33.541

Wijziging Mediawet 2008 inzake modernisering stelsel landelijke publieke omroep



Doelstelling van dit wetsvoorstel is de modernisering van de organisatie van de publieke omroep en een grotere doelmatigheid van het bestaande stelsel van de publieke omroep.

Door bundeling van omroepverenigingen, betere samenwerking in het belang van de programmering als geheel en een daarbij passende budgetsystematiek, wordt de landelijke publieke omroep in staat gesteld om met minder geld efficiënt en slagvaardig te opereren.

Beoogd is dat de maatregelen effect krijgen met ingang van de nieuwe erkenningsperiode per 1 januari 2016.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.541, A) is op 2 juli 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. CDA, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 november 2013 zonder stemming aangenomen. PVV en SP is daarbij aantekening verleend. De tijdens het plenaire debat ingediende motie-Kuiper (ChristenUnie) c.s. over het budget voor levensbeschouwelijke programma's (EK 33.541, E) is op 12 november 2013 aangehouden. Deze motie is vervallen op 25 september 2018 op basis van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer.


Kerngegevens

ingediend

14 februari 2013

titel

Wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniseren

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

  • Binnen de publieke omroepverenigingen wordt ingezet op een fusieproces, waarbij drie nieuwe fusieomroepen ontstaan en drie omroepverenigingen zelfstandig blijven. De huidige omroepverenigingen met een voorlopige erkenning (WNL en PowNed) zullen zich, indien zij voldoen aan de criteria om definitief te worden erkend, aan moeten sluiten bij een bestaande omroepvereniging. In het wetsvoorstel wordt dit fusieproces wettelijk verplicht gesteld. In dit verband zullen voortaan niet meer dan zes omroeporganisaties voor erkenning in aanmerking kunnen komen.
  • In het fusieproces kunnen de verenigingen ervoor kiezen om volledig te fuseren en dus te komen tot een nieuwe omroepvereniging, maar ook om als aparte verenigingen samen te werken in een samenwerkingsomroep. In dit laatste geval blijven de verenigingen naast elkaar bestaan, met eigen leden en een eigen Raad van Toezicht, maar worden de programmatische activiteiten geïntegreerd in één organisatie, die een vereniging maar ook een stichting kan zijn. Deze samenwerkingsorganisatie wordt dan erkenningshouder.
  • De NPS en Stichting Educom worden samengevoegd tot de Stichting NTR.
  • De zogenoemde genootschappen zullen voortaan niet meer zelf media-aanbod verzorgen. Dit wordt voortaan verplicht uitbesteed aan een publieke omroeporganisatie of aan NTR. Omroeporganisaties met een voorlopige erkenning worden verplicht de verzorging van hun media-aanbod uit te besteden aan NTR.

Documenten

7