerkstelligen van een verdergaande vorm van dematerialisatie van effecten

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

6