De Eerste Kamer heeft op dinsdag 23 mei 2017 gedebatteerd met minister-president Rutte en minister Koenders van Buitenlandse Zaken over het Associatieakkoord tussen de Europese Unie en Oekraïne. Het wetsvoorstel voor de goedkeuring van dit associatieakkoord is in 2015 door beide Kamers der Staten-Generaal aanvaard. In april 2016 werd een nationaal raadgevend referendum gehouden over het associatieakkoord, waarbij de meerderheid van de opgekomen kiezers tegen het associatieakkoord stemde.
Het kabinet heeft vervolgens bewerkstelligd dat er in de Europese Raad door de regeringsleiders van de EU een uitspraak werd gedaan over de interpretatie van het associatieakkoord. Met die verklaring wil het kabinet tegemoet komen aan de negatieve uitslag van het raadgevend referendum.
Het debat in de Eerste Kamer spitste zich toe op de vraag of de verklaring die de regeringsleiders in de Europese Raad hebben afgegeven voldoende tegemoet komt aan de uitslag van het raadgevend referendum. Ook werden er in het debat vragen gesteld over de juridische houdbaarheid van dit politieke besluit. Verder kwam aan de orde wat de gevolgen zouden zijn van de verwerping van het associatieakkoord voor Oekraïne en haar verhouding met de EU en Rusland.
Op dinsdag 30 mei 2017 wordt over het wetsvoorstel gestemd.
Bom onder internationale afspraken
Senator Knapen (CDA) gaf in het debat aan dat de uitslag van het raadgevend referendum bij velen hoofdbrekens heeft opgeleverd. Niet alle partijen hebben voldoende rekening gehouden met de gevolgen van het instellen van een raadgevend referendum. Zo bleek het verzamelen van 300.000 handtekeningen makkelijker dan gedacht.
De senator merkte op dat de juridische verklaring van de regeringsleiders niets afdoet aan de tekst van het associatieakkoord. Het is volgens Knapen dan ook alleen het associatieakkoord dat nu moet worden beoordeeld. Voor Oekraïne is het associatieakkoord een symbool van een keuze voor het Westen. De precieze gevolgen van het verwerpen van het associatieakkoord voor de situatie in Oekraïne zijn volgens Knapen niet duidelijk. Wel is duidelijk dat Nederland haar betrouwbare reputatie bij haar bondgenoten met deze kwestie op het spel zet. Bovendien zet een verwerping van het associatieakkoord de stabiliteit aan de oostgrens van Europa op het spel.
De situatie in Oekraïne is volgens senator Knapen nog steeds zorgelijk. Het land heeft trekjes van een fragiele staat. De acties die de EU, NAVO en IMF tot nu toe hebben ondernomen om de rechtsstaat te bevorderen, lijken volgens Knapen slechts een lappendeken. Hij vroeg in hoeverre het associatieakkoord hier iets aan gaat toevoegen.
Volgens senator Knapen ondermijnt het raadgevend referendum het politieke compromis en legt het een bom onder internationale afspraken. Referenda frustreren de kiezer meer dan dat ze haar engageren. De senator merkte op dat zijn fractie zich realiseert dat de uitslag van het referendum slechts raadgevend is, maar dat er tegelijkertijd niet zomaar aan de wens van 2,5 miljoen Nederlanders voorbij mag worden gaan. Om die reden heeft de CDA-fractie in de Tweede Kamer gezegd dat het oordeel kiezer gevolgd moet worden. In de Eerste Kamer wordt volgens senator Knapen echter een aparte afweging gemaakt. Hij gaf aan dat naar verwachting een ruime meerderheid van zijn fractie het wetsvoorstel steunt.
Tegemoet komen aan zorgen
Senator Schaper (D66) betoogde dat het associatieakkoord gericht is op het versterken van democratie en rechtsstaat in Oekraïne. Dit zijn hoekstenen van het Nederlandse buitenlandse beleid. Daarnaast maakt de overeenkomst nauwere betrekkingen op economisch gebied mogelijk. Ook dat is voor Nederland als handelsland van belang. De uitslag van het raadgevend referendum was echter negatief en dwong volgens de senator tot bezinning. Schaper gaf aan dat zijn fractie ernstige kritiek heeft op de traagheid en lange duur van het proces. Het kabinet heeft te lang een passieve houding aangenomen.
