Verslag van de vergadering van 11 juli 2017 (2016/2017 nr. 35)

Aanvang: 13.57 uur

Status: gecorrigeerd


Stemming Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen en de versterking van de positie van de bouwconsument (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) (34453).

(Zie vergadering van 4 juli 2017.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 7 juli 2017 (34453, letter G) houdende het verzoek de stemming over het wetsvoorstel 34453, Wijziging van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen en de versterking van de positie van de bouwconsument (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen), aan te houden. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning heeft mij hedenochtend geadviseerd, het verzoek van de minister te honoreren. Ik stel de Kamer voor, de stemming over het wetsvoorstel tot nader order aan te houden.

De heer Lintmeijer i (GroenLinks):

Voorzitter. We kennen wel het begrip "stemverklaring", maar ik geloof niet dat we het begrip "nietstemmingsverklaring" kennen. Daarom ga ik maar even aan de interruptiemicrofoon staan, om het onderscheid duidelijk te maken. Op zich mag een minister natuurlijk vragen om de stemming over een wetsvoorstel aan te houden. Het moet mij wel van het hart dat de onderbouwing van deze aanvraag buitengewoon mager is in de ogen van mijn fractie. De minister heeft zich in de media wat stelliger uitgelaten over bijvoorbeeld het aandragen van een novelle. Wij vinden eigenlijk dat dat soort onderbouwingen ook bij zo'n brief zouden hebben thuisgehoord.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Lintmeijer. Zijn er nog meer leden die hierover het woord wensen te voeren? Dat is niet het geval. Ik stel daarom voor, de stemming over dit wetsvoorstel tot nader order aan te houden.

Daartoe wordt besloten.