Dit wetsvoorstel regelt de invoering van Politiewet 2012 (30.880).
Met dit voorstel worden hoofdzakelijk technische wijzigingen aangebracht in verschillende wetten om de invoering een nationaal politiebestel mogelijk te maken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.822, A) is op 6 december 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De plenaire behandeling vond plaats op 2 en 3 juli 2012. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 juli 2012 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. ChristenUnie, VVD, PVV, CDA en SGP stemden voor. Tijdens de plenaire behandelling zijn een viertal moties ingediend. Eén van de deze moties is ingetrokken, de overige drie zijn na stemming bij zitten en opstaan verworpen.
De commissie heeft op 15 mei 2012 een openbare informatiebijeenkomst over nationale politie gehouden. Van deze bijeenkomst wordt een woordelijk verslag gemaakt. De fracties van VVD (Knip), PvdA (Koole), CDA (Hoekstra), SP (Ruers) en D66 (De Graaf) hebben op 8 mei 2012 inbreng geleverd voor vragen ter voorbereiding op de informatiebijeenkomst.
Evaluatie van deze wet
De Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) wenst een mondeling overleg met de minister van Justitie en Veiligheid na toezending van het kabinetsstandpunt en de behandeling van deze evaluatie (EK, AA herdruk met bijlagen) in de Tweede Kamer.
De commissie heeft op 19 juni 2018 de kabinetsreactie op de evaluatie van de politiewet (EK, AD met bijlagen) besproken.
De commissie heeft op 2 april 2019 een mondeling overleg met de minister van Justitie en Veiligheid gevoerd.
-
-Verslag het mondeling overleg met de minister van J&V over de evaluatie van de politiewet 2012 (EK, AF)
ingediend
22 juni 2011titel
Invoering van de Politiewet 200. en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 201X)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
56