De Eerste Kamer heeft op dinsdag 11 december met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gedebatteerd over de Wet vereenvoudiging regelingen Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Dit wetsvoorstel behelst technische aanpassingen in de Werkloosheidswet (WW) en de Ziektewet (ZW) om de uitkeringsvaststelling beter te laten aansluiten bij de al beschikbare gegevens in de polisadministratie. Ook wordt voorgesteld om de regeling 'onwerkbaar weer' in de WW en de Werktijdverkortingsregeling (WTV) samen te voegen tot één uniforme calamiteitenregeling.
In het debat werd ingegaan op een in de Tweede Kamer aangenomen motie die de regering verzoekt in overleg te treden met sociale partners over de mogelijkheid van meer maatwerk per sector voor de zogeheten 'calamiteitenregeling'. Senator Elzinga (SP) diende in het debat een motie in die de regering verzoekt de calamiteitenregeling pas in werking te laten treden als er met de sociale partners overleg is gevoerd. Op 18 december 2012 wordt over het wetsvoorstel en de motie gestemd.
Calamiteitenregeling voor onvoorziene weersomstandigheden
Met de nieuwe calamiteitenregeling kan een bedrijf voor een periode van vier weken een WW-uitkering aanvragen voor werknemers als er door winterse omstandigheden of andere onvoorziene weerscalamiteiten geen of minder werk is. Het gaat hierbij om tijdelijk verminderde bedrijvigheid die buiten het normale bedrijfsrisico valt.
De regering heeft, naar aanleiding van de motie-Heerma c.s. in de Tweede Kamer om overleg te voeren met de sociale partners over maatwerk voor deze calamiteitenregeling, toegezegd dit voor 1 september 2013 te zullen doen. Senator Terpstra (CDA) vroeg de minister of hij voor die tijd aan de Kamer wil rapporteren over de uitkomsten van dit overleg. Aangezien de CDA-fractie verder geen fundamentele bezwaren heeft tegen het wetsvoorstel, hoeft dit overleg volgens Terpstra niet te worden afgewacht voordat er over het wetsvoorstel wordt gestemd.
Senator Sent (PvdA) merkte op dat de regering heeft aangegeven dat het niet in de rede ligt om per bedrijfsgroep een specifieke regeling te (laten) treffen. Zij vroeg wat er hierover in het overleg met de sociale partners dan nog kan worden bereikt. Sent gaf aan dat VNO-NCW en MKB-Nederland bereid zijn hun verzoek tot maatwerk te laten vervallen en alleen nog in te zetten op een termijn van twee weken in plaats van vier. Ook senator Beckers (VVD) vroeg waarom er door de regering aan deze uniforme termijn wordt vastgehouden, aangezien winterse omstandigheden wisselend verspreid over het land voorkomen en per sector of branche sterk wisselende gevolgen hebben.
Senator Elzinga (SP) sprak mede namens GroenLinks en vroeg de regering waarom zij geen gehoor heeft gegeven aan de bezwaren over dit wetsvoorstel van de Stichting van de Arbeid. Hij diende een motie in die de regering verzoekt de calamiteitenregeling niet in werking te laten treden dan nadat het gesprek met de sociale partners is gevoerd. De minister ontraadde de motie, maar zegde toe aan Elzinga dat hij het overleg niet zal stuk laten lopen op de calamiteitenregeling.
WW-startersregeling
Senator Scholten (D66) uitte zorg over de in het wetsvoorstel opgenomen WW-startersregeling. Deze regeling verbiedt WW-starters om voor hun voormalige werkgever te gaan werken en heeft als doel om misbruik van de WW-regeling door starters te voorkomen. Volgens senator Scholten is deze regeling niet effectief en rechtmatig. Scholten vroeg de minister om een uitzondering van deze regeling voor de gevallen waarbij de starter aan de informatieplicht en aan overige eisen heeft voldaan en nergens anders dan bij zijn oude werkgever aan de slag kan. Senator Ester (ChristenUnie) gaf aan dat juist de eerste twee jaar bepalend zijn voor het welslagen van een startende onderneming. Dit staat haaks op het beleid om juist in de aanvangsfase te korten op de WW.
Minister Asscher gaf aan dat er een groot frauderisico is wanneer starters bij hun oude werkgever aan de slag gaan en vervolgens gebruik willen maken van de WW-regeling. Deze regeling is volgens Asscher niet als straf bedoeld, maar puur ter herstel van de rechtmatige situatie. De door senator Scholten gevraagde uitzondering zegde de minister niet toe. Wel zei hij de minister toe de suggestie van senator Sent te zullen onderzoeken voor het combineren van de indicatiestellingen voor AWBZ en sociale zekerheid, zodat die integraal via het UWV lopen.
Deel dit item: