Dit wetsvoorstel verduidelijkt in de artikelen 297a en 297b van het Burgerlijk Wetboek de regeling voor de benoeming van bestuurders en commissarissen van "grote' stichtingen. De grootte van een stichting wordt bepaald aan de hand van het jaarrekeningrecht. Bij de vaststelling of een stichting "groot" is wordt gekeken naar de waarde van de activa, de netto-omzet en het gemiddeld aantal werknemers.
Dit voorstel is het resultaat van toezegging T01389 aan de Eerste Kamer tijdens de behandeling van wetsvoorstel 31.763 om te komen met een reparatievoorstel ter verduidelijking en verbetering van het toepassingsbereik van het amendement Irrgang (TK 31.763, nr. 20). Hierbij heeft de minister toegezegd dat de besturen van charitatieve, culturele en kerkelijke instellingen niet onder het toepassingsbereik zullen vallen van amendement Irrgang.
Met het wetsvoorstel wordt verduidelijkt dat de regeling alleen geldt voor stichtingen die een jaarrekening moeten opmaken met inachtneming van de regels van titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (of een financiële verantwoording moeten maken die daaraan gelijkwaardig is). Is dat niet het geval, dan is artikel 2:397 BW niet op hen van toepassing. Benoemingen tot bestuurder of commissaris voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit voorstel vallen buiten deze nieuwe regeling. Al benoemde personen kunnen in functie blijven tot het einde van hun benoemingstermijn, ongeacht het aantal commissariaten.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.873, A) is op 5 juli 2012 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdD, PvdA, GroenLinks, SGP, ChristenUnie, CDA, PVV en lid Brinkman stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 september 2012 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
2 september 2011titel
Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297bschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
-Een persoon kan niet tot bestuurder of commissaris worden benoemd bij een "grote" rechtspersoon wanneer hij al een maximum aantal commissariaten vervult bij andere "grote" rechtspersonen.
-
-Een bestuursfunctie mag worden gecombineerd met maximaal 2 commissariaten bij andere grote rechtspersonen, maar niet met een voorzitterschap van de Raad van Commissarissen van een andere grote rechtspersoon.
-
-Een commissariaat mag worden gecombineerd met maximaal 4 andere commissariaten (waarbij een voorzitterschap dubbel telt) bij andere grote rechtspersonen (totaal maximum 5 commissariaten).
Bij de vaststelling van het maximum aantal commissariaten blijven de volgende functies buiten beschouwing:
-
-commissariaten bij niet-grote NV’s, BV’s en stichtingen,
-
-commissariaten bij groepsmaatschappijen van de grote NV/BV/stichting,
-
-aanstellingen tot adviseur of ambassadeur van een grote NV/BV/stichting.