De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zegt de Kamer, naar aanle iding van een vraag van het lid Koffeman, toe te bezien of te zijner tijd in de Wet Natuur de strafverzwaring voor overtredingen die krachtens de Flora - en faunawet zijn verboden kan worden aangescherpt en of het beleid op dit punt kan worden verbreed.
Nummer | T01559 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 26 juni 2012 |
Deadline | 1 januari 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Economische Zaken (2012-2017) |
Kamerleden | drs. N.K. Koffeman (PvdD) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | roofvogels strafverzwaring Wet Natuur |
Kamerstukken | Bestrijding van de visstroperij en het vervallen van de akte (32.574) |
Handelingen I 2011-2012, nr. 34, item 9 - blz. 26-29
Staatssecretaris Bleker:
Bij de visserijstroperij is de primaire inbreuk op de rechtsorde dat je het recht van een ander inperkt. De tweede inbreuk is dat je iets doet wat uit oogpunt van algemeen ecologisch belang niet verantwoord is. In het algemeen is het bij het bepalen van de strafmaat zo dat je kijkt naar de inbreuk op de rechtsode. Die is in dit geval tweeledig. Dat is het argument.
De heer Koffeman (PvdD):
Bij de vervolging van roofvogels is die inbreuk niet tweeledig, maar toch hebben wij met elkaar besloten om dit te laten vallen onder de Wet op de economische delicten, met heel forse straffen. Mijn vraag is, waarom de staatssecretaris vissen in dat opzicht anders behandelt dan roofvogels. Bij roofvogels is er geen sprake van inbreuk op de zakelijke rechten van wie dan ook, of van tweeledigheid. De staatssecretaris veronderstelt dat dit
dus een geringere strafmaat zou moeten vergen, maar dat is niet het geval.
(...)
Staatssecretaris Bleker:
Ik kom bij de roofvogels. Adviseurs uit diverse kringen hebben mij een verklaringaangereikt – ik weet niet zeker of het de juiste is – voor waarom het doden van roofvogels in de Wet op de economische delicten staat. Het staat er waarschijnlijk in, omdat er in het verleden economische belangen en motieven waren om roofvogels aan hun eind te helpen, bijvoorbeeld agrarische belangen of dat soort zaken. Ik wijs in dat kader op twee a lgemene
zaken. Voor de bepaling van de strafmaat voor een bepaald misdrijf of een bepaalde overtreding hebben wij in Nederland een bepaalde systematiek. Het betreft de inbreuk op de rechtsorde. Het gaat hier om een inbreuk op het eigendom van een ander. Daarnaast kan sprake zijn van een bepaalde inbreuk, omdat je geen formeel recht hebt om iets te doen. Er kan ook nog sprake zijn van de inbreuk op een bepaald, bijvoorbeeld ecologisch,
belang. Die drie zaken tellen op bij het bepalen van de strafmaat, te meer als ook nog sprake is van een economisch motief, in die zin dat de dader er financieel gewin bij kan hebben. Dat is de optelsom van factoren die uiteindelijk de strafmaat bepaalt. De heer Koffeman en ik kunnen een uitgebreide discussie met elkaar voeren, maar volgens mij vraagt hij zich af, omdat het doden van roofvogels verboden is krachtens de Wet op de economische delicten, maar ook krachtens de Flora- en faunawet, of op dat soort vergrijpen wel een voldoende zware straf rust. De Wet Natuur ligt bij de Raad van State. Daarin is een strafverzwaring opgenomen voor overtredingen die krachtens de Flora- en faunawet zijn verboden. Ik ben bereid om te zijner tijd te bezien, ik dan wel mijn opvolger, of ook in de Wet Natuur een en ander kan worden aangescherpt. Dit soort overtredingen die misschien op dit moment geen economisch motief meer hebben, is toch niet acceptabel, gelet op het flora- en faunabeleid. In de Wet Natuur is overigens al sprake van een bepaalde aanzet. Ik ben bereid te bezien of het beleid op dit punt kan worden verbreed. Over de intenties zijn wij het volgens mij niet oneens. Dat heb je soms met de PVV.
De heer Koffeman (PvdD):
Ik ben blij met de toezegging van de staatssecretaris.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling (zonder stemming aangenomen ) Handelingen EK 2011/2012, nr. 34, item 9, blz. 24-30
-
19 mei 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
24 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 oktober 2014
nieuwe deadline: 1 januari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 oktober 2013
nieuwe deadline: 1 juli 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De toezegging als openstaand beschouwen en desgewenst meenemen bij de behandeling van het wetsvoorstel Natuurbescherming.documenten: -
26 juni 2012
toezegging gedaan -
5 februari 2012
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Economische Zaken (2012-2017)