Door het besluit van de Europese Raad wordt gelukkig wel tegemoet gekomen aan de grootste zorgen zoals die in het Nederlandse referendum-debat bleken te bestaan. Dit besluit is bindend voor de EU-lidstaten. Ook is duidelijk geworden dat Oekraïne zich gebonden acht. Het gaat er in deze kwestie volgens Schaper niet om dat Oekraïne een keuze moet maken tussen Moskou en Brussel. Het gaat er om dat Oekraïne als onafhankelijk land een eigen keus moet kunnen maken over zijn internationale positie en oriëntatie. Als Oekraïne vervolgens de wens uit om lid te worden van de EU betekent dat volgens Schaper niet dat de EU daar akkoord mee hoeft te gaan. Schaper vroeg waarom de minister-president heeft aangegeven dat hij zich hoe dan ook zal verzetten tegen een EU-lidmaatschap van Oekraïne. Het land heeft als bufferzone tussen de EU en Rusland immers een ongemakkelijke positie. De gevolgen van het associatieakkoord voor de verhouding met Rusland mogen volgens Schaper niet worden onderschat.
Juridische vragen
Senator Schrijver (PvdA) maakte in het debat de kanttekening dat bij het referendum door de lage opkomst van slechts 32 procent de meerderheid van de tegenstemmers slechts ongeveer 20 procent van de stemgerechtigden vertegenwoordigde. Desalniettemin heeft daarop de regering de zorgen die hebben geleid tot afwijzing van het verdrag zo goed mogelijk geprobeerd te adresseren op Europees niveau. Senator Schrijver sprak zijn steun uit voor de oplossing die de regering heeft gevonden, maar stelde wel een aantal vragen over de juridische houdbaarheid van het politieke besluit. Zo vroeg hij waarom er is gekozen voor een besluit van staatshoofden en regeringsleiders en niet ook voor een besluit van de Europese Raad als geheel. Dit zou juridisch meer gewicht in de schaal leggen bij een eventuele procedure bij het Hof van Justitie van de EU. Over de vraag of Oekraïne juridisch gebonden is aan het politieke besluit van de EU-regeringsleiders merkte de senator op dat de persverklaring van President Poroshenko van december 2016 door het Hof van Justitie serieus zal worden genomen. Ook in eerdere gevallen heeft het Hof persverklaringen van bewindspersonen meegenomen in haar beslissing.
De senator vroeg waarom het kabinet de juridische verklaring beschouwt als een 'gezaghebbend instrument met internationaalrechtelijk gewicht'. Ook gaf hij aan dat zijn fractie nog niet begrijpt wat de aanvullende waarde - juridisch, politiek of anderszins - is van de nationale verklaring die Nederland nog naast het besluit van de EU-lidstaten en de Poroshenko-verklaring wil gaan deponeren. De tekst van deze verklaring is nog niet bekend. Tot slot merkte senator Schrijver op dat het belang van de vragen over deze voornamelijk juridische kwesties verbleekt bij het grote belang van inwerkingtreding van het verdrag voor Oekraïne en de stabiliteit van Europa. De in de referendumwet opgenomen "verplichte heroverweging" is volgens de senator uitgebreid nagekomen. Het goedkeuren van het associatieakkoord is volgens Schrijver van groot belang voor het bevorderen van democratie en rechtsstaat in Oekraïne.
Potentiële agrarische grootmacht
Senator Schaap (VVD) gaf aan dat zijn fractie geen voorstander was (en is) van het raadgevend referendum. Hiermee wordt immers een uiterst ingewikkeld vraagstuk teruggebracht tot een simpel ja of nee. Het is volgens de senator bovendien niet duidelijk hoe het 'nee' tegen het associatieakkoord geïnterpreteerd moet worden. Ook stelde Schaap dat het niet duidelijk is waarom politieke partijen zich gebonden voelen door een referendum dat raadgevend bedoeld is.
De senator merkte op dat zijn fractie waardeert dat in een politiek besluit is vastgelegd hoe het associatieakkoord moet worden geïnterpreteerd. Het communistisch verleden heeft Oekraïne totaal ontwricht. Desalniettemin is er een sterke wil om te hervormen. Dit is een zaak van lange adem en Oekraïne moet daar volgens senator Schaap in gesteund worden. Wie dit land de rug toe keert, speelt immers Rusland in de kaart. Oekraïne kan volgens de senator bovendien uitgroeien tot agrarische grootmacht. Dit is voor Nederland van groot belang. Schaap vroeg tot slot welke activiteiten het kabinet onderneemt om goede verhoudingen met Oekraïne te onderhouden en of het kabinet bereid is om particuliere initiatieven hiertoe te ondersteunen.
Verdeeld huis
Senator Van Dijk (SGP) betoogde dat het niet verstandig is om Oekraïne in militair opzicht in het westerse kamp te trekken of lid te maken van de EU. Daarmee wordt Rusland onnodig geprovoceerd. Dit is niet in het belang van de EU of van Oekraïne zelf. Oekraïne is volgens de senator een verdeeld huis: een deel oriënteert zich sterk op het Westen, een ander deel oriënteert zich op Rusland.
Het raadgevend referendum heeft volgens senator Van Dijk de politiek zeker niet dichter bij de burger gebracht. Hij vroeg de minister-president dan ook om zo snel mogelijk met een intrekkingswet te komen. Volgens Van Dijk staat buiten kijf dat het gehouden referendum het parlement niet ontslaat van de constitutionele verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit.
Het zou volgens de senator inconstitutioneel zijn om het referendum feitelijk te behandelen als een bindend referendum.
De senator gaf aan dat zijn fractie het sluiten van de associatieovereenkomst met Oekraïne kan billijken juist als alternatief voor een EU-lidmaatschap. Wel vroeg hij of de minister wil aanduiden hoe hij het verdrag concreet kan benutten om de positie van Joodse, christelijke en andere religieuze minderheden te verbeteren. Ook vroeg Van Dijk of het negeren van de 'nee-stem' het draagvlak voor Europese samenwerking niet juist ondermijnt. Van Dijk merkte daarbij op dat elkaar opvolgende kabinetten steeds weer hebben ingestemd met het overdragen van nationale bevoegdheden. Dit heeft de breed verspreide scepsis over de EU gevoed.
Steunen in ontwikkeling
Senator Kuiper (ChristenUnie) betoogde dat het referendum de vrees heeft gevoed dat de EU bezig zou zijn met verdere uitbreiding naar het Zuidoosten. Het associatieakkoord is volgens Kuiper echter bedoeld om Oekraïne te ondersteunen in de ontwikkeling die zij zelf wil doormaken. Dat is en blijft volgens de senator een belangrijke overweging.
Kuiper stelde dat de kiezers om verschillende redenen hebben deelgenomen aan het raadgevend referendum. Een internationaal verdrag zou volgens de senator eigenlijk geen onderwerp moeten kunnen zijn van een referendum. De senator stelde dat het kabinet de belangrijke redenen voor de nee-stem heeft geadresseerd in het politieke verklaring van de leden van de Europese Raad. Verder betoogde de senator dat politici moeten blijven communiceren dat het raadgevend níet bindend is en dat functie van de representatieve democratie in tact moet blijven. De eindafweging blijft volgens Kuiper hoe dan ook bij het parlement. Tot slot vroeg de senator naar het voorlopige toepassing van het associatieakkoord.
Notulen
Senator Faber-Van de Klashorst (PVV) betoogde dat het 'besluit' van de leden van de Europese Raad alleen is vastgelegd in de notulen van de vergadering. Dit wijzigt volgens de senator niets aan de inhoud van het akkoord en vormt evenmin een voorbehoud. Het associatieakkoord is weliswaar niet bedoeld als voorportaal van lidmaatschap van de EU, maar effent wel de weg. De aanvraag voor lidmaatschap zal volgens senator Faber-van de Klashorst snel volgen. Nu het Verenigd Koninkrijk zal uittreden uit de EU, zal het associatieakkoord volgens de senator aangepast moeten worden. Dat betekent dat Nederland dit verdrag opnieuw moet ratificeren. Senator Faber-van de Klashorst vroeg voor welke EU-verdragen dit nog meer geldt. De politieke verklaring in de notulen van de Europese Raad komt volgens de senator niet tegemoet aan de wensen en belangen van het Nederlandse volk en parlement.
Recht doen aan de parlementaire democratie
Senator Strik (GroenLinks) merkte op dat de standpunten in de Eerste Kamer over het associatieakkoord met Oekraïne in beginsel gelijk zijn gebleven. Het gaat in dit debat om de vraag hoe er om worden gegaan met de uitslag van het referendum. Een raadgevend referendum behandelen als een correctief referendum, doet volgens de senator geen recht aan de parlementaire democratie. Binnen de Nederlandse parlementaire democratie wordt volgens de senator ook de stem van minderheden gehoord. De meerderheid bepaalt, zou volgens Strik dan ook een versimpeling zijn van dat belangrijke principe.
Strik acht het bovendien niet logisch dat een meerderheid van de Nederlanders die is gaan stemmen bepalend kan zijn voor de gehele bevolking van de Europese Unie en van de Oekraïne. Dat neemt niet weg dat het referendum een zwaarwegend advies van de kiezers is. Door het laten sneuvelen van het verdrag wordt echter niet tegemoet gekomen aan de bezwaren die er leven. De senator bepleitte dat andere vormen van directe democratie worden onderzocht, bijvoorbeeld door de staatscommissie parlementair stelsel.
Over de verklaring van de regeringsleiders merkte de senator dat het niet duidelijk is of Oekraïne of de EU hier aan gebonden is. Zij vroeg ook naar de waarde van de aanvullende verklaring door Nederland over militaire samenwerking. Strik bepleitte dat er hoe dan ook harde, meetbare afspraken met Oekraïne worden gemaakt over terugdringing van corruptie.
Hoop op Europa
Senator Ten Hoeve (OSF) stelde in het debat dat het associatieakkoord belangrijk is voor zowel Europa als de Oekraïense bevolking. Het Verdrag zal volgens Ten Hoeve moeten en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de Oekraïense economie en rechtsstaat. De hoop op Europa die bij de Oekraïense bevolking leeft, schept voor de EU verplichtingen. Dat de revolutie van 2013 - en in het bijzonder de rol van Europese politici daarin - de Russen in het verkeerde keelgat is geschoten, hoeft volgens de senator niet te verbazen. Dat praat niet goed wat er sindsdien gebeurd is, maar zou wel tot enige bereidheid moeten leiden van de Oekraïense regering en parlement tot concessies aan het oosten. Volgens Ten Hoeve lijkt het erop dat de nationalistische stemming bij volk en parlement en regering dat niet makkelijk maakt. Hij pleitte ervoor dat het Associatieakkoord in werking wordt gesteld en dat de moeizame verhouding tussen Oekraïne en Rusland wordt verbeterd.
Maatgevende uitspraak van de kiezers
Senator Van Apeldoorn (SP) merkte in het debat op dat de Eerste Kamer zich al in 2014 realiseerde dat de uitslag van een raadgevend referendum weliswaar niet dwingend is, maar in de praktijk door velen zou worden gezien als een maatgevende uitspraak van de kiezers. Het is weliswaar niet dwingend, maar wel dringend. De 'juridisch bindende verklaring' die door het kabinet is opgesteld, biedt hiervoor volgens Van Apeldoorn onvoldoende soelaas. Oekraïne is hier immers niet aan gebonden. Oekraïne is en blijft volledig gerechtigd het EU-lidmaatschap aan te vragen.
De verklaring maakt volgens Van Apeldoorn alleen duidelijk wat er níet in het associatieakkoord staat. Op één punt wijkt het duidelijk af: de bestrijding van corruptie is in het akkoord slechts één van de vele aandachtspunten, maar is in de verklaring een kernpunt geworden. Van Apeldoorn gaf aan dat hij onvoldoende overtuigd is dat hier in de praktijk iets aan wordt gedaan. Volgens de senator wordt de juridische verklaring door andere lidstaten als onbelangrijke bijlage beschouwd en heeft het nergens tot enige serieuze parlementaire discussie geleid.
Senator Van Apeldoorn betoogde dat het om het meest verregaande associatieakkoord ooit gaat en dat Nederland noch Oekraïne noch de Europese Unie op dit moment toe zijn aan het aangaan van zulke intensieve betrekkingen. De centrale vraag in het debat is volgens de senator echter of een per raadgevend referendum nadrukkelijk door de bevolking afgewezen verdrag door regering en parlement alsnog in werking moet worden gesteld. Het antwoord hierop is volgens senator Van Apeldoorn: nee.
Mensen- en dierenrechten
Senator Koffeman (PvdD) gaf aan dat de overweldigende meerderheid van de Nederlandse kiezers niet geassocieerd wil worden met Oekraïne. Dit wordt gezien als het meest corrupte land van Europa. Als het Nederlandse kabinet de uitslag van het referendum aan haar laars lapt, zal de Nederlandse kiezer zich volgens de senator bedrogen voelen. Koffeman vroeg of het kabinet onderzocht heeft waarom er in Nederland tegen het associatieakkoord is gestemd.
Het akkoord draait volgens de senator voornamelijk om het bevorderen van handel. Het waarborgen van mensen- en dierenrechten is daarbij van ondergeschikt belang. Zo wordt er volgens Koffeman bijvoorbeeld niets gedaan tegen kinderarbeid en grootschalig dierenleed in Oekraïne. Hij noemde hiertoe onder meer de productie van foie gras. Op het gebied van dierenwelzijn in Oekraïne is er naar verwachting niet veel winst te behalen. Volgens de senator had het kabinet na het referendum geen andere keuze dan het intrekken van de goedkeuring van het akkoord. Als dat niet gebeurt, zal het vertrouwen van de burger in de politiek nog verder afnemen.
Recht doen aan referendum
Minister-president Rutte betoogde dat het kabinet gezocht heeft naar een oplossing die recht doet aan zowel de uitslag van het referendum als het belang van Europese eenheid richting Rusland.
Rutte gaf aan dat de Europese Raad als orgaan geen partij is bij het associatieakkoord. Daarom heeft de Raad de verklaring niet ondertekend. De Raad heeft de verklaring wel omarmd. Ook de Europese Commissie heeft volgens Rutte gezegd dat de oplossing haar bevalt. Deze oplossing stelt de Unie in staat om haar afspraken met partnerstaten na te komen. De Nederlandse regering heeft zoveel mogelijk gecommuniceerd met Oekraïne over de verklaring van de regeringsleiders. De President van Oekraïne heeft in een persverklaring aangegeven dat het land zich hieraan gebonden acht. Oekraïne is volgens de minister-president echter niet bevoegd om deze verklaring te ondertekenen. De reden hiervoor is dat de verklaring alleen ziet op de verplichtingen en bedoelingen van de EU bij het akkoord. Zo is er bijvoorbeeld in de verklaring opgenomen dat het associatieakkoord geen opmaat is naar het toetreden van Oekraïne tot de EU. Daar gaan alleen de EU-lidstaten zelf over. Deze vaststelling is volgens Rutte van groot belang. De uitspraken van President Poroshenko staan daar los van.
Het kabinet heeft naar aanleiding van het referendum de goedkeuring van het associatieakkoord heroverwogen. In de verklaring van de regeringsleiders van de Europese Raad zijn volgens Rutte de belangrijkste zorgen van het Nederlandse publiek geadresseerd. De Nederlandse verklaring over militaire samenwerking is volgens de minister-president belangrijk om te voorkomen dat Nederland in de toekomst gedwongen wordt om daar aan mee te doen. Ook dat was een belangrijke zorg die leefde onder de Nederlandse kiezers bij het referendum.
Tot slot stelde de minister-president dat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk geen gevolgen heeft voor het associatieakkoord.
De buren van je buren
Minister van Buitenlandse Zaken Koenders gaf in het debat aan dat Rusland de toenadering van Oekraïne tot de Europese Unie altijd heeft gedwarsboomd. Ook drie jaar na de annexatie van de Krim duurt de inmenging van Rusland in Oekraïne nog altijd voort. Daarmee bedreigt Rusland ook de Nederlandse veiligheid. Koenders: "Als iemand bij de buren van je buren binnenvalt, kun je je daar niet aan onttrekken." De geopolitieke verhoudingen moeten volgens Koenders worden meegenomen in de afweging of er een associatieakkoord met Oekraïne moet worden gesloten.
In de verklaring van regeringsleiders binnen de Europese Raad is vastgelegd hoe het associatieakkoord moeten worden geïnterpreteerd. Het akkoord is bedoeld om de democratie en rechtsstaat in Oekraïne te versterken en corruptie te bestrijden. Om de vinger aan de pols te houden op dat gebied wordt er een monitoringsmechanisme ingesteld. Als Oekraïne haar verplichtingen ten aanzien van corruptiebestrijding niet nakomt, zullen er volgens de minister maatregelen worden getroffen.
Verder biedt het akkoord volgens Koenders kansen voor bedrijven over en weer. Van groot belang is dat de commerciële standaarden van EU-landen ook gaan gelden voor Oekraïne. Zo moet Oekraïne bijvoorbeeld op het gebied van dierenwelzijn 800 verordeningen overnemen. Ook voor het aanpakken van kinderarbeid biedt dit akkoord volgens de minister meer mogelijkheden dan er nu zijn.
Tot slot betoogde de minister dat de ervaringen met het associatieakkoord met Oekraïne meegenomen moeten worden in de evaluatie van het raadgevend referendum als democratisch instrument. Het kabinet heeft de uitkomst van dit referendum volgens de minister zeer serieus genomen.
Zie ook:
Deel dit item: