Dit wetsvoorstel breidt in de Wet schadefonds geweldsmisdrijven de categorieën van personen uit die recht hebben op een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven. Hierdoor komen ouders van om het leven gebrachte volwassen kinderen, volwassen kinderen van overleden slachtoffers en ook broers en zussen van overleden slachtoffers in aanmerking voor een uitkering uit het fonds. Daarnaast kunnen ook vrienden en buren in aanmerking komen voor een uitkering, als zij de kosten van lijkbezorging hebben voldaan.
Met dit voorstel wil het kabinet de positie van de (nabestaanden) van het slachtoffer verder verbeteren. De verzoekschriftprocedure wordt vervangen door de regeling voor bezwaar en beroep van de Algemene wet bestuursrecht. Tenslotte worden in het Wetboek van Strafvordering de regels met betrekking tot bemiddeling tussen slachtoffer en verdachte aangepast.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.363, A) is op 29 maart 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 31 mei 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
10 april 2010titel
Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering uit het fonds en verruiming van de gevallen waarin men aanspraak kan maken op een dergelijke uitkering, aanpassing aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en enkele andere aanpassingenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
-
-
-
2 november 2020
brief van de minister voor Rechtsbescherming ter aanbieding van het rapport ‘Evaluatie Schadefonds Geweldsmisdrijven’ EK 32.363, C Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-