T01355

Toezegging Aanpassing budget door meevallers (32.500 V)



De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag en motie van het lid Kuiper (ChristenUnie) c.s., toe de consequenties voor het budget te bekijken, als er onverwachte meevallers zouden zijn en het bnp hoger uitvalt dan hij had gedacht.


Kerngegevens

Nummer T01355
Status voldaan
Datum toezegging 5 april 2011
Deadline 1 januari 2012
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Kamerleden prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen begrotingen
ontwikkelingssamenwerking
Kamerstukken Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken 2011 (32.500 V)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 23, item 6, blz. 32

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Uiteraard is het waar dat deze organisaties niet in overwegende mate op overheidsgelden moeten steunen, maar het tempo en de omvang van de bezuinigingen in de sfeer van de medefinanciering is te fors. Naast de aangekondigde bezuinigingen zijn er nieuwe kortingen bovenop gekomen. Minister Koenders bracht al een korting aan waardoor er 500 mln. beschikbaar bleef. Deze staatssecretaris kwam eerst met een bezuiniging van 75 mln. op MSF II, de bandbreedte, om vervolgens nog een extra korting aan te kondigen van 50 mln. per jaar. Dat is een korting op een korting op een korting, een reductie die erin hakt. Projecten moeten worden stopgezet, behaalde resultaten in het zuiden dreigen verloren te gaan. Zo wordt het gras dus vertrapt. Onze fracties zouden voor de continuïteit en positie van ontwikkelingsorganisaties met name die laatste korting voor de komende jaren tot 2015 ongedaan gemaakt willen hebben. Vanmiddag hebben anderen hier al voor gepleit. Bezuinigingen van deze omvang en met deze impact verdienen een zorgvuldigere overweging. Die zorgvuldige afweging zou de komende jaren gemaakt moeten worden. Wat ons betreft kan die resulteren in een nieuwe sleutel voor de medefinanciering in de verhouding tussen wat organisaties zelf bijdragen en wat de overheid bijdraagt. Laten we mikken op het resultaat dat we in 2015 een definitieve balans aangebracht zullen hebben in de verhouding tussen eigen financiering en medefinanciering. In tweede termijn zal ik met een motie komen op dit punt.

Handelingen I 2010-2011, nr. 23, item 8, blz. 58-59

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Ik zal een motie indienen, die door een aantal collega's van harte wordt ondersteund. Die motie behelst precies het punt van de korting op korting van het afgelopen najaar, en dan met name die laatste 50 mln. Die hakt er toch wel diep in. Wij hadden sowieso al te maken met een bezuiniging van 25%, maar nu wordt die bezuiniging nog groter. In de motie wordt verzocht om die 50 mln. ongedaan te maken. Er is hier ook een discussie gevoerd over vermindering van de bijdrage aan bijvoorbeeld een Europees fonds. Of hoe kijken wij aan tegen onze bijdrage aan de Wereldbank? We roepen de staatssecretaris op om te bekijken of er op die manier toch ruimte kan worden gevonden om die extra korting ongedaan te maken. Wij weten natuurlijk ook dat daaraan een discussie behoort vast te zitten met de medefinancieringsorganisaties over de vormgeving van de medefinanciering na 2015. Die discussie gaat er komen; de staatssecretaris heeft er ook al een en ander over gezegd. Er worden momenteel ook allerlei voorstellen voor gedaan. In de motie worden met opzet geen percentages genoemd. Volgens sommigen moet het 50% eigen financiering en 50% medefinanciering worden. Het is niet aan ons om daarover nu een uitspraak te doen, maar natuurlijk maakt dat deel uit van de gesprekken die de staatssecretaris gaat voeren. Er zullen ook meer dingen aan de orde komen: hoe wordt de kennis die beschikbaar is in de organisaties, ten dienste gesteld van de samenleving? Hoe wordt die kennis ten dienste gesteld van het bedrijfsleven? Al die zaken bijeengenomen zouden wij als een geweldige effectuering beschouwen van de motie die ik nu indien.

Motie

De voorzitter:

Door de leden Kuiper, Eigeman, Smaling, Thissen en Willems wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties worden geconfronteerd met forse kortingen in het medefinancieringskanaal (MFS-2) voor de periode 2011–2015, die door een extra korting van 40 mln. in 2011 en 50 mln. per jaar voor de periode 2012–2015 zijn opgelopen tot een bezuiniging van 34% in vergelijking met de periode voor 2011;

overwegende dat bezuinigingen van deze omvang drastische gevolgen hebben voor de programma's van organisaties en de continuïteit en kwaliteit van hun werk onder grote druk zetten en behaalde resultaten in het zuiden verloren doen gaan;

overwegende dat Nederlandse ontwikkelingsorganisaties zorgen voor draagvlak en ondersteuning van Nederlandse OS-inspanningen en dus van grote maatschappelijke betekenis zijn;

overwegende dat er zorgvuldig gekeken moet worden naar de wenselijke omvang van overheidssubsidies en dat een overgangstermijn naar een situatie waarin ontwikkelingsorganisaties minder afhankelijk zijn van medefinanciering door de overheid redelijk is;

overwegende dat voor het versterken van effectiviteit van OS-beleid meer afstemming, focus en kennisbundeling in het werk van MFS-organisaties gewenst is;

spreekt uit dat voor de periode 2011–2015 de extra korting ongedaan wordt gemaakt;

verzoekt de regering, in overleg met betrokken organisaties tot een akkoord te komen over de wijze waarop zij daarna medegefinancierd kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter Q (32500-V).

Handelingen I 2010-2011, nr. 23, item 8, blz. 62

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Ik wil ook nog een opmerking maken over de motie. Ik begrijp dat de staatssecretaris het niet fijn vindt om het gat van 50 mln. voor zich te zien. Hij gaf echter zelf openingen aan in zijn bijdrage dat er mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld als er weer een bepaalde groei is in onze eigen economie. Ik wil daarop aansluiten. Als de motie wordt aangenomen, geeft dat de mogelijkheid om te kijken of er op die andere manieren toch middelen anders kunnen worden gebruikt. We hadden het over mogelijke bezuinigingen als het gaat om Europese fondsen, de motie van collega Willems enzovoorts. Ik hoop dat de staatssecretaris die welwillendheid nog wel wil opbrengen.

Staatssecretaris Knapen:

De heer Kuiper sprak daarnaast over de 50 mln. In de Tweede Kamer hebben we besproken dat als er onverwachte meevallers zouden zijn en het bnp zo veel hoger uitvalt dan wij hadden gedacht, we tijd hebben om opnieuw te bekijken wat we doen. Over de Europese ontwikkelingsfondsen heb ik aangegeven dat er verplichtingen bestaan tot 2014 dan wel, als het om het vervolg gaat, tot 2017. Daar vallen nu een-twee-drie geen middelen vrij. Binnen dat keurslijf moeten we deze discussie voeren. Anders zou de suggestie worden gewekt dat er linksom of rechtsom weleens 50 mln. kan langskomen. Zo is het helaas niet. In de Tweede Kamer heb ik gezegd: mochten we meevallers hebben, zeker waar het betreft het verkeerd inschatten van het bnp omdat we met een soort spurt uit de economische vertraging vertrekken, dan heeft dat consequenties voor het budget en zou dat kunnen leiden tot meevallers. Onderweg kun je natuurlijk ook tegenvallers tegenkomen. Daarom moet ik de motie ontraden waar het gaat om het ongedaan maken van de bezuinigingen van 50 mln. op ngo's, gehoord hebbende en verdisconterende wat de heer Kuiper daarover heeft voorgelegd.


Brondocumenten


Historie