Plenair Frijters-Klijnen bij behandeling Wet maatschappelijke ondersteuning 2015



Verslag van de vergadering van 7 juli 2014 (2013/2014 nr. 37)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.36 uur


Mevrouw Frijters-Klijnen i (PVV):

Mevrouw de voorzitter. De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg, de AWBZ-begeleiding en de uitvoering van de Participatiewet wordt per 1 januari 2015 door Den Haag bij de gemeenten binnen gekieperd. Nooit eerder heeft ons land in één keer zo gigantisch veel verantwoordelijkheden verlegd zien worden, maar is het niet te veel ineens en gaat het niet te snel?

De Raad van State verwoordde het zo: "Gelet op eerdere ervaringen met decentralisaties, op de omvang van deze operatie, op de noodzaak nieuwe deskundigheid bij gemeenten op te bouwen en op het feit dat deze decentralisaties ook een inhoudelijke omslag in denken en doen impliceren, is het de vraag of dit realistisch is." En dat alleen omdat de regering haar bezuinigingsdoelstellingen zal en moet realiseren, van Brussel!

Tal van deskundigen hebben gewaarschuwd. Nieuwsuur liet drie van hen aan het woord op 21 mei jl. Hoogleraar organisatie ouderenzorg Robbert Huysman drong erop aan te beginnen met de opleiding van duizenden nieuwe thuiszorgmedewerkers en vervolgens, verspreid in het land, minstens 100.000 aangepaste woningen te realiseren alvorens en masse mensen de toegang tot verzorgings- of verpleeghuizen te weigeren. Hoogleraar geriatrie Sophie de Rooij was het daar geheel mee eens: "De snelheid waarmee een en ander wordt doorgevoerd zal funeste gevolgen hebben. We zullen erachter komen dat hulpbehoevenden thuis te weinig gezien worden, waardoor mensen in nood raken of erger, overlijden zonder dat iemand daar erg in heeft." Vandaag zag ik nog een bericht dat er in Amsterdam iemand een jaar thuis had gelegen terwijl hij overleden was. Verder zei zij: "Dus eerst voldoende wijkverpleegkundigen opleiden". Hoogleraar Flip de Kam zei: "Begin met minder tegelijk naar de gemeenten te doen. Kijk eerst goed wie wat kan en moet doen. Zet vooral minder op zijn kop in zo'n korte tijd". Alle drie zeggen ze dus: alles tegelijk in plaats van stap voor stap zet voor alle betrokkenen te veel op losse schroeven. Graag hoort onze fractie hoe de staatssecretaris hierover denkt.

Onze levensverwachting is sinds 1950 met negen jaar toegenomen. Vooral ten gevolge van de gezondheidszorg leven we niet alleen langer, maar ook gezonder. Tegelijkertijd groeiden de zorguitgaven niet alleen, ze groeiden ook steeds sneller. In de jaren zeventig van de vorige eeuw gaven we 7,5% van ons nationaal inkomen uit aan zorg. Rond de millenniumwisseling was dit 9% en in 2012 13%. In de periode 1980-2000 was er sprake van strakke budgettering van de zorguitgaven. Direct na de eeuwwisseling zag de overheid zich gedwongen tot een forse uitgavenverhoging om de maatschappelijke en politieke onrust over de lange wachtlijsten te beteugelen. Deze werden alom als een negatief neveneffect van de budgettering beschouwd. De jaarlijkse verhoging van het budget voor de diverse sectoren in de zorg had geen gelijke tred gehouden met de toegenomen vraag naar zorg. Fortuyn rekende de wachtlijsten tot de "puinhopen van Paars".

De Wmo is ons lief. Niet elke samenleving lukt het om zoiets bijzonders neer te zetten. Het is niet zo dat als je tegen de bezuinigingsplannen van het kabinet bent, je automatisch voor oplopende zorgkosten bent. Je moet de zaken alleen slim aanpakken en kijken waar er belastinggeld wordt verspild. Een voorbeeld: de overhead is gemiddeld 15% — misschien nog wel hoger — maar de JP van den Bent stichting werkt met een percentage van slechts 4,6 door iedere functie te wegen in de overhead. In de beantwoording tijdens het debat in de Tweede Kamer stelde de staatssecretaris dat wanneer de overhead van gemiddeld 13,2% naar 7% daalt, dat zo'n 1,8 miljard zou opleveren. Een ander voorbeeld: uitgaan van zelfsturende teams, zoals Buurtzorg Nederland, werkt kostenbesparend. Als we dit soort zaken voortvarend aanpakken dan hoeven we niet een heleboel kwetsbare mensen hun zorg af te nemen en verzorgingshuizen te sluiten. Dan kunnen velen hun baan behouden en kunnen wij veel ellende voorkomen. In plaats van de slaaf van Brussel zouden we dan de best practice voor Brussel kunnen zijn.

Onze fractie wil de zorg natuurlijk ook goedkoper maken, maar waar we niet aan meewerken is om dat te bewerkstelligen door zorg af te pakken of te schrappen. Dat is niet de juiste weg. Wat wel werkt, is de overbodigheid uit het systeem halen, zoals de megasalarissen, de regels, de overhead en de verspilling, en de systemen slimmer maken. Wij sluiten niet uit dat de weg die nu wordt ingeslagen, linea recta zal leiden tot een parlementaire enquête. Dit vanwege de stapeling van wetten, waarvan de reikwijdte onduidelijk is in de uitvoering en dit is er een van.

De zorg is handenwerk. Of het nu schoonmaakwerk is, huishoudelijke zorg, hulp bij het wassen, aankleden, tandenpoetsen: het is allemaal handenwerk. Die aanspraken worden geschrapt of versoberd, zorgverleners verliezen nu al massaal hun baan. De cijfers zijn schrikbarend te noemen. Tegelijkertijd vergrijst ons land in zeer hoog tempo, dus die hardwerkende en betrokken mensen hebben we binnenkort weer heel hard nodig. Maar nee, ze moeten om-, her- en bijgeschoold worden en naar andere sectoren. Compleet onzinnig natuurlijk en ook onnodig. Herstart de financiering van de verzorgingshuizen, dan hoef je die mensen niet om te scholen. We kunnen ze niet missen. Dan pas ben je op een slimme manier bezig met de arbeidsmarkt. Graag een reactie van de staatssecretaris.

De Wmo 2015 omvat meer dan de Wmo 2007, al kan de vraag worden gesteld of een nieuwe wet nu echt nodig is. Toen en nu wordt de nadruk gelegd op de eigen kracht van de burger en het is de bedoeling om eerst te kijken wat iemand zelf nog kan en pas daarna, als dat echt niet lukt, aan te kloppen bij de gemeente. Kerngedachte van de Wmo 2015 is dat gemeenten primair moeten uitgaan van de eigen kracht en zelfredzaamheid, en de bestaande mogelijkheden van cliënten. Subsidiair moeten deze mogelijkheden worden aangevuld met hulp van het sociale netwerk — mantelzorg — en pas in laatste instantie zal een beroep kunnen worden gedaan op de gemeentelijke overheid, die in aanvulling daarop haar burgers ondersteunt met algemene of maatwerkvoorzieningen.

Vraag is vooral wat de gemeente wel en niet gaat doen. De Verordening maatwerkvoorzieningen moet burgers duidelijkheid geven over inspanningen en rechtszekerheid die zij van hun gemeente mogen verwachten. Burgers in de ene gemeente krijgen mogelijk eerder, makkelijker en ruimhartiger een voorziening toegewezen dan burgers in een andere gemeente. De Raad voor de rechtspraak stelt in zijn advies over de nieuwe Wmo dat een dergelijk versnipperd beleid kan leiden tot rechtsongelijkheid en naar verwachting tot een toename van rechtszaken. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris. Is hij in dit kader ook voorstander van andere geschiloplossingen, zoals de inzet van een mediator of een second opinion?

Feitelijk zijn er twee juridische hobbels bij een aanvraag. Heeft iemand wel een maatwerkvoorziening nodig en, zo ja, wat is dan een "passende bijdrage"? Hoe gaat de staatssecretaris het begrip "passende bijdrage" handen en voeten geven, zodat inwoners in enige mate weten waar ze aan toe zijn?

Privacy is een fundamenteel recht dat in onze Grondwet is vastgelegd. Als een inbreuk op dit grondrecht noodzakelijk wordt gevonden, dan dient daar solide wetgeving voor te zijn. De wet wordt nu niet aangepast en dat betekent dat het wettelijk niet is toegestaan om gegevens te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze verzameld zijn (art. 9 Wbp), ook al zou het uitwisselen van gegevens over domeinen heen maar een uitzondering zijn. Een juridisch kader voor gegevensdeling ontbreekt dus, terwijl lokaal wordt geëxperimenteerd met de privacy van burgers. Dat is onacceptabel.

Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens (CBP), formuleerde het als volgt: "Kijk naar de decentralisatie van de taken op het gebied van zorg. Ontzettend veel informatie die bij de gespecialiseerde organisaties werd ondergebracht, wordt nu overgeheveld naar de gemeenten, ook bijzondere persoonsgegevens, zoals medische en sociale gegevens, zoals gezinnen met probleemkinderen. Bij die operatie is op geen enkele wijze aandacht besteed aan de bescherming van persoonsgegevens. Je loopt dus het risico dat ambtenaren een heleboel over je weten, terwijl niet duidelijk is hoe die gegevens worden gebruikt". Ik krijg hier graag een reactie van de staatssecretaris op.

Een groeiende groep ouderen wordt psychisch en lichamelijk mishandeld. Het aantal meldingen van ouderenmishandeling is het afgelopen jaar fors gestegen. In 2013 kwamen er ruim 1.700 meldingen binnen bij de Steunpunten Huiselijk Geweld. Dat is een stijging van 66% ten opzichte van 2012 en een verdubbeling van het aantal meldingen ten opzichte van 2010, en slechts het topje van de ijsberg, aldus Movisie. Jaarlijks zijn ruim 200.000 Nederlanders van 65 jaar en ouder het slachtoffer van mishandeling achter hun voordeur. Het Nationaal Ouderenfonds vreest een verergering van het aantal mishandelingen door de bezuinigingen in de zorg, want daardoor zijn steeds meer ouderen aangewezen op mantelzorg en juist familieleden en kennissen zijn vaak dader. De pleger is in die gevallen een mantelzorger die het niet meer aankan. Iemand bedoelt het goed maar het gedrag gaat langzaam richting een kritische grens en dat leidt soms tot drastische maatregelen. Ook kan er sprake zijn van financiële uitbuiting. Wat denkt de staatssecretaris hieraan te kunnen doen? Kunnen mantelzorgers bijvoorbeeld beter begeleid worden? Want laat ik duidelijk zijn: de 3,5 miljoen mantelzorgers zijn onmisbaar. Zij vormen samen met 25.000 vrijwilligers de informele zorg en geven ongeveer 80% van de zorg aan mensen thuis. Wij hebben hiervoor oprechte waardering!

De aanpak van verspilling, inefficiënt werken, overbetaald, vaak ondeskundig en niet-betrokken management en aanhoudende fraude bij zorginstanties, ook bij verpleeg- en verzorgingsinstellingen — het staat bijna dagelijks in de krant — heeft te weinig aandacht gekregen bij de grote veranderingen in de zorg. De overheid vindt het eenvoudiger om de zorg rigoureus te veranderen dan om de oorzaken van de dure zorg te bestrijden. En wie zijn de dupe? Vooral onze ouderen en de mensen die getroffen zijn door ziektes en alles wat daarmee samenhangt. De PVV blijft het voor ze opnemen, want de regering laat ze in de steek.