De Eerste Kamer heeft op dinsdag 22 december na een debat met staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de Wet algemeen pensioenfonds zonder stemming aanvaard. Ook de Novelle Wet algemeen pensioenfonds werd aanvaard. Alleen de fracties van PvdD en SP stemden tegen. Een door senator Oomen - Ruijten (CDA) ingediende motie werd met algemene stemmen aanvaard.
Inhoud van de wetsvoorstellen
De wet algemeen pensioenfonds introduceert het algemeen pensioenfonds. Het doel hiervan is het verbeteren van de keuzemogelijkheden voor werkgevers en werknemers om een kwalitatief hoogstaande en veilige pensioenuitvoering tegen een scherpe prijs te realiseren. Die novelle schrapt het tijdens de behandeling van het onderhavige wetsvoorstel ingediende en door de Tweede Kamer aangenomen amendement Lodders en Vermeij (TK 34.117, nr. 17) dat de mogelijkheid creëert om bij fusie tussen verplichte bedrijfstakpensioenfondsen voortaan met afgescheiden vermogens te werken (ringfencing). Daarbij werd door de staatssecretaris wel vervolgwetgeving aangekondigd.
Krachten bundelen
Senator Oomen-Ruijten (CDA) hield tijdens het debat haar maidenspeech. Zij gaf aan dat zij het op te richten APF ziet als een instrument om het voor kleine ondernemingspensioenfondsen mogelijk te maken om de krachten te bundelen. Wel zag zij signalen dat vooral verzekeraars een APF gaan oprichten en vroeg zij in hoeverre de deelnemer hier beter van wordt en hoe het verdienmodel van een APF precies in elkaar zit. Ook vroeg zij waarom de regering niet heeft gekozen voor het mitigeren van de onbedoelde effecten van het amendement over ringfencing. Als bedrijfstakpensioenfondsen oneigenlijk gebruik maken van het APF, betekent dit volgens Oomen een uitholling van de solidariteit in het pensioensysteem. Tot slot merkte zij op dat de regering een ongelijk speelveld creëert binnen Nederland door geen gebruik te maken van de beleidsvrijheid binnen de btw-richtlijn.
De senator diende een motie in, die de regering vraagt om een onafhankelijk extern onderzoek naar de mogelijkheden om binnen de BTW-richtlijn de defined benefit -regeling en de defined contribution- regeling gelijk te behandelen. Staatssecretaris Klijnsma liet het oordeel over deze motie aan de Kamer. Zij merkte op dat de advocaat-generaal van de Hoge Raad hier begin 2016 een advies over zal uitbrengen. Het kabinet wacht dit advies eerst af. Daarna wordt de Eerste Kamer hier zo snel mogelijk over geïnformeerd.
Beperkt en gemankeerd
Senator Kok (PVV) betoogde dat het Algemene Pensioenfonds (APF) idealiter zou moeten leiden tot een goede uitvoering tegen een scherpe prijs. Het expliciete uitgangspunt daarbij is ringfencing : het aanhouden van afgescheiden vermogens. Het belang van de burger komt volgens Kok echter onvoldoende in beeld. Kok vroeg of het oprichten van het APF niet juist een risico voor marktverstoring met zich brengt. Verder uitte hij kritiek op het terzijde schuiven van een amendement dat het mogelijk maakte voor verplicht gestelde bedrijfspensioensfondsen om bij fusie te ringfencen. Ook bekritiseerde de PVV-senator het verschil in btw-regime voor de beheersdiensten; hetgeen in zijn optiek niet in lijn is met Europese verplichtingen. Ondanks de positieve doelstelling is het wetsvoorstel volgens de senator "beperkt en gemankeerd".
Gelijk speelveld
Senator Postema (PvdA) vroeg wat de meerwaarde is van het APF, aangezien haar afwezigheid in voorgaande jaren de concentratie van met name ondernemingspensioenfondsen niet heeft belemmerd. De senator noemde het een gemiste kans dat het amendement over de verplichte bedrijfstakpensioenfondsen niet in dit wetsvoorstel is opgenomen. De senator uitte ook zorgen over het fiscale regime. Postema betoogde dat er te weinig is gedaan om een gelijk speelveld te creëren voor Nederlandse pensioenfondsen en uitvoeringsinstellingen. Verder vroeg de senator waarom er dwingend is voorgeschreven dat de APF-rechtspersoon een stichting is, terwijl er wel wordt toegestaan dat dienstverleners voor de volle winst gaan. Ook vroeg hij de staatssecretaris om te bevestigen dat er geen claims kunnen worden ingediend als de vergunningverlening voor het uitoefenen van het bedrijf van een algemeen pensioenfonds wordt vertraagd/gestopt vanwege een eventueel raadgevend referendum.
Toezicht handhaven
Senator Nagel (50PLUS) betoogde dat pensioenfondsen weinig enthousiasme tonen om door schaalvergroting binnen de structuur van een APF zich te heroriënteren op hun verdere bestaan. Verzekeraars blijken hier volgens Nagel echter wel kansen in te zien. Hij pleitte ervoor dat het overheidstoezicht op de collectieve waardeoverdracht bij een overgang naar een APF wordt gehandhaafd. De senator betoogde dat de rechten en aanspraken van deelnemers hierdoor ook in de overgangsfase kunnen worden beschermd. Omvorming in een APF staat volgens de senator niet gelijk aan liquidatie. Tot slot vroeg de senator aan de minister waarom defined benefit-regelingen wel btw betalen en defined contribution regelingen niet.
Elegante oplossing
Senator Elzinga (SP) betoogde dat het amendement Lodders en Vermeij een elegante oplossing biedt voor het probleem dat bij een fusie verschillende dekkingsgraden worden gehanteerd als gevolg van het feit dat verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen zich niet kunnen laten omvormen tot APF. Het argument dat de markt hier last van zou ondervinden achtte de senator niet overtuigend. Verder betoogde de senator dat de verschillende fiscale behandeling van Nederlandse pensioenregelingen - kijkend naar de arresten 'Wheels' en 'ATP Pension Service' niet te verdedigen is. Het is volgens Elzinga onwenselijk en leidt tot een ongelijk speelveld. Hij vroeg of hiertoe een onafhankelijk onderzoek kan worden ingesteld of ander beleid kan worden geformuleerd.
Bescherming van deelnemers
Senator Rinnooy Kan (D66) betoogde dat het Nederlandse pensioenstelsel in beginsel niet slecht is, maar nog zeker voor verbetering vatbaar. De senator vroeg in hoeverre het mogelijk is om pensioenregelingen die op zoek zijn naar schaalvoordelen in kosten en kwaliteit met terugwerkende kracht de mogelijkheid te geven om deel uit te maken van het APF. Ook vroeg hij waarom de staatssecretaris denkt dat de verplichtstelling van de regeling voor de bedrijfstakpensioenfondsen in lijn is met de strenge Europese solidariteitseisen. Rinnooy Kan uitte zorgen over de bescherming die wordt geboden aan individuele kringdeelnemers onderweg naar hun nieuwe pensioenomgeving. Er is immers een grote variëteit in governance mogelijk. Het verifiëren van de marktwaarde vraagt een zorgvuldigere analyse dan waar veel deelnemers in staat zijn. Rinnooy Kan vroeg de staatssecretaris om in samenspraak met de Europese Commissie de mogelijkheid te onderzoeken om het APF een generieke Btw-vrijstelling te gunnen, zoals in veel Europese landen het geval is.
Terugwerkende kracht
Senator Van de Ven (VVD) betreurde dat de staatssecretaris niet tegemoet is gekomen aan het verzoek van de VVD-fractie om door DNB terugwerkende kracht te laten verlenen bij een vergunningaanvraag voor een APF. De belangen van de (ex-) werknemer komen hierdoor volgens de senator niet in gevaar. Ook de wetsgeschiedenis verzet zich er niet tegen. De senator betoogde dat er uiteraard geen sprake mag zijn van een pensioenovereenkomst die niet steeds en volledig is ondergebracht bij een toegelaten pensioenuitvoerder. Hij vroeg de staatssecretaris om het verzoek van de VVD-fractie opnieuw in beraad te nemen.
Zekerheid versus vernieuwing
Senator Lintmeijer (GroenLinks) betoogde dat iedere wijziging van het pensioenstel een afweging moet worden gemaakt tussen zekerheid versus vernieuwing en het complexe stelsel van solidariteit tussen generaties. Lintmeijer achtte het een belangrijk signaal dat er in de huidige praktijk behoefte is aan consolidatie om de grondslag, het draagvlak en de effectiviteit van het beheer te verbeteren. Dit biedt bovendien een stabielere basis om sociale solidariteit in de pensioenregeling overeind te houden. De senator vroeg wel of de staatssecretaris kan aangeven in hoeverre de belangen van deelnemers geborgd zijn tegen al te veel vernieuwingsdrift in financiële instrumenten door het APF en of hij kan aangeven in hoeverre ongelijke btw-behandeling tot oneigenlijke concurrentie leidt. Ook vroeg Lintmeijer welke criteria worden gehanteerd bij de evaluatie van de vernieuwing van het pensioenstelsel.
Snel en zorgvuldig
Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) noemde dat zowel snelheid als zorgvuldigheid van groot belang zijn bij de invoering van het APF. De medezeggenschap van de deelnemers van een APF is volgens Klijnsma van groot belang en wordt onder andere geregeld door de sociale partners. Bij alle governance modellen is sprake van medezeggenschap van deelnemers. De staatssecretaris zegde toe aan senator Rinnooy-Kan dat zij nader zal onderzoeken in hoeverre de informatiepositie van individuele deelnemers goed geborgd kan worden. De staatssecretaris stelde ook dat er twee jaar na de inwerkintreding van deze wetsvoorstellen een tussenrapportage komt waarbij hier expliciet naar wordt gekeken.
Over de novelle merkte de staatssecretaris op dat er niet voor is gekozen om het amendement in stand te houden, omdat de verplichtstelling van ringfencing juridisch niet houdbaar is. Na de behandeling in de Tweede Kamer is ervoor gekozen om advies te vragen aan de Raad van State. Op basis van dit advies is besloten om het onderdeel te schrappen. Nu blijft de koppeling tussen verplichtstelling en solidariteit behouden.
Deel dit item: