T01479

Toezegging Groep deeltijdstudenten die recht krijgt op tegemoetkoming uit het Profileringsfonds (32.618)



De staatssecretaris van OCW zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Koole (PvdA), Lokin-Sassen (CDA), Ganzevoort (GL) en OCW-commissievoorzitter Flierman toe dat de categorie deeltijdstudenten die nominaal studeert maar door de vormgeving van het programma over de wettelijke nominale duur plus een jaar uitloop heen komt in algemene zin voor een tegemoetkoming uit het profileringsfonds in aanmerking moet komen en dat de bewindspersoon dit goed aan de onderwijsinstellingen zal communiceren. In aanvulling daarop heeft de staatssecretaris tijdens de plenaire beraadslagingen op 12 juni toegezegd dat hij dit per brief aan de instellingen zal laten weten en ook via de gebruikelijke voorlichtingswebsites zal communiceren.


Kerngegevens

Nummer T01479
Status voldaan
Datum toezegging 17 april 2012
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden Dr. A.H. Flierman (CDA)
Prof.dr. R.R. Ganzevoort (GroenLinks)
Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie legisprudentie
Onderwerpen deeltijdstudent
nominale studieduur
profileringsfonds
Kamerstukken Wet verhoging collegegeld langstudeerders (32.618)


Uit de stukken

32618, O,  blz. 10-11

Staatssecretaris Zijlstra:

[...] Met het voorliggende voorstel komen wij feitelijk tegemoet aan de bezwaren. Ik ben het ermee eens dat comprimeren niet mag leiden tot inflatie van de opleidingen. In individuele situaties zal de vormgeving van de opleiding gecombineerd met de noodzakelijke kwaliteit ervan zodanig zijn dat men die niet gewoon kan halen. Daarvoor is het fonds bedoeld. Als de studie qua vormgeving, studiepunten, kwalitatief niveau dat gehaald moet worden en daarmee qua inspanning die geleverd moet worden echt niet te comprimeren is, dan treedt de overgangsmaatregel in werking. Die moet echter niet generiek worden toegepast. Driekwart haalt het sowieso. Voorkomen moet worden dat die studenten rechtsgrond krijgen om het rustig aan te gaan doen omdat zij automatisch in aanmerking komen voor tegemoetkoming uit het profileringsfonds. Daarvan zou aan de andere kant een perverse prikkel kunnen uitgaan. Volgens mij kom ik de Kamer juist tegemoet omdat er geen licht zit tussen de intenties van de Kamer – kwaliteit handhaven, comprimeren waar het kan maar niet als dat de kwaliteit feitelijk ondergraaft – en die van mij.

De voorzitter: Beluister ik uit uw woorden dat u eigenlijk vindt dat studenten die een deeltijdopleiding volgen die niet binnen de nominale studieduur plus één jaar is af te ronden in het algemeen voor een tegemoetkoming uit het profileringsfonds in aanmerking komen?

Staatssecretaris Zijlstra: Het antwoord op die vraag is ja.

De voorzitter: Ik vind dat dat als toezegging genoteerd moet worden. Naar mijn indruk komt u daarmee op een belangrijk punt tegemoet aan een probleem dat bij een bepaalde categorie ontstaat. Ik kijk nu ook naar de andere fracties.

De heer Ganzevoort (GroenLinks): Ik denk dat dat inderdaad een belangrijk punt is. De rechtsongelijkheid is dat er bij de voltijders standaard een uitloopjaar is en dat dat er bij een groep deeltijders niet standaard is omdat hun opleiding zo geprogrammeerd is. Als dat op deze manier opgelost is, dan versta ik dat. Het gaat niet om alle deeltijders, zoals ik al eerder zei. De gedachte dat deeltijdstudenten gaan vertragen als de maatregel generiek zou gelden, deel ik niet. Die groep deeltijders is nu al zeer gemotiveerd om het binnen een bepaalde tijd te halen. Het over een aantal jaren niet hoeven te betalen van de € 3 000 extra die zij nu ook al niet hoefden te betalen, zal geen motivatie zijn.

