Dit wetsvoorstel regelt de uitvoering van de Dublinverordening in de Vreemdelingenwet 2000. De Dublinverordening regelt welke staat binnen de Europese Unie verantwoordelijk is voor behandeling van een asielverzoek.
Met dit voorstel krijgt de minister de mogelijkheid om een overdrachtsbesluit te nemen. Een overdrachtsbesluit is een afwijzende beschikking voor een asielaanvraag, omdat een ander land de asielaanvraag moet behandelen. Daarnaast kunnen vreemdelingen voortaan worden afgewezen als zij al in een andere lidstaat internationale bescherming genieten. Het wordt ook mogelijk om vreemdelingen waarbij het asielverzoek in een ander land afgehandeld moet worden, de zogenaamde Dublinclaimant, in bewaring te nemen voor overdracht naar een andere lidstaat. Ten slotte wordt het mogelijk om eerder de formele asielaanvraag in te dienen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.699, A) is op 28 november 2013 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 december 2013 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
16 juli 2013titel
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht ter uitvoering van de verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PbEU 2013, L 180)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.