T01824

Toezegging Monitoring effecten op schooladviezen en plaatsingen (33.157)



De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Linthorst (PvdA), toe tussentijds te evalueren wat de effecten zijn van de wet op de kwaliteit van de schooladviezen en de definitieve plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs.


Kerngegevens

Nummer T01824
Status voldaan
Datum toezegging 3 december 2013
Deadline 1 juli 2017
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden drs. M.Y. Linthorst (PvdA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
plaatsing
schooladvies
Kamerstukken Centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs (33.157)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 11, item 9 - blz. 68

Mevrouw Linthorst (PvdA): Het is mogelijk dat het aantal schooladviezen dat wordt bijgesteld naar aanleiding van deze wet, als het wetsvoorstel wordt aanvaard, door de tijdsdruk minder wordt. Scholen kunnen namelijk denken: we hebben geen tijd meer om het bij te stellen, dus laat maar zitten. Het is echter ook mogelijk dat het meer wordt. Scholen kunnen denken: we hebben geen zin in gedonder en gedoe, laten we het advies maar omhoog bijstellen. Is de staatssecretaris bereid om de ontwikkelingen op dit punt te volgen? Wat zijn de gevolgen van dit wetsvoorstel voor het bijstellen van het schooladvies? Is de staatssecretaris bereid om ons na een periode van drie jaar, dus als die wet twee jaar van kracht is geweest, daarover te informeren?

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 11, item 9 - blz. 75

Staatssecretaris Dekker: Mevrouw Linthorst vroeg verder of we, vooruitlopend op de evaluatie van de totale wet na een periode van vier jaar – zij noemde zelfs een periode van drie jaar – niet tussentijds kunnen nagaan wat de kwaliteit van de schooladviezen is. Dit wetsvoorstel beoogt dat die schooladviezen kwalitatief beter worden. Laten we dan ook bekijken hoe dat uitpakt in de definitieve plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs door die nauwgezetter te volgen en door tussentijds met een evaluatie te komen. Ik zeg toe dat wij die twee specifieke onderwerpen meenemen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 11, item 9 - blz. 79

Mevrouw Linthorst (PvdA): Wij zijn ook blij met de toezegging van de staatssecretaris dat hij de effecten van dit wetsvoorstel op de bijstelling van de schooladviezen wil volgen. Ik wil dit nog wel iets aanscherpen. Ik heb de termijn van drie jaar genoemd. Ik bedoelde daarmee eigenlijk dat het het eerste jaar, het lopende jaar, nog gewoon de oude situatie is, waarin de stand van zaken in kaart zou moeten worden gebracht. Na twee jaar, als het wetsvoorstel – als het wordt aangenomen – twee jaar van kracht is, wordt bekeken wat in die daaropvolgende twee jaar is gebeurd met de bijstelling van de schooladviezen. Als de staatssecretaris de toezegging zo heeft opgevat, ben ik hem daarvoor zeer erkentelijk.


Brondocumenten


Historie