Verslag van de vergadering van 4 oktober 2016 (2016/2017 nr. 2)
Aanvang: 13.48 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens) (33509).
(Zie vergadering van 27 september 2016.)
De voorzitter:
Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom in de Eerste Kamer. Ik heb begrepen en zie dat mevrouw Bredenoord het woord wenst.
Ik geef het woord aan mevrouw Bredenoord.
Mevrouw Bredenoord i (D66):
Voorzitter. Ik wil graag het volgende verzoek bij u neerleggen. Mijn fractie wil graag dat er eerst over de moties wordt gestemd en daarna over het wetsvoorstel. Op de door mij ingediende moties heb ik verder nog enkele wijzigingen die ik graag even toelicht.
De voorzitter:
Gaat u uw gang. Dat betekent een derde termijn?
Mevrouw Bredenoord (D66):
Graag.
De voorzitter:
De Kamer moet instemmen met een derde termijn, maar ik had al begrepen dat zij dat doet. Ik leg het toch aan de Kamer voor. Is de Kamer akkoord met de derde termijn? Vooruit.
De beraadslaging wordt heropend.
Mevrouw Bredenoord i (D66):
Voorzitter. Mijn fractie brengt in overleg met de ondertekenaars graag een aantal kleine wijzingen aan aan de vorige week ingediende moties. In de motie op letter O verzoeken we de regering om dataprotectie by design verder uit te werken als het uitgangspunt voor de elektronische verwerking van medische gegevens. Aan het oordeel hebben we toegevoegd dat decentrale systemen de privacy van de patiënten het best waarborgen en dat er daarom expliciet ruimte moet blijven voor de ontwikkeling van deze decentrale systemen. In de motie op letter P vragen we om in overleg te treden met de Autoriteit Persoonsgegevens en het benodigde budget vrij te maken dat past bij de taakverzwaring die deze wet met zich brengt. Aan die motie zijn slechts enkele taalkundige wijzigingen toegevoegd.
De voorzitter:
De motie-Bredenoord c.s. (33509, letter P) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het toezicht op de elektronische uitwisseling van medische gegevens geïntensiveerd dient te worden om zo de veiligheid van digitale uitwisseling van dergelijke persoonsgegevens zo goed mogelijk te waarborgen;
van oordeel dat het toezicht door en het instrumentarium van de Autoriteit Persoonsgegevens dienen te worden geïntensiveerd om zo haar taakuitoefening te kunnen uitoefenen in relatie tot de ontwikkelingen op het terrein van digitalisering in de zorg;
verzoekt de regering, hierover in overleg te treden met de Autoriteit Persoonsgegevens, voorstellen te doen aan de Kamer voor intensivering van het toezicht op de veiligheid van digitale uitwisseling van gegevens en daarvoor budget vrij te maken, en de Kamer daarover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter Q, was letter P (33509).
De voorzitter:
De motie-Bredenoord c.s. (33509, letter O) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat bij de inrichting van een systeem voor de elektronische uitwisseling van medische gegevens de veiligheid daarbij voorop dient te staan;
overwegende dat bij elektronische uitwisseling van medische patiëntgegevens de privacy van de patiënt geborgd dient te worden;
van oordeel dat decentrale systemen de privacy van de patiënt het beste waarborgen;
constaterende dat de Europese databeschermingsverordening bij de verwerking van persoonsgegevens vraagt om dataprotectie-by-design;
verzoekt de regering, dataprotectie-by-design verder uit te werken als het uitgangspunt voor de elektronische verwerking van medische gegevens en de Kamer daarover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter R, was letter O (33509).
Mevrouw Teunissen i (PvdD):
Voorzitter. Het voorliggende wetsvoorstel heeft grote onrust veroorzaakt in kringen van zorgverleners, patiënten en privacybeschermers. Dat heb ik afgelopen week nog eens gezien. Ik heb veel gesproken met verschillende partijen in het veld. Daardoor ben ik er des te meer van overtuigd geraakt dat we als overheid een expliciete keuze moeten bieden aan wie niet voelt voor een gecentraliseerd systeem. Daarom dien ik graag een aanvullende motie in, bedoeld als steun in de rug voor de goede bedoelingen die het kabinet heeft uitgesproken en die D66 in haar moties wil bevorderen. Mijn fractie vindt dat er aanleiding is om een nadrukkelijke inspanningsverplichting te vragen met een vooraf geformuleerd resultaat, namelijk dat patiënten die niet in een centraal registratiesysteem willen, de mogelijkheid behouden dat hun gegevens op individuele basis uitgewisseld kunnen worden met alle waarborgen voor de privacy van dien.
