Verslag van de vergadering van 30 mei 2017 (2016/2017 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.54 uur
Mevrouw Stienen i (D66):
Mevrouw de voorzitter. Ook namens de fractie van D66 hartelijk dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen en complimenten aan de enorme delegatie ambtenaren die hard heeft gewerkt aan dit enorm omvangrijke traject. Er is nog veel werk te doen; daar hebben we het ook uitgebreid over gehad.
Ik dank de minister ook voor het opnemen van de motiveringsplicht, waarbij de overheid moet aangeven hoe zij is omgegaan met inspraak en participatietrajecten. Dat is in elk geval een eerste stap in de erkenning van het belang van participatie zoals wij die zien.
Daarnaast zijn wij erkentelijk voor het belang dat de minister hecht aan de toegankelijkheid van informatie voor mindergeletterden. Wij hopen dat de minister naast de inspiratiegids ook wil kijken naar de eigen website van het ministerie, de website Aan de slag met de Omgevingswet en andere communicatie van het ministerie, en dat zij daarbij waar nodig hulp van derden wil inroepen.
De D66-fractie is ook blij met de toezegging van de minister dat zij afspraken gaat maken met decentrale overheden over programma's voor regionale aspecten van grensoverschrijdende kwesties. Ik heb nog enkele vragen ter verduidelijking. Er is door collega Meijer al uitgebreid gesproken over de uitgebreide procedure. Wij vragen ons ook af waarom de minister de gemeenten eigenlijk geen vertrouwen lijkt te willen geven om zelf op een verantwoordelijke manier de keuze voor de uitgebreide voorbereidingsprocedure te maken. Vandaar dat wij de motie van de SP hierover ondersteunen.
Ook volgens de fractie van D66 zijn de richtlijnen van het Aarhusverdrag rondom minimumeisen voor participatie wel heel zuinig uitgelegd door de minister. Wij vinden dat de richtlijnen van dit verdrag over de hele linie van participatie leidend moeten zijn. Vandaar de ondersteuning van de motie van collega Meijer van de SP.
Daarnaast vindt de fractie van D66 dat de regering echt meer ambitie zou kunnen tonen in de voorliggende AMvB's als het gaat om het garanderen van schone lucht voor alle Nederlanders. Ik zou de regering daarom willen aansporen om inderdaad de regierol op zich te nemen, ook als het gaat om streefwaarden met concentraties die veilig zijn voor de gezondheid. Voor de goede orde: mijn fractie ziet deze discussie rondom de streefwaarden juist als onderdeel van de discussie over de stelselherziening, omdat die gaat over de verdeling tussen bestuurslagen en over de vraag wie het ambitieniveau aangeeft en daarmee handvaten aanreikt. Het is in onze ogen de rijksoverheid die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. Daarom dienen wij daar een motie over in.
De voorzitter:
Door de leden Stienen, Meijer, Koffeman, Teunissen en Vos wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de lucht in Nederland nog lang niet overal gezond is, er 1 miljoen mensen in Nederland met longklachten zijn die last hebben van ongezonde lucht en voor alle Nederlanders gezonde lucht van belang is;
constaterende dat:
Europese luchtkwaliteitsnormen weliswaar bijna overal worden gehaald, maar dat deze niet gelijkstaan aan gezonde lucht;
streefwaarden tot doel hebben om daadwerkelijk gezonde concentraties uit te drukken, zodat overheden hier op in kunnen zetten;
op dit moment niet alle streefwaarden in de AMvB's van de Omgevingswet gelijkstaan aan concentraties die veilig zijn voor de gezondheid (zoals die van de Wereldgezondheidsorganisatie);
verzoekt de regering om de huidige streefwaarden in de AMvB's in overeenstemming te brengen met concentraties die veilig zijn voor de gezondheid en op basis van wetenschappelijke inzichten de streefwaarden te actualiseren en nieuwe streefwaarden toe te voegen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter Y (33118).
Mevrouw Stienen (D66):
De minister zegt zelf dat centrale sturing soms nodig is. Dat vindt de fractie van D66 ook, want uiteindelijk wordt het Rijk aangesproken als internationale klimaatafspraken geschonden worden, niet de decentrale overheden. Dat is precies wat we willen met transities van nationaal belang die grote impact hebben op de ruimte, bijvoorbeeld op het gebied van de energietransitie, klimaat, mobiliteit en de woningopgave. Vandaar dat de D66-fractie een tweede motie indient rondom heldere richtinggevende kaders in de Nationale Omgevingsvisie. En dat is …
De voorzitter:
Sorry, ik drukte te vroeg op het knopje van de microfoon.
Mevrouw Stienen (D66):
Ik zei dat dit het slot van mijn inbreng was.
De voorzitter:
Door de leden Stienen, Meijer, Teunissen, Koffeman en Vos wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Omgevingswet slechts in beperkte mate een voorschrijvend karakter heeft;
overwegende dat:
er tegelijkertijd sprake is van noodzakelijke transities van nationaal belang die een grote impact zullen hebben op de ruimte, waaronder op het gebied van energie en klimaat, mobiliteit en de woningopgave;
kaderstelling vanuit het Rijk gewenst is zodat deze transities coherent, effectief en snel van de grond komen;
verzoekt de regering om in de Nationale Omgevingsvisie heldere en richtinggevende kaders voor de korte en de lange termijn vast te leggen waarbinnen genoemde transities van nationaal belang vorm moeten krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter Z (33118).