T01673

Toezegging Schriftelijk beantwoorden vraag huurverlaging (33.129 / 33.330)



De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Boer (GroenLinks) over het moment van huurverlaging, toe deze vraag schriftelijk te beantwoorden.


Kerngegevens

Nummer T01673
Status voldaan
Datum toezegging 12 maart 2013
Deadline 1 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Minister voor Wonen en Rijksdienst
Kamerleden Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen huurverlagingen
Kamerstukken Huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens (33.330)
Huurverhoging op grond van inkomen (33.129)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 5, blz. 18

Mevrouw De Boer (GroenLinks): Over één onderdeel van het woonakkoord zijn wij zeer te spreken, namelijk de opname in de voorliggende wetsvoorstellen van de mogelijkheid tot huurverlaging wanneer het huishoudinkomen na een of meer inkomensafhankelijke huurverhogingen weer onder de betreffende norm-inkomens zakt. De praktische uitvoering zal nog wel aanleiding geven tot geharrewar en procedures, maar de regeling als zodanig is goed, temeer nu de huurverlaging ook snel na de inkomensdaling kan ingaan. In de nota naar aanleiding van het verslag zegt de minister immers dat direct na een inkomensdaling een huurverlaging kan worden aangevraagd op basis van actuele inkomensgegevens, zoals loonstrookjes, en dat pas bij een eventuele procedure voor de huurcommissie de gegevens van de Belastingdienst over het volledige afgelopen kalenderjaar overgelegd hoeven worden. In dat geval kan de huurverlaging nog steeds met terugwerkende kracht ingaan met ingang van twee maanden na de oorspronkelijke aanvraag. Graag ontvang ik de bevestiging van de minister dat dat betekent dat uiteindelijk een eventuele huurverlaging kan plaatsvinden met ingang van een datum binnen drie maanden na de inkomensdaling, bijvoorbeeld na pensionering of werkloosheid.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7, blz. 49-50

Minister Blok: Mevrouw De Boer vroeg naar de tijdsspanne als om huurverlaging wordt gevraagd en of het mogelijk is om binnen drie maanden na de inkomensdaling een huurverlaging te effectueren. Dat kan, maar dat kan niet gegarandeerd worden. Het kan omdat een huurder met inkomensgegevens naar de verhuurder kan gaan en de verhuurder kan op grond van die gegevens besluiten om de huur te verlagen. In het geval van een loonstrookje met een heldere toelichting zal hij dat waarschijnlijk ook doen. Een verhuurder kan echter ook zeggen dat hij de huur niet uitsluitend op grond van een loonstrookje kan bepalen, want uiteindelijk bepaalt de Belastingdienst het. Hij zal in dat geval zeggen dat hij een verklaring van de Belastingdienst nodig heeft. De Belastingdienst kan in de loop van een jaar niet binnen drie maanden een jaarinkomen geven, vandaar dat ik zeg dat het technisch binnen drie maanden kan maar dat wij dat niet kunnen garanderen.

Mevrouw De Boer (GroenLinks): Dat was niet precies mijn vraag want dat is mij bekend. In de laatste schriftelijke antwoorden zegt de minister dat de huur met terugwerkende kracht kan worden verlaagd tot twee maanden na de datum van de eerste aanvraag. Kan de minister de garantie geven dat de beslissing terugwerkt tot binnen drie maanden na de aanvraag?

Minister Blok: Als mevrouw De Boer het goed vindt, kijk ik deze casus nog even precies na, want anders beloof ik misschien iets wat ik niet kan nakomen. Daarop kom ik in de tweede termijn terug.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7, blz. 65

Mevrouw De Boer (GroenLinks): Ik herinner de minister eraan dat hij heeft beloofd om in tweede termijn in te gaan op de terugwerkende kracht van een beslissing tot huurverlaging door de huurcommissie. 

Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7, blz. 70

Minister Blok: Ik zal proberen de specifieke vraag of er altijd sprake is van terugwerkende kracht tot het moment van het eerste verzoek tot huurverlaging, mondeling goed toe te lichten. Dat hangt erg af van de situatie. Ik heb in eerste termijn het traject geschetst als de verhuurder onmiddellijk toestemt. Dan is een snelle procedure mogelijk. Als het aan de huurcommissie wordt voorgelegd, komt er een lange procedure. Dan zal er geen sprake kunnen zijn van welke vorm van terugwerkende kracht dan ook. Dan wordt de hele procedure bij de huurcommissie doorlopen en dan kan de huurverlaging ingaan op het moment dat daarover een oordeel is geveld.

Mevrouw De Boer (GroenLinks): Ik concludeer dat u nu wat anders zegt dan in de schriftelijke beantwoording in de nota naar aanleiding van het verslag. Daarin is wel gezegd dat het kan terugwerken tot de eerste dag van de maand, twee maanden na de indiening van het verzoek.

Minister Blok: Dan is mijn verzoek of ik daar schriftelijk op in kan gaan. Dit is voor de praktijk van belang, daar hebt u gelijk in, maar ik weet het niet meer uit mijn hoofd. Er is nogal wat gewisseld na de nota naar aanleiding van het verslag. Ik weet niet waar dan licht zou zitten tussen wat ik nu zeg en wat daarin staat, maar daar krijgt u een schriftelijke toelichting op.


Brondocumenten


Historie