De voorzitter:
Door de leden Teunissen, Don, Wezel, Kox, Koffeman, Ten Hoeve en Ganzevoort wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er afgelopen jaren vooral voortgang is gemaakt in de ontwikkeling van centrale systemen voor de uitwisseling van medische gegevens;
constaterende dat zorgverleners behoefte hebben aan het kunnen bieden van verbeterde toegang tot of inzage in patiëntgegevens aan andere zorgverleners ten behoeve van verantwoorde zorg;
overwegende dat zowel arts als patiënt erop moeten kunnen vertrouwen dat zij deze toegang op zo privacybeschermend mogelijke wijze kunnen realiseren;
overwegende dat de gecentraliseerde verwerking van gevoelige medische persoonsgegevens en privacybescherming op gespannen voet kunnen staan;
verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat toegang tot het medisch dossier niet alleen gecentraliseerd, maar ook decentraal via bij de arts vastgelegde toestemmingen en autorisaties mogelijk zal blijven en de ontwikkeling hiervan actief te stimuleren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter S (33509).
De voorzitter:
Wenst een van de andere leden in deze derde termijn het woord? De heer Bruijn.
De heer Bruijn i (VVD):
Voorzitter. Ik vraag aan de indieners of zij enig idee hebben van de kosten en de administratieve lasten hiervan, die dus weer bij de zorgverleners komen te liggen. Dan kunnen we dat meenemen in de overwegingen in mijn fractie.
De voorzitter:
Dat was een vraag aan mevrouw Teunissen?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoor natuurlijk graag nog het antwoord van de minister, maar bij mijn weten zijn die kosten al geborgd. De minister heeft namelijk aangegeven dat er nog steeds ruimte is voor die decentrale systemen. Deze motie roept alleen maar op om dat actief te stimuleren. Ik denk dat de minister ook ziet dat de mogelijkheid binnen het beleid wel bestaat, maar dat dit actiever gestimuleerd moet worden en dat het huidige beleid daartoe ook financieel de mogelijkheid biedt.
Mevrouw Nooren i (PvdA):
Wat bedoelt mevrouw Teunissen nu precies met individuele systemen? Volgens mij is het wetsvoorstel gericht op het stellen van voorwaarden aan het systeem en niet aan het stellen van eisen aan de manier waarop het systeem ingericht wordt. Dat is vorige week tijdens het debat herhaaldelijk aan de orde geweest. U hebt het over een ander systeem voor individuele uitwisseling. Kunt u dat toelichten?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Zeker. Er is nu sprake van een ontwikkeling naar een centraal systeem. Dat is meer top-down, terwijl er genoeg bottum-upsystemen worden ontwikkeld, zoals Whitebox Systems, waarbij de patiënt in relatie tot de individuele zorgverlener kan bepalen in hoeverre persoonlijke gegevens dienen te worden gedeeld.
Mevrouw Nooren (PvdA):
Zonder het debat over te doen ben ik benieuwd waar mevrouw Teunissen in het wetsvoorstel gevonden heeft dat dit vooral gericht is op centrale systemen? Ik heb dat niet kunnen vinden.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik denk dat we het debat dat we hebben gevoerd niet over moeten doen. Tijdens het debat werd duidelijk dat de strekking van de hele wet wel richting centralisatie gaat, althans naar de mening van een aantal partijen. Dat kan niet de mening van de PvdA zijn. Dat is mooi, maar veel partijen hebben dat aangegeven. Bovendien is deze wet gebaseerd op een wet die in 2011 door de Eerste Kamer is verworpen. Daarin was ook al heel veel sprake van centralisatie. Mijn fractie is niet van mening dat dat nu in deze wet is opgelost. Hij gaat nog steeds te veel richting centralisatie.
Minister Schippers i:
Voorzitter. In de gewijzigde motie-Bredenoord c.s. (33509, letter Q) wordt de regering verzocht om in overleg te treden met de Autoriteit Persoonsgegevens, voorstellen aan de Kamer te doen voor intensivering van het toezicht en daarvoor budget vrij te maken. Dat is een heel kleine wijziging. Ik had het oordeel al aan de Kamer gelaten, dus dat doe ik opnieuw.
Over de gewijzigde motie-Bredenoord (33509, letter R) had ik het oordeel aanvankelijk al aan de Kamer gelaten. Daar is het oordeel over gekomen dat decentrale systemen de privacy van de patiënt het beste waarborgen. Daar wordt verschillend over gedacht. Ik laat het oordeel aan de Kamer, vooral omdat die dataprotectie-by-design zeker uitgangspunt voor de elektronische gegevensuitwisseling is en zal zijn.
De motie-Teunissen c.s. (33509, letter S) is een nieuwe motie. In het eerste deel verzoekt zij de regering dat toestemmingen en autorisaties mogelijk zullen blijven als dat decentraal gebeurt. Dat is standaardbeleid, dus daar heb ik niks tegen. Het tweede deel verzoekt de regering om de ontwikkeling hiervan actief te stimuleren. Ik heb juist op uitdrukkelijk verzoek van deze Kamer bij een eerder wetsvoorstel aangegeven dat alle systemen ons even lief zijn en dat we geen voorkeur uitspreken voor een of ander systeem. Ik ben dus ook van mening dat we niet een systeem actief moeten stimuleren. Overigens kan het voorbeeld dat hier wordt gegeven, de Whitebox, in de huidige context al. Die wordt al ontwikkeld en die kan ook groeien. Dat laten wij dus aan de sector over. De overheid is daar neutraal in. Deze motie wil ik daarom ontraden.
De beraadslaging wordt gesloten.