Debat over maatregelen terrorismebestrijding



De Eerste Kamer heeft dinsdag 31 januari 2017 gedebatteerd met minister Blok (Veiligheid en Justitie) en minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) over drie wetsvoorstellen:  

Tijdens het debat diende senator Van Dijk (SGP) een motie in die de regering verzoekt om te onderzoeken of er alternatieven zijn  voor het verplichte ambtshalve beroep in de situatie dat de belanghebbende zelf geen beroep instelt (EK 34.356 (R2064), H). Minister Blok (Veiligheid en Justitie) ontraadde deze motie. Wel merkte de minister op dat bij de evaluatie na drie jaar kan worden bekeken of door dit ambtshalve beroep problemen zijn ontstaan. Op dinsdag 7 februari 2017 wordt over de wetsvoorstellen en de motie gestemd.

Toegevoegde waarde

Senator Van Bijsterveld (CDA) vroeg of er met er met eenvoudige middelen - zoals een goede registratie van binnenkomers, een reisverbod binnen Schengen of coördinatie bij opsporing van terrorismeverdachten - niet ook al veel kan worden gedaan om terrorisme te bestrijden. Van Bijsterveld betoogde dat de politie onvoldoende capaciteit heeft voor effectieve opsporing, ook zonder deze wetsvoorstellen. Zij vroeg of de minister verwacht dat deze wetsvoorstellen desondanks kunnen worden gehandhaafd. Ook vroeg de senator wat de minister verstaat onder het begrip 'terroristische activiteiten' en wanneer iemand geacht wordt dergelijke activiteiten te hebben ondersteund. Tot slot vroeg de senator wanneer bestuurlijke bevoegdheden zoals het verstrekken van subsidies, vergunningen of ontheffingen gelinkt kunnen worden aan terroristische activiteiten.  

Senator Van Rij (CDA) betoogde dat in het internationale recht is vastgelegd dat niemand stateloos kan worden. De minister kan dus alleen het Nederlanderschap intrekken bij personen met een dubbele nationaliteit. Van Rij legde twee casus voor en vroeg of het verschil maakt dat een Syrië-ganger gehuwd is en/of kinderen heeft en in hoeverre het meespeelt dat een Syrië-ganger tot inkeer is gekomen. Het intrekken van het Nederlanderschap is volgens de senator een zwaar maar noodzakelijk middel.

Boterzacht

Senator Markuszower (PVV) noemde de maatregelen "boterzacht". De senator achtte de wetsvoorstellen onvoldoende afschrikwekkend. Markuszower betoogde dat mensen die het islamitische geloof aanhangen zich doorgaans niet willen conformeren aan "westerse normen en waarden". Het kabinet doet volgens de senator onvoldoende om Nederlanders te beschermen tegen terrorisme. Hij vroeg naar een inventarisatie van terrorisme-maatregelen in andere (westerse) landen.       

Internationale veiligheid en fundamentele mensenrechten

Senator Schrijver (PvdA) stelde dat het recht op nationaliteit tot de meest fundamentele mensenrechten behoort. De senator vroeg of de kwalificatie 'in het belang van de nationale veiligheid' wel voldoende is om dit fundamentele recht te beperken. Dit is immers een zeer ruim begrip. Schrijver vroeg ook waarom er is gekozen om alleen te kijken naar gedragingen van personen. De senator vroeg hoe proportioneel en hoe noodzakelijk het ontnemen van het Nederlanderschap is. Als de nationaliteit wordt ontnomen is het immers zeer moeilijk om iemand nog te vervolgen. Het past Nederland niet om de problemen die in het buitenland worden veroorzaakt door Nederlanders af te schuiven op buitenlandse opsporingsdiensten, aldus de senator. Dit is niet in lijn met de internationale solidariteit en samenwerking die juist nodig is om terrorisme te bestrijden. Schrijver uitte ook zorgen over het intrekken van het Nederlanderschap bij minderjarigen.

Over de bestuurlijke maatregelen merkte de senator op dat ook hier moet worden aangetoond dat ze noodzakelijk en proportioneel zijn. Schrijver vroeg welke praktijkervaringen aan deze veronderstelling ten grondslag liggen. De senator vroeg hoe de minister kan voorkomen dat deze bestuurlijke maatregelen te lichtvaardig worden opgelegd of dat er een samenloop ontstaat van bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen.

Nationale veiligheid

Senator Van Dijk (SGP) merkte op dat de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen maar vijf jaar geldt en vroeg of een opgelegde maatregel in het vijfde jaar dan nog wel een afschrikwerkende werking heeft. Van Dijk vond het opmerkelijk dat het moet gaan om gevallen van 'nationale veiligheid'. Terroristische gedragen in bijvoorbeeld Frankrijk zijn immers ook bedreigend voor de Nederlandse veiligheid. Verder merkte de senator op dat andere landen er wel voor kiezen om het uitreisverbod ook binnen Schengen te laten gelden. Waarom is dit in Nederland dan niet mogelijk? En wat gebeurt er als iemand op basis van tweede (niet vervallen) paspoort toch wil doorreizen?

Senator Van Dijk stelde vast dat de minister zijn besluit tot het intrekken van het Nederlanderschap hoe dan ook bij de rechter moet verdedigen. Ook als de terrorist zelf geen beroep aantekent. Dit is volgens de senator een "juridisch walhalla": het summum van rechtsstatelijkheid. De senator acht het onwaarschijnlijk dat een minister dit daadwerkelijk zal doen.

Te breed begrip

Senator Engels (D66) sprak in zijn bijdrage ook namens de fractie van de OSF. De senator betoogde dat instrumenten voor terrorismebestrijding zorgvuldig en samenhangend moeten worden opgesteld. Er is geen ruimte voor symboolpolitiek. Dreigingsontwikkelingen zijn volgens de senator moeilijk voorspelbaar en de expertise veroudert snel. Engels maakt zich zorgen over de aanhoudende stroom wetsvoorstellen met uiteenlopende repressieve maatregelen. Delictsomschrijvingen worden steeds breder geformuleerd, voorlopige hechtenis is steeds vaker mogelijk, de inbreuk op de privacy is toegenomen en er zijn steeds meer bestuurlijke maatregen voor vrijheidsbeperking.

De senator vroeg wat de toegevoegde waarde is van de voorgestelde maatregelen ten opzichte van bestaande strafgronden uit het Wetboek van Strafrecht. De grondslag voor het intrekken van de Nederlandse nationaliteit is volgens de senator onvoldoende nauwkeurig geformuleerd. Hier zou een rechterlijke toetsing aan vooraf moeten gaan. Volgens Engels is het op zichzelf denkbaar dat er omwille van de nationale veiligheid een bestuurlijke maatregel wordt genomen als het strafrechtelijke traject (nog) niet kan worden gevolgd. De nationale veiligheid is volgens senator Engels echter niet altijd voldoende om te rechtvaardigen dat er een inbreuk wordt gemaakt op grondrechten. De senator vroeg wanneer er wordt vastgesteld dat iemand het oogmerk had om zich aan te sluiten bij een terroristische groepering.

Geen bijdrage aan nationale veiligheid

Senator Wezel (SP) betoogde dat de voorgestelde maatregelen niet bijdragen aan de nationale veiligheid. Ook na het afnemen van de nationaliteit en het paspoort kan een terrorist immers ons land binnendringen. Het opsporen van dergelijke personen wordt zelfs ernstig bemoeilijkt. Deradicaliseren is uitgesloten. Nederland schuift volgens Wezel het probleem hiermee af op andere landen. Volgens Wezel is de kans reëel dat terroristen op grond van het EVRM-beginsel family life  kan terugkomen in Nederland. De senator merkte op dat nog niemand in Nederland onherroepelijk is veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Het is dus nog maar de vraag of de veiligheidsketen wel voldoende in staat is om complexe terrorisme-onderzoeken te doen. Het ontnemen van het Nederlanderschap bij personen met een dubbele nationaliteit werkt volgens de senator bovendien stigmatiserend en discriminerend.

De senator betoogde dat Nederlanders met een enkele én een dubbele nationaliteit onder toezicht moeten worden gesteld als zij terroristische gedragingen vertonen. Vanuit een internationaal perspectief is het veiliger om samen te werken met landen als Turkije en Marokko. De voorgestelde bestuursrechtelijke maatregelen zijn volgens Wezel niet proportioneel.   

Openbare lijst

Senator Duthler (VVD) vroeg naar de openbare lijst van organisaties die betrokken zijn bij terroristische activiteiten: hoe komt een onterecht aangemerkte organisatie van deze lijst af? De senator vroeg ook of de rechter bij de beoordeling van het ontnemen van de Nederlandse nationaliteit van een persoon ook de rechtmatigheid toetst van het besluit om de organisatie op de lijst te plaatsen. Verder vroeg zij wat er gebeurt met jihadisten met een enkele nationaliteit. Op grond van het internationaal recht kan hun nationaliteit immers niet worden afgenomen.

Duthler vroeg ook hoe de verwevenheid van jihadisten met de onderwereld kan worden voorkomen, bijvoorbeeld waar het gaat om wapenlevering of mensensmokkel. In het huidige strafrecht is vastgelegd dat iemands nationaliteit van rechtswege komt te vervallen als hij of zij zich aansluit bij een vreemde krijgsdienst. Duthler vroeg of het niet logisch zou zijn om dit artikel ook voor niet-statelijke krijgsmachten te laten gelden zoals IS.

Senator Knip (VVD) betoogde dat de bestuursrechter waarschijnlijk zwaarder gewicht zal toekennen aan ambtsberichten "for your eyes only"  dan aan berichten van degene wiens nationaliteit wordt afgenomen. Knip vroeg of er de rechter dan niet onbewust de neiging heeft om deze ambtsberichten strenger te beoordelen in het voordeel van degene die beroep instelt. De senator vroeg ook waarom de wet na drie jaar wordt geëvalueerd als het na vijf jaar niet meer geldt. Volgens Knip verwacht niemand dat de terrorismedreiging over vijf jaar niet meer bestaat. Het zou dan ook logischer zijn om de horizonbepaling uit het wetsvoorstel te halen.  

Toegevoegde waarde

Senator Bikker (ChristenUnie) uitte in haar bijdrage bezwaar tegen het afnemen Nederlanderschap zonder voorafgaande strafrechtelijke veroordeling. In de huidige situatie is het zo dat iemands nationaliteit van rechtswege vervalt als hij of zij vrijwillig in buitenlandse krijgsdienst is getreden. Bikker vroeg waarom nu de bevoegdheid hiertoe bij de minister wordt neergelegd. Ook vroeg zij waarom de maatregel is uitgebreid met minderjarigen. Bikker vroeg hoe de minister weegt dat het afnemen van de Nederlandse nationaliteit iedere verdere poging tot deradicalisering uitsluit en de opsporing en berechting zeer bemoeilijkt. Zo is het nog maar de vraag of ouders van geradicaliseerde jongeren voortaan nog aangifte zullen doen. Verder vroeg de senator naar de meerwaarde van de voorgestelde bestuurlijke maatregelen. Hoe wordt er bijvoorbeeld opgetreden als iemand met het paspoort van zijn andere nationaliteit reist?       

Rechtstatelijke waarden en politieke wensen

Senator Strik (GroenLinks) stelde dat het aftreden van minister Van der Steur wellicht verband houdt met de grondslag voor deze drie wetsvoorstellen. Uit analyses van het ministerie van Veiligheid en Justitie blijkt volgens Strik dat dejuridisering van de ambtelijke leiding en een obsessie met law and order ertoe hebben geleid dat rechtstatelijke waarden het steeds vaker afleggen tegen politieke wensen. Als Nederland haar fundamentele rechten en waarden prijsgeeft, bereiken terroristen hun oogmerk.

Het intrekken van het Nederlanderschap zonder een onherroepelijke veroordeling gaat volgens Strik veel te ver. Het opleggen van voorlopige hechtenis is al voldoende. Ook de omschrijving van de gedragingen is volgens de senator uitermate vaag. De AMvB met bijbehorende criteria is nog niet gereed en er is niet voorzien in overgangsrecht. Volgens de senator wordt er onterecht verschil gemaakt tussen mensen met een enkele en mensen een dubbele nationaliteit. Volgens de jurisprudentie van het EHRM is niet de bedoeling maar het effect van een maatregel bepalend bij de vraag of iets discriminerend is. Strik vroeg onder meer of het uitmaakt of iemand met een dubbele nationaliteit ook een effectieve band heeft met het tweede thuisland. Door dergelijke gevoelige wetgeving niet met checks and balances te omkleden zal het volgens de senator leiden tot nog meer maatschappelijke onrust, polarisatie en wantrouwen.

Erger voorkomen

Minister Blok (Veiligheid en Justitie) betoogde dat een uitreisverbod het bijvoorbeeld mogelijk maakt om iemand die veel contact heeft met een veroordeelde terrorist in het land te houden. Als de politie een dreigende situatie vroeg op het spoor heeft en erger wil voorkomen dan zijn dergelijke bestuurlijke maatregelen nodig. Het gaat volgens de minister om zorgelijke gevallen, waarbij er nog onvoldoende bewijs is voor strafrechtelijke vervolging. Deze maatregelen mogen niet lichtvaardig worden toegepast, maar er moet wel enige ruimte zijn voor de minister om de maatregelen op te leggen. Om die reden is de norm niet al te nauw geformuleerd. Mocht de minister te veel ruimte hebben gepakt, dan zal dat blijken uit de rechterlijke toetsing achteraf.

Over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het uitreisverbod naar het Schengengebied merkte de minister op dat illegaal doorreizen door het gebrek aan grenscontroles altijd mogelijk zal blijven. Dat betekent niet dat het vrij reizen binnen het Schengengebied het gevaar van terrorisme groter maakt. Schengen maakt het juist mogelijk dat opsporingsdiensten beter samenwerken.  

Volgens de minister kunnen naast jihadisme ook andere vormen van internationaal terrorisme met deze maatregelen worden bestreden. Over de verwevenheid van de onderwereld en jihadisten merkte de minister op dat dit de nadrukkelijke aandacht heeft van het kabinet. De minister zegde toe om een overzicht te sturen aan de Eerste Kamer van maatregelen die omringende landen nemen om terrorisme te bestrijden.

Het intrekken van de Nederlandse nationaliteit is volgens de minister nodig om te voorkomen dat jihadisten die in het buitenland hebben gewerkt voor een terroristische organisatie terugkomen naar Nederland. Dergelijke personen vormen immers een gevaar voor de nationale veiligheid. De wens om hen te vervolgen blijft ook na het ontnemen van de Nederlandse nationaliteit bestaan. Uit de gedragingen van een persoon moet blijken of hij de intentie had om zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie. Ook ondersteunende activiteiten vallen hieronder. De informatie van de veiligheidsdiensten zal daar een belangrijke rol bij spelen.

De minister zegde toe om het toetsingskader voor het ontnemen van het Nederlanderschap in een brief aan de Kamer toe te lichten. Hierin zullen ook de proportionaliteit van het middel en de gevolgen voor de mogelijkheid tot opsporing worden meegenomen. 


Deel dit item: