Verslag van de vergadering van 8 april 2014 (2013/2014 nr. 26)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.23 uur
De heer Sörensen i (PVV):
Voorzitter. Dank voor het feit dat u me voor de tweede keer, zonder dat ik erom heb gevraagd en zonder dat ik mij heb ingeschreven, het woord geeft.
We hebben te maken met een heel bijzonder wetsvoorstel, omdat dit gemeentebesturen een bepaald instrument biedt. Een gemeentebestuur kan dat instrument gebruiken, maar ook naast zich neerleggen. Wij gaan er in de PVV-fractie gevoeglijk van uit dat, als een gemeentebestuur er gebruik van wil maken, daar een zorgvuldige planning aan vooraf is gegaan. Het verzoek om de Rotterdamwet toe te passen, moet zorgvuldig zijn overwogen. Dat geldt ook voor Rotterdam. Ik wijs er nogmaals op dat er in Rotterdam wat dat betreft vrijwel volledige politieke consensus bestaat. Het gaat niet over de politieke lijnen, ook niet over de twee grote politieke blokken, want die zijn het met elkaar eens. Er is wel degelijk een groot onderzoek uitgevoerd naar de problemen.
Mevrouw De Boer i (GroenLinks):
Ik heb de heer Sörensen heel vaak horen zeggen dat wij ons eigenlijk moeten neerleggen bij de consensus op dit gebied in Rotterdam. Ik maak daar bezwaar tegen. Wij hebben hier een eigenstandige verantwoordelijkheid om de inhoud van deze wet te beoordelen, ook de inbreuk die de wet maakt op de grondrechten. Ik wijs ook nog op het debat dat wij hier ooit hebben gevoerd over de deelgemeenten. De heer Sörensen was toen van mening dat gemeenten niet zelf konden beoordelen of ze die al of niet in stand wilden houden. Misschien kan de heer Sörensen vooral spreken over de inhoud van de wet en niet over het vooral afgaan op wat Rotterdam wat dit betreft vindt.
De heer Sörensen (PVV):
Volgens mij geeft de inhoud van de wet de mogelijkheid aan gemeentebesturen om dat wel of niet te vragen. Ik vind dat de gemeente Rotterdam dat in een heel breed kader doet. Ik denk dat ik binnen de kaders van dit debat blijf.
Het rapport van Deetman en Mans heeft duidelijk aangetoond dat er grote problemen zijn. Het zijn niet alleen grote problemen, het zijn ook vrij nieuwe problemen, zeker nu zich in deze wijken grote hoeveelheden MOE-landers willen vestigen. Deetman stelt ook heel duidelijk dat je de oplossingen niet zo maar vindt, maar pas op langere termijn. Een van die oplossingen betreft de Rotterdamwet. Daar zijn wij al acht jaar mee bezig. Mijn fractie zou graag zien dat wij daarmee door kunnen gaan, mede omdat Deetman heeft aangegeven dat pas op langere termijn conclusies kunnen worden getrokken.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister voor Wonen en Rijksdienst.