Stemming Afschaffing van de verplichte maatschappelijke stage



Verslag van de vergadering van 17 juni 2014 (2013/2014 nr. 34)

Aanvang: 13.37 uur

Status: gerectificeerd


Stemming Afschaffing van de verplichte maatschappelijke stage

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke stage door een facultatief programmaonderdeel, het invoeren van de vakbenaming Latijnse en Griekse taal en cultuur en het schrappen van het verplichte vak algemene natuurwetenschappen uit het gemeenschappelijk deel van de vwo-profielen (33740) .

(Zie vergadering van 10 juni 2014.)


De voorzitter:

Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.


De heer Sörensen i (PVV):

Voorzitter. De staatssecretaris begon vorige week met te zeggen dat hij de wet eigenlijk in drieën had moeten delen. Het is jammer dat hij dat niet heeft gedaan, want dan hadden wij voor twee derde met de wet mee kunnen gaan. Het vak algemene natuurwetenschappen wordt uit het gemeenschappelijk deel van het vwo geschrapt. Voor ons is dat symptomatisch voor de verschraling van het onderwijs. Dat is de reden waarom wij tegen deze wet gaan stemmen.


Mevrouw Gerkens i (SP):

Voorzitter. Drie jaar geleden voerden wij met brede steun de verplichte maatschappelijke stage in. Drie jaar later schaffen wij iets af dat na veel pijn en moeite goed loopt en waar iedereen enthousiast over is. Er zijn voor de SP onvoldoende waarborgen om erop te kunnen vertrouwen dat de maatschappelijke stage vrijwillig grootschalig voortgang zal kunnen vinden. Daarom zullen wij tegen deze wet stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, D66, de SGP en GroenLinks voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV, het CDA, de ChristenUnie, de SP, de PvdD, de OSF en 50PLUS ertegen, zodat het is aangenomen.