Dit voorstel wijzigt de Wet foetaal weefstel, waardoor het mogelijk wordt om foetaal weefsel voor de opsporing en vervolging van ernstige zedenmisdrijven te bewaren en gebruiken. Het bewaren en gebruiken van foetaal weefstel is nu alleen voor een beperkt aantal doelen toegestaan.
Met dit voorstel worden artsen niet verplicht om het foetaal weefsel dat van de vrouw afkomstig is voor deze doeleinden te verstrekken. De arts bepaalt of een doorbreking van het beroepsgeheim daarvoor te rechtvaardigen is. Vrouwen moet toestemming gevraagd worden voor het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel. Het toestemmingsvereiste voor het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel geldt niet als de vrouw jonger is dan zestien, wilsonbekwaam is of overleden is en vermoed wordt dat zij slachtoffer is van een ernstig zedenmisdrijf.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 7 maart 2019 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 maart 2019 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
22 februari 2018titel
Wijziging van de Wet foetaal weefsel in verband met het mogelijk maken van het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel ten behoeve van de opsporing en vervolging van ernstige zedenmisdrijvenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
0
Er zijn geen documenten gevonden.