Dit wetsvoorstel verbetert de uitvoerings- en opsporingspraktijk van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en de Wet op de economische delicten (WED). Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de door de regering toegezegde maatregelen ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (TK 29911, 83). Het gaat om specifieke strafvorderlijke voorzieningen waaraan in de praktijk behoefte bestaat.
Met dit voorstel:
-
-wordt het afwegingskader op grond waarvan de informatievoorziening over de toepassing van bijzondere opsporingsbevoegdheden verduidelijkt;
-
-komt er een regeling om burgers en particuliere instanties te betrekken bij maatregelen ter afscherming van de identiteit van bedreigde getuigen;
-
-krijgen opsporingsambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten (BOD’en) de bevoegdheid om uitvoering te geven aan een bevel tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie.
-
-krijgen opsporingsambtenaren van BOD’en de Koninklijke Marechaussee zelfstandig de bevoegdheid om infiltratie en stelselmatig informatie in te winnen.
-
-wordt de (relatieve) competentie geregeld van de officieren van justitie van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, en
-
-wordt een aantal technische wijzigingen aangebracht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 16 november 2017 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 december 2017 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
15 mei 2017titel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden en tot regeling van enkele bijzondere procedures van strafvorderlijke aard en aanverwante onderwerpen met het oog op een doeltreffende uitvoeringspraktijkschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
14