T01503

Toezegging Toepassingswijze afwijzingsgrond fraude (31.549)



De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Strik (GroenLinks), toe de Kamer te informeren over de toepassingswijze van fraude als afwijzingsgrond.


Kerngegevens

Nummer T01503
Status voldaan
Datum toezegging 15 mei 2012
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen fraude
Gezinsherenigingsrichtlijn
nationale visa
Vreemdelingenwet
Kamerstukken Invoering visumplicht voor vreemdelingen (31.549)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 29, item 4 - blz. 9

Mevrouw Strik (GroenLinks): Dan nu een enkel woord over de afwijzingsgronden. De regering heeft het verstrekken van onjuiste gegevens of het achterhouden van gegevens als afwijzingsgrond geformuleerd. Volgens mijn fractie is dit toch echt ruimer dan de termen "vals" of "misleidend", die de Gezinsherenigingsrichtlijn gebruikt als afwijzingsgrond, zeker vanwege de toevoeging daar: "of anderszins fraude is gepleegd". De formulering in de richtlijn duidt op opzettelijk misleiden en bedriegen, de term "onjuiste gegevens" helemaal niet. Of doelt de regering slechts op bedrog, dus op opzet? Bovendien ziet artikel 16 van de richtlijn alleen op situaties waarin valse of misleidende gegevens zijn ingebracht in dezelfde procedure, en niet in een voorgaande verblijfsprocedure. Is de regering van plan om een uitgeprocedeerde asielzoeker, van wie is geconcludeerd dat een in zijn asielprocedure ingediend document niet authentiek zou zijn geweest, een verzoek om gezinshereniging te weigeren, louter en alleen op die grond? Een dergelijke uitleg is niet houdbaar en gaat opnieuw hoge proceskosten veroorzaken voor Nederland. Volgens de regering zou een dergelijke reden onder het begrip "openbare orde" vallen, die lidstaten vrij kunnen invullen. Keer op keer heeft het Hof van Justitie echter duidelijk gemaakt dat het begrip "openbare orde" een autonoom Uniebegrip is en niet in te vullen door een lidstaat. Dat zorgt nu juist voor harmonisatie en coherentie in Europa.

Handelingen I 2011-2012, nr. 29, item 4 - blz. 17

Minister Leers: Mevrouw Strik wil weten of de afwijzingsgrond betreffende onjuiste gegevens als gevolg van het gebruik van het woord "onjuist" in strijd is met de gezinsherenigingrichtlijn. Dat is niet het geval, omdat "onjuist" hetzelfde betekent als "vals". De lidstaten zijn op grond van vaste rechtspraak van het Hof van Justitie niet verplicht om bij de omzetting van een richtlijn dezelfde bewoordingen of hetzelfde systeem te gebruiken. Op grond van de aanwijzingen voor de regelgeving geldt voorts dat zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij bestaande nationale stelsels. Dat wordt met het voortgezette gebruik van de term "onjuist" beoogd.

Mevrouw Strik (GroenLinks): De minister leest de memorie van antwoord voor, maar die had ik natuurlijk zelf al gelezen. Ik ben erop ingegaan en heb gezegd dat ik in de context artikel 16, waarin sprake is van "onjuist", "misleidend" of "anderszins fraude", lees als handelingen waarbij sprake is van bedrog, dus opzet. Bij het kale begrip "onjuiste gegevens" echter, hoeft geen sprake te zijn van opzet. Hebben we het dus in beide situaties over bedrog?

Minister Leers: Zeker. Er moeten vooropgezette bedoelingen zijn om bedrog te plegen. Wanneer iemand zich vergist of wanneer de referent gegevens aanlevert en achteraf blijkt dat het niet billijk is om dat tegen te werpen, lijkt mij dat niet meer dan logisch. Wat mij betreft moet iedere keer in individuele gevallen bepaald worden of het zo is. Als iemand te goeder trouw een aanvraag doet en zich daarbij vergist, brengt dat je toch niet tot de conclusie dat deze persoon onjuiste of valse gegevens heeft geleverd en dat hem dus de toestemming moet worden onthouden?

Mevrouw Strik (GroenLinks): Ik ben blij dat de minister dit met mij eens is, maar het staat zo niet in de tekst. Dat kan van belang zijn bij de uitvoeringspraktijk.

Minister Leers: Wat mij betreft is de interpretatie van de uitwerking zoals ik die nu heb genoemd, dus dat er sprake is van bedrog. Het gaat om iemand met de vooropgezette bedoeling om via valse gegevens zich anders voor te doen dan hij is om op die manier in aanmerking te komen voor een vergunning. Dat is dus onjuist of vals.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Daar ben ik heel blij om.

Ik heb ook nog gevraagd wat er precies gebeurt met een asielzoeker die tijdens de procedure heeft tegengeworpen gekregen dat de documenten om zijn verhaal te staven niet authentiek zijn bevonden. Wordt dat dan ook tegengeworpen bij een gezinsherenigingaanvraag die hij later doet? Dat is mij onduidelijk. In de stukken staat dat ook gezinshereniging kan worden geweigerd als in een eerdere procedure onjuiste gegevens zijn ingebracht. Ik heb al betoogd dat in de richtlijn alleen maar sprake is van valse gegevens in dezelfde procedure, dus niet in een eerdere verblijfsprocedure. In asielprocedures komt vaak voor dat er wordt gezegd dat documenten niet authentiek zijn. Er kan dan niet echt worden vastgesteld of ze onjuist zijn. Wat gebeurt daarmee?

Minister Leers: Iemand die binnenkomt en gegevens overlegt waarover twijfel bestaat, krijgt over het algemeen geen vergunningen zal dus moeten aantonen dat de gegevens die hij overlegt, niet vals maar juist zijn. Dan lijkt het mij ook logisch dat je consequenties verbindt voor de gezinshereniging aan het niet juist zijn of vals zijn van de gegevens. Eerst moet iemand een vergunning hebben in Nederland. Als de betrokkene die vergunning verkregen heeft op basis van een afweging door de IND en hij vervolgens binnen drie maanden opgeeft welke familieleden elders in de wereld nog zijn, ook al weet hij de verblijfsplaats niet, vallen die gezinsleden in het nareisbeleid. De vergunning moet hem echter wel zijn gegeven; hij moet wel eerst erkend zijn als asielzoeker en een verblijfsvergunning hebben gekregen.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Ik had een andere groep op het oog, namelijk de mensen die hier zijn uitgeprocedeerd als asielzoeker en die vervolgens in aanmerking willen komen voor gezinsvorming. In de uitzonderingsgronden wordt eerder onrechtmatig verblijf niet tegengeworpen bij een verzoek om gezinsvorming. In die zin hoeft dan niet te worden tegengeworpen dat hij hier eerder onrechtmatig is geweest. Je zit dan echter nog wel met het punt van de onjuiste gegevens.

Minister Leers: Ik zal het uitzoeken. Iemand heeft de mogelijkheid om een zelfstandige asielprocedure te voeren dan wel om via de gezinsherenigingprocedure binnen te komen. Mevrouw Strik doelt erop dat het hem dan niet mag worden tegengeworpen dat hij in de eerste procedure niet-authentieke gegevens heeft overlegd. Zij krijgt hierop in tweede termijn mijn antwoord.

Handelingen I 2011-2012, nr. 29, item 4 - blz. 28-29

Minister Leers: Mevrouw Strik heeft ook gevraagd naar de afwijzingsgrond fraude. Als een ex-asielzoeker in een eerdere asielprocedure valse documenten heeft overlegd, kan een nieuwe aanvraag voor gezinshereniging worden geweigerd op grond van de nieuwe afwegingsgrond. Als in de asielprocedure bleek dat de asielzoeker verkeerde gegevens heeft gebruikt en de asielzoeker een vergunning aanvraagt in het kader van de gezinshereniging, is het de vraag of hem wordt tegengeworpen wat hij eerder heeft gedaan. Uit de tekst van de richtlijn maken wij op dat dit mogelijk is en dat dit niet beperkt is tot de voorliggende aanvraag. De afwijzingsgrond is een bevoegdheid en geen verplichting. Natuurlijk wordt er rekening gehouden met individuele omstandigheden. Dat heb ik telkens betoogd. Op deze wijze voeren wij het uit. Mocht de rechter anders beslissen, dan zullen wij de uitvoering moeten aanpassen.

Handelingen I 2011-2012, nr. 29, item 4 - blz. 30

Minister Leers: De heer Swagerman dank ik voor zijn vriendelijke woorden. Het is goed dat hij het onderwerp illegaliteit heeft voorzien van zijn opvattingen en dat hij daarbij het aspect van de humaniteit heeft genoemd.

Zijn opmerking over fraude biedt mij de gelegenheid om tegen mevrouw Strik te zeggen dat ik een poging heb gedaan om duidelijk te maken wat de titel van valse of onjuiste gegevens geven, inhoudt. Ik heb het in de korte pauze die ik had bediscussieerd en misschien kunnen we elkaar vinden in het volgende. Het betreft fraude als er bij bekendheid van de juiste gegevens een andere beslissing zou zijn genomen. Ik denk dat dat de precieze omschrijving is. In zo'n geval kun je afwegen om het tegen te werpen. Natuurlijk zal de afweging bij degene die het met voorbedachten rade heeft gedaan eerder in nadelig uitvallen dan bij degene bij wie het bijvoorbeeld een verspreking betrof. Het gaat mij om de precieze formulering. Als er een andere beslissing zou zijn genomen als de juiste gegevens bekend waren geweest, is er sprake van valsheid of van fraude.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Dan krabbelt de minister toch echt een heel stuk terug. Natuurlijk gaat het om onjuiste gegevens die hebben geleid tot een andere beslissing. Het lijkt mij logisch dat dat de gegevens zijn waarop iets wordt tegengeworpen. Het gaat nou juist om de vraag of de onjuiste gegevens opzéttelijk zijn ingeleverd. De minister zegt nu dat we het in principe tegenwerpen, tenzij. Hij zegt dat we altijd nog eventueel kunnen kijken of het al dan niet opzettelijk was en of het daarom aan te rekenen valt of niet. Dat is toch heel onduidelijk?

Minister Leers: Het is een lastig onderdeel van het verhaal, omdat de ambtenaar van de IND bij zijn beoordeling of iets klopt altijd discretionaire ruimte heeft. De IND-ambtenaar kan met zijn kennis van zaken vaststellen of er iets niet klopt, of hij iets moet uitzoeken. We vlogen het daarstraks aan van de bovenkant. Ik vlieg het nu aan van de onderkant en zeg dat het fraude is respectievelijk tegen te werpen is indien bij de bekendheid van de juiste gegevens een andere beslissing zou zijn genomen, zeker waar het gaat om voorbedachten rade. Daar doe ik niets aan af, daarmee blijf ik bij het punt dat ik heb gemaakt. Daar vonden we elkaar in.

Mevrouw Strik (GroenLinks): De minister zegt nu "zeker" waar het gaat om voorbedachten rade. Zojuist echter waren we het erover eens dat we het bij voorbedachten rade zouden doen. Nu geeft de minister de IND de ruimte om ook onjuiste gegevens die per ongeluk zijn ingediend te gebruiken om in een vervolgaanvraag tegen te werpen.

Minister Leers: Nee. Ik heb al gezegd dat ik vind dat je het iemand niet kwalijk moet nemen wanneer bijvoorbeeld door een verspreking of een schrijffout verkeerde informatie is gegeven die niet toe te schrijven is aan bewust willen manipuleren of aan het willen beïnvloeden van de uitkomst van de beslissing. Dan moet je iemand niet aanspreken op fraude. Daar waar het bekend worden van de juiste gegevens tot een andere beslissing zou leiden en men dat willens en wetens in gang heeft gezet, vind ik dat er sprake is van fraude.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Kunnen we dan afspreken dat we zeggen dat daar waar onjuiste gegevens inleveren een geval van fraude is, het wordt tegengeworpen? Dus als er sprake is van fraude, zijn de onjuiste gegevens grond voor weigering.

Minister Leers: Ik denk dat we elkaar precies aanvoelen. Het punt is alleen dat ik het goed geformuleerd wil hebben. Ik maak die formulering later vandaag en de Kamer krijgt die morgen schriftelijk van mij. Ik wil hier geen onduidelijkheid over laten bestaan, dat is zowel niet goed voor de IND als voor de Eerste Kamer. We voelen van elkaar al aan waar het naartoe moet en de Kamer krijgt de uitwerking morgenvroeg van mij.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Hartelijk dank.


Brondocumenten


Historie