Dit wetsvoorstel verbetert in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderwet de maatregelen van de kinderbescherming. Het recht van een kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid staat voorop. Hiermee wil de regering komen tot een effectieve en efficiënte jeugdbescherming.
Met dit voorstel worden de doelen bij ondertoezichtstelling (ots) duidelijker geformuleerd en de taken van de bureaus jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en de kinderrechter duidelijker afgebakend. De positie van de feitelijke verzorger wordt versterkt en een gedeelte van het gezag bij uithuisplaatsing kan bij het bureau jeugdzorg gelegd worden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.015, A) is op 15 maart 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 maart 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
18 juli 2009titel
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg de Pleegkinderenwet en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbeschermingschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
21 januari 2014
verzoek tot het uitbrengen van een volgend nader voorlopig verslag Handelingen EK 2013/2014, nr. 16, item 2, blz. 20 -
-
-
-
-
-
-
-
-
13 maart 2012
brief aan de minister van Veiligheid en Justitie over lang onbeantwoorde verslagen niet als Kamerstuk gepubliceerd -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-