T01738

Toezegging Vpb-vrijstelling woningbouwcorporaties voor zover ze zich met sociale huisvesting bezighouden (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Essers (CDA), toe om, de discussie aan te gaan met de Kamer over een vrijstelling voor de vennootschapsbelasting voor woningbouwcorporaties voor zover ze zich met sociale huisvesting bezighouden, als de minister van Wonen en Rijksdienst met planen en ideeën komt rondom de woningbouwcorporaties waarbij in taakstelling misschien zaken veranderen of waarbij enkele andere aspecten die het karakter van staatssteun hebben fors worden afgebouwd, zoals de garantiestellingen. 


Kerngegevens

Nummer T01738
Status voldaan
Datum toezegging 18 december 2012
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen vennootschapsbelasting
woningcorporaties
Kamerstukken Wet verhuurderheffing (33.407)
Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405)
Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403)
Belastingplan 2013 (33.402)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 18 – blz.107

Staatssecretaris Weekers:

De heer Essers vroeg in het kader van het wetsvoorstel verhuurderheffing naar een vrijstelling voor de vennootschapsbelasting voor woningbouwcorporaties voor zover ze zich met sociale huisvesting bezighouden. Ik heb zelf geen sterke gevoelens over het al dan niet belasten van de sociale volkshuisvesting in de winstsfeer, maar ik wijs erop dat in 2008 de integrale belastingplicht is ingevoerd door het toenmalige kabinet-Balkenende/Bos. Ik kan niet ontkennen dat een en ander voor een belangrijk deel was ingegeven door budgettaire overwegingen; daar is gewoon geld voor ingeboekt. Daarnaast speelde nog een aspect van staatssteun, zijnde een Europees dossier dat we overigens ook zien bij het dossier Belastingplicht overheidsbedrijven. Dat is een discussie die ik ook graag met de heer Essers wil voeren. Als je die zaak nu wilt veranderen en als je af wilt van die integrale belastingplicht, en deze moet alleen nog maar partieel en voor de commerciële aspecten zijn, dan kom ik in een heel lastige discussie met Brussel terecht over staatssteun. Bovendien kom ik in een lastige discussie terecht met mijn buurman op de gang, namelijk de minister van Financiën die zal vragen om dat wel even te dekken, want het zal uit de lengte of uit de breedte moeten komen.

Waar ik geen enkele moeite mee heb, is om als collega Blok met een aantal plannen en ideeën komt rondom de woningbouwcorporaties, waarbij in taakstelling misschien zaken veranderen of waarbij enkele andere aspecten die het karakter van staatssteun hebben fors worden afgebouwd, zoals de garantiestellingen, de discussie aan te gaan. Maar dan heb je het ook echt over zo'n dienst van algemeen economisch belang, zoals dat geloof ik heet, dit is dan ook buitengewoon goed afgebakend, en je hebt ook echt aanleiding, want de ene staatssteun wordt weggehaald en daarom is er ruimte voor wat anders. Die toezegging wil ik dus wel doen, waarmee ik overigens niet de verwachting wil wekken dat ik het wel zal veranderen. Op zichzelf sta ik open voor die discussie, maar ik wijs daarbij op die twee dingen: de staatssteun in relatie tot de inhoud van het dossier en de budgettaire gevolgen, want die zullen toch door iemand moeten worden opgevangen.

Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 18 – blz. 124

Staatssecretaris Weekers:

[...]

Ik dank de Kamer voor de reacties in tweede termijn. Ik zal mij beperken tot de moties en een enkele vraag die is gesteld. De eerste motie (EK 33402, letter H) is van de heer Essers en gaat over de Vpb-plicht van corporaties. De heer Essers wil van de integrale Vpb-plicht af en een partiële Vpb-plicht invoeren, dus alleen ten aanzien van de commerciële activiteiten. Zoals de huidige motie luidt, moet ik haar ontraden, simpelweg vanwege het feit dat de kosten niet gedekt zijn. Uitvoering van de motie kost honderden miljoenen euro's. Er bestaan bezwaren in het kader van staatssteun. Ik heb al gezegd dat ik bereid ben om de discussie te voeren op het moment dat minister Blok de corporatiewereld op een andere manier inregelt, dus als de corporaties worden ingesnoerd, en er andere zaken die als staatssteun worden gekwalificeerd, zouden wegvallen. Op dat moment ontstaat er weer ruimte. Als er een budgettaire oplossing gevonden zou kunnen worden, ben ik bereid om de discussie te voeren. Ik zou daartoe graag wat suggesties hebben. Ik sta er in die zin open in, want ik keur het niet af. Alleen de tekst die de huidige motie bevat, moet ik ontraden. Misschien is het een idee dat de heer Essers de motie met deze toezegging, of in elk geval met deze attitude, intrekt of aanhoudt.


Brondocumenten


Historie