Debat Verruiming sluitingsbevoegdheid drugspanden



Dinsdag 4 december debatteerde de Eerste Kamer met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over een wijziging van de Opiumwet, in het bijzonder over verruiming van de sluitingsbevoegdheid van drugspanden. De Eerste Kamer stemt dinsdag 11 december over het wetsvoorstel en de ingediende motie.

Tijdens het debat bleek het merendeel van de fracties positief over de voorgestelde verruiming. Zij zagen het als een passende maatregel voor de toegenomen drugscriminaliteit. Toch bestonden er nog wel zorgen op een drietal onderwerpen: de veranderende rol van de burgemeester, de proportionaliteit van het wetsvoorstel en de gevolgen van de sluiting voor bijvoorbeeld huisgenoten en de bredere leefomgeving. Ook vroegen enkele senatoren hoe de minister de grotere drugsproblematiek denkt aan te pakken.

Senator Wezel (SP) diende een motie in waarin zij de regering verzoekt onderzoek te doen naar de gegrondheid van besluiten tot sluiting van woningen en panden in de periode 2008 tot heden en beide Kamers zo snel mogelijk te informeren over de uitkomsten van het onderzoek. Minister Grapperhaus ontraadde de Kamer deze motie aan te nemen.

Over het wetsvoorstel

Dit voorstel breidt in de Opiumwet de bevoegdheid van de burgemeester uit om een pand of woning, een zogenaamd drugspand, op grond van de Opiumwet te sluiten. Hiermee heeft de burgemeester meer mogelijkheden om de uit het drugsgebruik voortvloeiende risico's voor de volksgezondheid te voorkomen en beheersen en de nadelige effecten van de productie en distributie van, handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden tegen te gaan.

De burgemeester krijgt deze sluitingsbevoegdheid in die gevallen waarin in een pand of woning voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs, zoals bepaalde apparatuur, chemicaliën en versnijdingsmiddelen. De huidige sluitingsbevoegdheid ziet alleen op situaties waarin drugs in een pand of woning worden aangetroffen, verkocht, afgeleverd of verstrekt.

Impressie van het debat

Senator Dercksen (PVV) was positief over de voorliggende wijziging van de Opiumwet waarbij burgemeesters ook de bevoegdheid krijgen om panden te sluiten waar voorbereiding voor de productie van drugs plaatsvindt. Het moet echter niet zo zijn dat verhuurders die zich van geen kwaad bewust zijn onnodig lang met dichtgetimmerde panden blijven zitten, aldus Dercksen. Volgens de PVV-senator wringt het wel dat er tegelijkertijd geen groot aanvalsplan op drugs is. Zo krijgen shishalounges vrij spel, wordt drugsafval gedumpt en vinden vergismoorden plaats. Als laatste wilde Dercksen van de minister weten in hoeverre de vraag over de vangnetbepaling voor synthetische drugs prioriteit heeft. Op de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Van Nispen, waarin om strafbaarstelling van percursoren wordt verzocht, is nog geen reactie gekomen van de minister.

D66-senator Andriessen, die haar maidenspeech hield, stelde vast dat de verruiming van de sluitingsbevoegdheid past in het beleid van de minister. Volgens Andriessen is het Nederlandse drugsbeleid met zichzelf in de knoop geraakt en wordt met dit voorstel de knoop strakker aangetrokken. Over softdrugs begint de politiek langzaam anders te denken. Zij vroeg de minister of het er niet in zit dat ook het nuttige van bepaalde harddrugs, zoals xtc, anders bezien gaat worden. Volgens Andriessen zal dit voorstel niets veranderen aan de praktijk. Ze vroeg of de minister het met haar eens is dat illegaliteit van drugs uiteindelijk niets zal veranderen. Tevens creëert de burgemeester als sheriff rechtsongelijkheid volgens de D66-senator. Van de minister wilde Andriessen weten wanneer de grens is bereikt in de cumulatie van bevoegdheden van de burgemeester.

Senator Wezel (SP), die mede namens de PvdD sprak, haalde onderzoek aan waaruit blijkt dat in 30% van de gepubliceerde uitspraken over de sluiting van panden het beroep gegrond is verklaard. Ze wilde van de minister weten of hij heeft onderzocht wat de oorzaak hiervan is en of het heeft geleid tot aanpassingen in het voorstel? Ook wilde de SP-senator weten wat de gevolgen van de sluiting zullen zijn voor betrokkenen en hoe zij beschermd zullen worden tegen een burgemeester die als crimefighter optreedt. Tot slot vroeg Wezel naar de rol van de minister. Aanpak van drugsgebruik en drugsproductie is een zaak van het strafrecht. Het is niet de bedoeling dat de burgemeester deze opsporing op zich neemt, aldus Wezel. Zij vroeg de minister op deze ontwikkeling te reflecteren.

Volgens VVD-senator Schouwenaar is er een probleem en draagt dit wetsvoorstel bij aan de oplossing van dat probleem. Volgens hem zijn er wel bezwaren gerezen, maar is er voor die bezwaren geen grond. Wel wilde hij, net als senator Dercksen, weten hoe het staat met het vangnet voor synthetische drugs.

De PvdA-fractie bij monde van senator Vlietstra steunt het voorstel van harte, warm voorstander van geïntegreerde aanpak. Wel heeft de PvdA zorgen over de proportionaliteit van het voorstel. Vlietstra vroeg de of hij kon toezeggen dat de komende drie jaar niet alleen informatie wordt verzameld over het aantal gesloten woningen en panden, maar ook in welke gemeenten sluiting heeft plaatsgevonden, welke bestuurlijke maatregelen aan sluiting zijn voorafgegaan, welke afwegingen van belangen door de burgemeester zijn gemaakt, hoe vaak sprake was van medewerking onder dwang, waar huurders zijn gebleven na sluiting van hun woning en of de sluiting heeft geleid tot het opheffen van de ongewenste situatie? Over het door senator Wezel aangehaalde onderzoek vroeg senator Vlietstra hoe de minister het aantal gegronde beroepen denkt terug te dringen. Tot slot bepleitte Vlietstra de legalisering van softdrugs en riep ze de minister op voortgang te maken met een proef om de teelt van wiet te legaliseren.

Senator Strik (GroenLinks) miste bij het kabinet dat de keus voor meer repressie ook samen moet gaan met waarborgen voor burgers. Ze vroeg de minister of we dit specifieke instrument echt nodig hebben. Volgens Strik zal deze sterke ingreep ontegenzeggelijk gevolgen hebben. De GroenLinks-senator wilde van de minister weten of de bestuurlijke bevoegdheden hier niet te gemakkelijk ingezet worden ter compensatie van een tekortschietende strafrechtelijke opsporing van drugsgerelateerde criminaliteit. Verder vroeg Strik welke maatregelen de minister gaat nemen om zorgvuldiger en terughoudender gebruik van de sluitingsbevoegdheid te stimuleren.

Senator Bikker (ChristenUnie) kon zich vinden in de onderbouwing van het wetsvoorstel dat het enerzijds bijdraagt aan het doorbreken van de keten van drugsproductie en -handel en anderzijds voorkomt dat een wijk verloederd door de rotte kiezen die deze panden vormen. Wel had Bikker nog drie vragen waarop zij graag antwoord van de minister kreeg en die aansloten bij de eerdere woordvoerders: over de positie van de burgemeester, de proportionaliteit van de maatregel en het effect van een sluiting op de omgeving. Wanneer de minister burgemeesters de mogelijkheid geeft eerder op te treden tegen de drugscriminaliteit op een manier waar zij zich goed ondersteund weten, proportioneel de maatregel inzetten, met oog voor de effecten op de leefomgeving, zal de ChristenUnie-fractie het voorstel steunen, aldus Bikker.

Reactie van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid

Volgens minister Grapperhaus wordt de burgemeester met dit wetsvoorstel in staat gesteld om leefbaarheid in de gemeente te beschermen en staat het los van het strafrecht. Het Openbaar Ministerie vervolgt, de burgemeester bestuurt en de rechter toetst. Wat betreft de vragen naar het grote aanvalsplan zei de minister dat aan diverse regio's is gevraagd om met plannen te komen en dat structureel 10 miljoen euro per jaar is vrijgemaakt door het kabinet. Ten aanzien van het onderzoek naar de 30% gegronde beroepen antwoordde Grapperhaus dat het onderzoek slechts een klein deel van de zaken in de onderzochte 8 jaar beslaat. Over de experimenteerwet voor de wietteelt liet hij weten dat het voorstel in juli naar de Tweede Kamer gegaan.

Toezeggingen

Grapperhaus zegde toe dat hij de wetenschappers die een monitor van de wet gaan opzetten, zal vragen ook de monitoring van de proportionaliteitstoets daar in op te nemen, maar niet in detail. Wat betreft de leefbaarheid van de wijken zegde de minister toe dat hij samen met de minister van Binnenlandse Zaken zal kijken hoe dit te doen.


Deel dit item: