Dit voorstel voor een Huisvestingswet 2014 vervangt de Huisvestingswet die op 1 juli 1993 in werking is getreden. Deze nieuwe Huisvestingswet biedt gemeenten een instrumentarium om in te grijpen in de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Hiermee kunnen onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte bestreden worden en kan de leefbaarheid bevorderd worden.
De verdringing op de woningmarkt die voortkomt uit de onrechtvaardige en onevenwichtige effecten van schaarste kan in tijd (woningzoekenden staan lang op een wachtlijst voor een woning) of in ruimte (segregatie op de woningmarkt) voorkomen. Er zijn drie categorieën schaarste te onderscheiden: schaarste aan goedkope woonruimte in het algemeen, schaarste aan woonruimte met specifieke voorzieningen (bijvoorbeeld voor ouderen of gehandicapten) en schaarste aan woonruimte voor de eigen inwoners van een gemeente (in gebieden zonder nieuwbouwmogelijkheden). De sturing via een gemeentelijk huisvestingsverordening moet zich beperken tot die gebieden, woningtypen en prijsklassen waar de schaarste betrekking op heeft. Dit kan een buurt, wijk, stadsdeel, stad of gemeente zijn.
De Huisvestingswet wordt ingetrokken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.271, A) is op 11 maart 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. PVV, Bontes, SGP, CDA, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66 en PvdA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 juni 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
23 december 2009titel
Nieuwe regels met betrekking tot de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingswet 2014)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Wonen en Rijksdienst
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.