Dinsdag 26 juni debatteerde de Eerste Kamer met minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) over het wetsvoorstel Wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet (34.723).
Deze herziening moet leiden tot een beter functionerende bescherming van gebonden consumenten die te maken hebben met een monopolist als warmteleverancier. Om dit te realiseren worden de nu ervaren knelpunten opgelost. Hiertoe worden de fundamenten van de wet verbeterd en verhelderd. Het tweede oogmerk van dit wetsvoorstel is om de regelgeving voor collectieve warmtelevering beter te laten aansluiten op toekomstige ontwikkelingen in het kader van de energietransitie.
Tijdens het debat diende senator Koffeman (PvdD) twee moties in. De eerste motie verzoekt de regering uitbreiding van warmtenetten afhankelijk te maken van de voorwaarde dat warmtebronnen die vrij zijn van de uitstoot van broeikasgassen voorrang krijgen. In de tweede motie wordt de regering verzocht er zorg voor te dragen dat het Binnenhof na de renovatie indien redelijkerwijs mogelijk vrij zal zijn van aardgasaansluitingen en de bronnen van de warmtenetten waarop het Binnenhof is aangesloten duurzaam zijn en vrij van de uitstoot van broeikasgassen. Minister Wiebes ontraadde beide moties.
De stemmingen over het wetsvoorstel en de moties vinden plaats op 3 juli 2018.
Deel dit item: