De minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Broekers-Knol, toe de Kamer te informeren over de prijsberekeningen bij de competentiegrensverhoging van de sector kanton.
Nummer | T01360 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 10 mei 2011 |
Deadline | 1 januari 2012 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Veiligheid en Justitie |
Kamerleden | mr. A. Broekers-Knol (VVD) |
Commissie | commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | competentiegrens verhoging competentiegrenzen kanton |
Kamerstukken | Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie (32.021) |
Handelingen I 2010-2011, nr. 26 - blz. 38-39
Minister Opstelten: "Mevrouw Broekers stelde ook een vraag over de financiën. Gezien het verschil in tarief in kantonzaken en civiele zaken schat de VVD-fractie een opbrengst van circa 50 mln. in, waarvan 15 mln. in verband met een afname van het aantal civiele rechters. Bij de prijsbesprekingen met de Raad voor de rechtspraak voor de periode 2011 tot 2013 is ervan uitgegaan dat de competentiegrensverruiming geen opbrengsten heeft. Dat is ook een reële inschatting. Het verschil in tarief tussen kantonzaken en civiele zaken houdt verband met het feit dat de kantonrechter veel te maken heeft met verstekzaken. Zaken die als gevolg van de competentieverhoging overgaan, zijn geen verstekzaken en vergen dus een langere behandeltijd. Tegenover de afname van het aantal civiele rechters staat een toename van het aantal kantonrechters. Dit levert geen besparing op naast een eventueel goedkopere afhandeling door de kantonrechter. Als hiermee rekening wordt gehouden, zou sprake kunnen zijn van een beperkte besparing. Hiertegenover staan echter incidentele extra kosten, onder andere voor de opleiding van kantonrechters. Dat zijn de cijfers die wij hebben. Wat dat betreft, is het een budgettair neutrale operatie."
Mevrouw Broekers-Knol (VVD): "Dit verbaast mij enigszins. Ik begrijp dat de complexiteit van de zaken tussen € 5000 en € 25.000 toeneemt en dat er minder verstek zal zijn. Maar in de overzichten in de begroting staat voor de productgroep kanton € 132,07. Blijft die prijs hetzelfde? Je kunt voor hetzelfde bedrag voor die productgroep niet een gecompliceerde kantonzaak doen van € 20.000. Als de minister zegt dat het neutraal is, vraag ik mij af: waar is dan de winst gebleven? Ik begrijp het gewoon niet. Diezelfde zaken tussen € 5000 en € 25.000 worden op dit moment immers civiel gedaan. Daar is de productgroep € 885 voor of zoiets – ik weet het niet uit mijn hoofd. Ik heb die bedragen genoemd. Ik zou daar toch iets meer informatie over willen hebben. Dat er kantonrechters moeten worden opgeleid, zal best, maar dan gaat het dus alleen maar meer geld kosten."
Minister Opstelten: "Ik kan de Kamer specifiek hierover nog extra informatie geven. Daar ben ik gaarne toe bereid. Maar de kern is dat het twee blokken zijn. Het tarief van de kantonzaken en de civiele zaken houdt verband met het feit dat de kantonrechter veel te maken heeft met verstekzaken. Mevrouw Broekers heeft het ook over de griffierechten gehad. Die hebben er ook iets mee te maken. De zaken die als gevolg van de competentieverruiming overgaan, zijn geen verstekzaken en vergen dus een langere behandeltijd. Tegenover de afname van het aantal civiele rechters staat een toename van het aantal kantonrechters. Dat geeft dus geen extra bezuiniging. Ons uitgangspunt is dat het budgettair neutraal is. Als mocht blijken dat de competentiegrensverruiming structureel tot enige besparing leidt, zal die zichtbaar worden in de realisatiecijfers. Die zal ik betrekken bij de prijsbesprekingen met de Raad voor de rechtspraak voor de periode na 2013. Dat zijn de invalshoeken die wij hebben gekozen."
Handelingen I 2010-2011, nr. 26 - blz. 48
Minister Opstelten: "Ik heb natuurlijk gecheckt of datgene wat ik in eerste termijn heb gezegd, klopt. Dat is precies hetzelfde. Ik kan het verhaal natuurlijk net op een andere manier wederom vertellen; misschien is het dan overtuigender. De materiële inhoud is echter precies hetzelfde. Ik heb de indruk dat mevrouw Broekers toch meer wil. Ik heb dan ook de neiging om het maar eens precies, met alle facts and figures en alle euro's, met vindplaatsen en dergelijke, nauwkeurig op een rijtje te zetten. Mijn medewerkers zullen buitengewoon verheugd kijken nu ik deze toezegging doe. Ik denk dat het verstandig is om mevrouw Broekers op die manier te informeren. Dat is wat zij vroeg."
Mevrouw Broekers-Knol (VVD): "Ik vind het geweldig dat de minister dit wil doen. Ik hoop dat hij ook begrijpt waarom ik er zo precies naar heb gevraagd. Er moet enorm worden bezuinigd. Daarom loopt er ook een wetsvoorstel voor kostendekkende griffierechten om daarmee 240 mln. te bezuinigen. Wellicht kan er ergens anders 50 mln. worden gevonden, om maar wat te noemen; alle kleine beetjes helpen. De minister schudt van nee, maar uit dat perspectief zou ik het precies willen weten."
Minister Opstelten: "Nu mevrouw Broekers dit zegt, heb ik de neiging om mijn verhaal nu toch te houden, zodat ik wat dat betreft geen enkele verwachting wek. Het komt namelijk materieel op hetzelfde uit. Haar vraag is echter redelijk technisch van aard en ik vind dat wij maar gewoon de techniek even zijn gang moeten laten gaan. Dan is het voor mevrouw Broekers ook overtuigend en kan zij het beoordelen, met alle vindplaatsen van dien."
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2010/2011, nr. 26/8, blz: 32-49
-
1 augustus 2012
nieuwe status: voldaan
Opmerking: De (voorzitter van de) commissie heeft bij nader inzien besloten af te zien van schriftelijk overleg. -
13 juli 2011
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 mei 2011
nieuwe status: openstaand -
10 mei 2011
toezegging gedaan