Dit wetsvoorstel trekt de verouderde Pandhuiswet 1910 in en voegt aan Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek de titel 2D pandbelenigen toe. Hiermee worden de regels bij pandbeleningen gemoderniseerd en de klant beter beschermd. Bij een pandhuis kan een klant zijn spullen in onderpand geven en in ruil daarvoor contant geld krijgen. Op een later moment kan de klant deze spullen terughalen tegen betaling van een geldsom en een vergoeding.
Met dit voorstel worden klanten voordat ze spullen belenen geinformeerd over de rente die ze gaan betalen en de termijn waarbinnen ze moeten terugbetalen om hun spullen terug te krijgen. Er komt ook een maximum rentepercentage. 9% het eerste jaar en 4,5% vanaf het tweede jaar dat de wet geldt. Heel hoge rentevergoedingen zijn niet meer toegestaan.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 33.334 nr. 2) is op 4 juli 2013 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 september 2013 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
11 juli 2012titel
Aanvulling van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met een nieuwe titel 2D (regels met betrekking tot pandbeleningen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.