Dit voorstel wijzigt de Wet aansprakelijkheid kernongevallen in verband met de toepassing van artikel 1, onderdeel b, van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie, het zogenaamde Verdrag van Parijs. Dit Verdrag regelt de aansprakelijkheid van exploitanten van kerninstallaties voor schade uit kernongevallen en de verplichting hiervoor een verzekering of andere financiële zekerheid te hebben en in stand te houden.
De definitie van de kerninstallatie in het Verdrag is ruim. Om te voorkomen dat hierdoor installaties onder de reikwijdte van het Verdrag zouden vallen waarvan de risico’s dit niet rechtvaardigen, is in artikel 1, onderdeel b, van het Verdrag van Parijs de mogelijkheid opgenomen om kerninstallaties van de toepassing van het Verdrag uit te sluiten. Hiervoor is een nader besluit van de op grond van het verdrag ingestelde Bestuurscommissie noodzakelijk. In 1990 heeft de Bestuurscommissie een dergelijk besluit genomen ten aanzien van kerninstallaties die in het proces van ontmanteling verkeren. Hierbij is bepaald dat de radioactieve waarden van de installatie onder vastgestelde limieten moeten liggen en dat het uiteindelijk de verdragsstaat blijft die besluit of er van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Aangezien er nadere besluitvorming van de verdragsstaat is vereist, moet dus ook de nationale wetgeving in deze mogelijkheid voorzien. In Nederland is dat nu niet het geval. Dit wetsvoorstel strekt ertoe deze mogelijkheid alsnog te creëren.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK 33.660, A) op 30 januari 2014 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 februari 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
14 juni 2013titel
Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen in verband met de toepassing van artikel 1, onderdeel b, van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergieschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip