Op 26 en 27 januari 2014 vond te Athene, Griekenland, een bijeenkomst van de voorzitters van de commissies belast met Europese aangelegenheden van de Europese parlementen (COSAC) plaats. De voorzittersbijeenkomst wordt georganiseerd met het oog op de voorbereiding van de plenaire COSAC-vergadering, die onder Grieks voorzitterschap zal doorgaan op 15-17 juni 2014. Een delegatie bestaande uit de vicevoorzitter van de Eerste Kamercommissie Europese Zaken (EUZA), de heer Schrijver (PvdA), en een lid van de Tweede Kamercommissie EUZA, mevrouw Lucas (VVD), nam deel aan de bijeenkomst.
Mede op uitdrukkelijk verzoek van de Nederlandse delegatie, geuit bij eerdere bijeenkomsten van COSAC en herhaald door de heer Schrijver bij de aanvang van de bijeenkomst in Athene, heeft de voorzitter van de Italiaanse commissie voor Europese aangelegenheden aangegeven dat onder het Italiaanse voorzitterschap, vanaf juli 2014, geen in de tijd concurrerende bijeenkomsten zullen worden georganiseerd. De huidige COSAC-bijeenkomst viel, voor leden van de commissies voor Europese aangelegenheden ongunstig, samen met de bijeenkomst van de Parlementaire Assemblée van de Raad van Europa (PACE).
Na de bespreking van procedurele aangelegenheden, zoals de conceptagenda van de plenaire vergadering en de onderwerpen voor het tweejaarlijkse COSAC-rapport, volgden drie inleidingen en een debat.
De vicevoorzitter van de Europese Commissie belast met Interinstitutionele Aangelegenheden en Administratie, de heer Maroš Šefčovič, gaf een inleiding over de rol van de instellingen bij het opnieuw verbinden van Europa met zijn burgers. Vooral verheldering voor de burger van de doelstellingen van de Europese Unie en het duidelijk maken van de kansen om te participeren die de EU biedt aan de burger stonden centraal in zijn inleiding. Vanuit de zaal (onder andere door het Deense parlement en de Tweede Kamer) werden verschillende concrete voorstellen gedaan voor de verbetering van de rol van nationale parlementen en voor de aanmoediging van betrokkenheid van burgers. De heer Schrijver wees op de cruciale rol van nationale parlementen in de EU, als nationale vertegenwoordigers van de burgers. Hij wees tevens op de mogelijkheid van nationale parlementen om in een politieke dialoog met de Commissie vragen te stellen over gepresenteerde Europese voorstellen, die openbaar op de Europese website van de Eerste Kamer www.europapoort.nl worden gepubliceerd. Ook drong de heer Schrijver aan op snellere beantwoording door de Europese Commissie. De heer Šefčovič prees de publicatie van de correspondentie tussen de Kamer en de Commissie en beloofde beterschap voor wat betreft de snelheid van de beantwoording.
De heer Carlo Casini, voorzitter van de commissie Constitutionele Zaken (AFCO) van het Europese Parlement en rapporteur voor het jaarlijkse rapport over de relaties tussen het Europese Parlement en de nationale parlementen, was met name geïnteresseerd in de visie van de delegaties op de verhouding tussen het Europese Parlement en de nationale parlementen. Verschillende delegaties benadrukten dat een goede dialoog en balans tussen het Europese Parlement en de nationale parlementen cruciaal is.
Tot slot lichtte de heer Evangelos Venizelos, Grieks vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken, het prioriteitenprogramma voor het Griekse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie toe, dat met name is gericht op economische groei en aanpak van de jeugdwerkloosheid, op het Europese economische bestuur (waaronder de bankenunie) en op het Europese migratiebeleid. In de discussie die volgde gingen de aanwezige delegaties met name in op de Griekse visie op het migratiebeleid en op de uitbreiding van de Unie.
Deel dit item: