T02153

Toezegging Kamer informeren over maatregelen opvang vluchtelingen (34.300)



De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Strik (GroenLinks), De Graaf (D66) en Kox (SP), toe de arrangementen voor de opvang van vluchtelingen binnen de bestaande regels uit te werken en daarover een uiteenzetting naar de Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T02153
Status voldaan
Datum toezegging 13 oktober 2015
Deadline 1 januari 2016
Verantwoordelijke(n) Minister voor Wonen en Rijksdienst
Kamerleden Mr. Th.C. de Graaf (D66)
M.J.M. Kox (SP)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen arrangementen
vluchtelingen
Vluchtelingenverdrag
Kamerstukken Miljoenennota 2016 (34.300)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 22-23

Minister Rutte: Vervolgens hebben we te maken met het feit dat mensen op dit moment naar Europa komen of in Europa zijn en asiel vragen. We hebben er als coalitie voor gekozen om een aantal dingen tegelijkertijd te doen. In de eerste plaats willen we werken aan een sober dak boven het hoofd, als ik het zo mag noemen. We hebben tekorten op de woningmarkt, dus we hebben de noodzaak van sobere huisvesting. Dat kan zijn het verbouwen van bestaande kantoorgebouwen die leegstaan. Het kan ook zijn in containerwoningen. Het kunnen ook andere oplossingen zijn.

In de tweede plaats willen wij tegengaan dat het beeld ontstaat alsof mensen met een status, asielzoekers of vluchtelingen, voorrang hebben op andere mensen op de wachtlijst voor sociale huurwoningen. Wij vinden dat geen goede zaak, dus geen verdringingseffecten, maar je zult wel altijd de gemeenten de ruimte moeten laten om maatwerk te bieden, vanzelfsprekend.

In de derde plaats, als wij erin slagen om de komende tijd te werken aan die sobere opvang, is het mogelijk dat de huur in natura wordt verstrekt, net als de zorgkosten. Daardoor zal het bedrag dat mensen ontvangen uit bijvoorbeeld bijstandsregelingen aanzienlijk lager zijn, omdat veel van die voorzieningen op een andere manier zijn aangeboden. Daarmee is die bijstand meer afgestemd en afgepast op de situatie en op wat noodzakelijk is.

Voor de wat kortere termijn hebben we met de gemeenten afgesproken dat zij gaan werken aan de uitvoering van de zogenaamde zelfzorgarrangementen. Dat is echt voor de korte termijn. Het doel daarvan is om de eerste 10.000 mensen uit de asielzoekerscentra (azc's) bij het COA die al een status hebben maar niet kunnen doorgaan, te kunnen helpen aan woonruimte voor in ieder geval zes maanden.

Mevrouw Strik (GroenLinks): De minister-president heeft het over afwijkende regelingen voor statushouders, waardoor zij een bepaalde toelage niet nodig hebben. Statushouders krijgen dus andersoortige woningen toegewezen dan Nederlanders of reguliere migranten. Begrijp ik dat goed?

Minister Rutte: Het probleem is dat er onvoldoende woningen zijn. We zullen dus met elkaar moeten werken aan opvang in semipermanente woningen waarin we deze mensen zo snel mogelijk, waarschijnlijk na de tussenstap van die zelfzorgarrangementen, kwijt kunnen, op een fatsoenlijke manier. Deze woningen staan overigens ook open voor andere mensen op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. Op die manier zorgen wij ervoor dat we de problemen niet alleen voor de komende zes maanden aanpakken, maar ook meer structureel.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Betreft dat zelfstandige woningen of zegt u dat statushouders wel meer gezamenlijk een huishouding kunnen voeren?

Minister Rutte: Dat laatste kan ook het geval zijn. Er staan allerlei onorthodoxe mogelijkheden open, simpelweg omdat we dit probleem op een fatsoenlijke manier willen oplossen. Maar wel fatsoenlijk, vanuit de gedachte: sober maar rechtvaardig.

Mevrouw Strik (GroenLinks): Ik neem aan dat u er kennis van hebt dat er op grond van de Europese regels sprake is van gelijke behandeling van statushouders ten opzichte van Nederlanders. Dat geldt voor de huisvesting en voor de bijstand. Ik ga ervan uit dat dit ook het kader is voor de regering om te handelen.

Minister Rutte: We doen alles binnen de bestaande regels, maar feit is dat er onvoldoende sociale huurwoningen zijn, dus we zullen naar dit soort onorthodoxe oplossingen toe moeten.

De heer De Graaf (D66): Nu gaat het over statushouders met een tijdelijke status, maar dat kan vijf jaar zijn. Stelt de minister-president zich voor dat die containerwoningen voor een dergelijke lange periode geschikt zijn? Als dergelijke nieuwe semipermanente bewoning ook beschikbaar is voor anderen dan die statushouders, krijgen die anderen dan ook korting op hun sociale zekerheid of toelagen? Worden zij dan hetzelfde behandeld als die asielzoekers en statushouders?

Minister Rutte: De kans dat die anderen ook in de bijstand zitten, is aanwezig, maar het is niet zo dat iedereen in Nederland in de bijstand zit, terwijl mensen die als vluchteling hierheen komen, een status hebben en nog niet aan het werk zijn, in aanmerking komen voor bijstand zodra zij buiten het COA komen. Zolang zij nog onder die zelfzorgarrangementen vallen, is er geen recht op bijstand. Dat is eigenlijk nog een verlenging vanuit het COA, maar dan zitten zij niet meer in die asielzoekerscentra. Zodra zij na bijvoorbeeld een halfjaar doorstromen naar dit type woningen, is er ook recht op bijstand. Dan kijk je naar wat dat betekent voor dat deel van de bijstand dat in natura wordt verstrekt. Hoe dat zich verhoudt tot andere mensen die toevallig in de bijstand zitten en toevallig ook voor dit type woningen in aanmerking willen komen, dat gaan we allemaal uitwerken. De precieze regelgeving daarover gaan we maken.

De heer De Graaf (D66): De vraag van mevrouw Strik was heel belangrijk. Is dit binnen het kader van het Vluchtelingenverdrag? De minister-president zegt dat we geen verdragen gaan wijzigen, dat we daarbinnen blijven. Zou hij willen toezeggen om de Kamer schriftelijk te informeren over wat dan precies die arrangementen zijn en of die inderdaad binnen het gelijkheidsbeginsel van het Vluchtelingenverdrag kunnen blijven?

Minister Rutte: We gaan alles nu uitwerken. Zodra dat er is, gaat het ook naar de Kamer. Alles wat ik naar de Kamer stuur, gaat in kopie naar de Eerste Kamer. Ik neem aan dat we dat allemaal doen.

De heer De Graaf (D66): Als ik hier praat over de Kamer, bedoel ik natuurlijk de Eerste Kamer.

Minister Rutte: Zeker, maar u krijgt volgens mij standaard alle stukken die naar de Tweede Kamer gaan in afschrift. Dit is voor de eerste zes maanden, voor de semipermanente opvang voor de periode daarna.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 28

De heer Kox (SP): De tweede vraag die nog beantwoord moet worden, luidt als volgt. Ik heb de premier eerder gevraagd of we gaan werken aan een concreet plan om het beter te doen dan we het in de eerste periode hebben kunnen doen of hebben gedaan. Ik heb begrepen dat we het "sober en rechtvaardig" gaan doen. Dat is een mooie kreet. Het had ook bijna "sober en sociaal" of "sterk en sociaal" kunnen zijn. Ik vind echter dat deze Kamer recht heeft om op papier of de iPad een helder plan van aanpak van de regering te krijgen. Als het niet nu kan, dan toch op korte termijn. Dit is namelijk een groot probleem. We kunnen het met zijn allen oplossen, maar dan moeten we wel weten wat de regering gaat doen. Op welke termijn kunnen we dat plan verwachten?

Minister Rutte: De heer Kox is een slim parlementariër en verpakt zijn vragen in een hele hoop suggesties en constateringen, die ik dan geacht wordt te negeren. Een enkele keer ga ik er echter toch op in. Hij noemde een aantal zaken over het plan dat uit mijn eigen partij is voortgekomen die ik echt even voor zijn rekening laat. Als hij denkt dat mijn beantwoording zijn stelling onderschrijft, klopt dat niet.

Dan de concrete vraag wanneer de Kamer het plan op papier krijgt. Ik heb hier al een toezegging over gedaan.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 4, item 7 - blz. 51

De heer De Graaf (D66): Over het vluchtelingenbeleid is nog veel meer te zeggen. De toezegging om binnen het Vluchtelingenverdrag te blijven en daarover ook een uiteenzetting te geven aan deze Kamer, is van belang. Dan kunnen wij in deze Kamer bekijken of wij het debat daarover voortzetten.


Brondocumenten


Historie