Dit wetsvoorstel verlengt de werkingsduur van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (33573) met drie jaar tot 1 januari 2021.
Deze wet regelt de mogelijkheid om tijdens de komende verkiezingen te experimenteren met een nieuw model stembiljet voor kiezers buiten Nederland en met een centrale opzet van de stemopneming. Het nieuwe model stembiljet is er op gericht dat de kiezers die vanuit het buitenland deelnemen aan de verkiezingen, het stembiljet eerder kan worden toegezonden alsook van de elektronische weg gebruik kan worden gemaakt. Daarmee krijgen ze meer tijd hun stembiljet terug te sturen.
Centrale opzet van de stemopneming houdt in dat de officiële stemopneming plaatsvindt op één of enkele locaties binnen een gemeente. Hierdoor wordt het mogelijk de stemopneming uniform en efficiënt uit te voeren. De controleerbaarheid en de transparantie van de stemopneming worden bevorderd, omdat kiezers en politieke partijen beter zicht kunnen hebben op het verloop van de stemopneming.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 30 maart 2017 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 april 2017 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
15 december 2016titel
Wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wetschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.