Staatssecretaris Zijlstra: Daar heeft de heer Ganzevoort een punt.

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): De staatssecretaris heeft de voltijders wel een uitloopjaar gegeven, na druk van de Kamers. Hij heeft de inwerkingtreding met een jaar verlengd. Dat is echter gewoon te weinig voor de deeltijders. Als er voor de deeltijders nog een halfjaar of een jaar bij kan komen, dan wordt de rechtvaardigheid die er nu principieel in zit naar mijn smaak opgeheven. Dat is mijn punt. Sommige deeltijders hebben een langere overgangsperiode nodig omdat zij de studie anders niet op tijd kunnen afronden, ook niet met dat jaar extra.

Staatssecretaris Zijlstra: Ik begrijp zeer goed het punt van mevrouw Lokin-Sassen, maar volgens de wet is er geen sprake van een overschrijding en hebben deeltijders een uitloop die identiek is aan die van de voltijders. De vormgeving in de praktijk is soms echter anders. De groep die daarmee te maken krijgt, moet daarom de mogelijkheid krijgen om de langstudeermaatregel van het verhoogd collegegeld te ontwijken. Ik moet daarbij echter uitgaan van wettelijke termen. Die termen zijn dat de nominale studieduur voor een deeltijder identiek is aan die van een voltijder. De deeltijder heeft ook gewoon uitloopjaren. Dat was ook de kern van de discussie in Eerste en Tweede Kamer en de reden dat wij de langetermijnoplossing hebben onderzocht. Wij zien dat de formulering van deeltijd in de WHW begint te wringen, niet alleen op dit punt, maar ook op andere punten.

De voorzitter: Ik hoor u zeggen dat de categorie studenten die nominaal studeert maar door de vormgeving van het programma over de wettelijke nominale duur plus een jaar uitloop heen komt in algemene zin voor een tegemoetkoming uit het profileringsfonds in aanmerking moet komen.

Staatssecretaris Zijlstra: Exact.

De voorzitter: Mij lijkt dat een belangrijke toezegging die goed met de instellingen gecommuniceerd zal moeten worden.

De heer Koole (PvdA): Ik trek graag dezelfde conclusie.


Brondocumenten


Historie

  • 27 september 2012
    nieuwe status: voldaan
    Voortgang:
    Opmerking: Stand van zaken is voor kennisgeving aangenomen. Toezegging is reeds als voldaan geregistreerd.
    documenten:
  • 31 augustus 2012
    nieuwe status: voldaan
    Voortgang:
  • 12 juni 2012
    nieuwe status: openstaand
    Voortgang:
    Opmerking: Handelingen Eerste Kamer, 32 (12 juni 2012), p. 5.

    Staatssecretaris Zijlstra: De heer Ganzevoort heeft gevraagd hoe we de instellingen informeren. Op het moment dat deze Kamer instemt met het voorliggende wetsvoorstel, zullen wij officieel alle instellingen per brief informeren over het feit dat deze mogelijkheid er is. Informeel weten ze dat al, want in het vooroverleg hebben we het er al met hen over gehad. In ieder geval zullen we dat dan officieel bevestigen. Daar zit dan ook de financiering achter, want wij financieren naar rato van het aantal deeltijdstudenten dat langstudeerder is bij de betreffende instellingen. Anders krijg je een gekke verdeling over instellingen; instellingen die er in verhouding weinig hebben, hebben dan in een keer een financieel voordeel en dat is niet de intentie van hetgeen voorligt. We zullen ook via de gebruikelijke voorlichtingswebsites informatie geven. Directe communicatie is ten aanzien van mensen die in deeltijd studeren en geen studiefinanciering hebben iets minder gemakkelijk dan bijstudenten die studiefinanciering hebben, aangezien die regulier van DUO post krijgen. In ieder geval zullen we via de websites ook hen informeren over het feit dat deze mogelijk-heid nu wordt geschapen.
    documenten:
  • 17 april 2012
    toezegging gedaan