Kamer vraagt voorlichting aan Raad van State over wijziging Zorgverzekeringswet



De Eerste Kamer heeft dinsdag op initiatief van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) unaniem ingestemd met het voorstel de Afdeling advisering van de Raad van State om voorlichting te vragen over een onderdeel van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet marktordening en gezondheidszorg en enkele andere wetten. De commissie voor VWS heeft vastgesteld dat de in dat wetsvoorstel opgenomen wijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet gedurende de behandeling door de Tweede Kamer is gewijzigd door aanvaarding van twee amendementen en door de eerste nota van wijziging. Voorts merkt de commissie op dat door amendering en door de tweede nota van wijziging in het wetsvoorstel wijzigingen zijn aangebracht die raken aan (de reikwijdte van) het voorgestelde artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. In haar verzoek wijst de commissie ook op de maatschappelijke discussie die is ontstaan over de vrije artsenkeuze.

De Kamer vraagt de Raad van State zich te buigen over het voorgestelde artikel 13 van de Zorgverzekeringswet, zoals opgenomen in het gewijzigde voorstel van wet. Zij vraagt in haar brief de voorlichting mede te richten op de vraag hoe het voorgestelde artikel 13 van de Zorgverzekeringswet zich verhoudt tot de relevante Europees- en internationaalrechtelijke criteria op het terrein van de interne markt en het grensoverschrijdend verkeer; in het bijzonder tot de EU-richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van de patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg.

In verband met het verzoek van het kabinet het wetsvoorstel, waarvan artikel 13 van de Zorgverzekeringswet onderdeel uitmaakt, vóór het komende kerstreces af te handelen heeft de Eerste Kamer de Raad van State verzocht de voorlichting bij voorkeur uiterlijk 23 oktober 2014 te ontvangen.

Artikel 21a van de Wet op de Raad van State biedt de Eerste Kamer de mogelijkheid de Afdeling advisering van de Raad om voorlichting te vragen ‘in aangelegenheden van wetgeving en bestuur’. De Eerste Kamer is terughoudend in het gebruik van die bevoegdheid.


Deel dit item: