T02651

Toezegging Brief over civielrechtelijke aansprakelijkheid naar de Kamer sturen (34.915 / 34.916)



De minister van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Strik (GroenLinks), toe dat hij de brief aan de Tweede Kamer, over de civielrechtelijke aansprakelijkheid en mogelijkheden voor verhaal op de dader of daders in het buitenland, ook naar de Eerste Kamer zal sturen.


Kerngegevens

Nummer T02651
Status voldaan
Datum toezegging 10 juli 2018
Deadline 1 januari 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie en Veiligheid
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Civielrechtelijke aansprakelijkheid
Kamerstukken Vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van vlucht MH17 (34.916)
Goedkeuring Verdrag met Oekraïne inzake internationale juridische samenwerking met betrekking tot misdrijven die verband houden met het neerhalen van vlucht MH17 (34.915)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 38, item 4, blz. 6-7

Mevrouw Strik (GroenLinks):

(...)

Waar in het Nederlandse strafrecht de positie van slachtoffers de afgelopen jaren steeds is uitgebreid, lijkt de uitvoeringswet minder aandacht te hebben voor de positie van de nabestaande en die is ingewikkeld. De minister voorziet in deze uitvoeringswet immers niet in een aparte regeling voor de behandeling van hun vorderingen op de verdachte, ondanks herhaald verzoek van de Raad voor de rechtspraak. Mijn fractie vindt dat onbevredigend. Het zou ertoe kunnen leiden dat de nabestaanden hierdoor langer in procedures verwikkeld zijn en van de strafrechter naar de civiele rechter worden verwezen. Het belast de strafrechter die in deze ingewikkelde processen ook nog eens ingewikkelde vorderingen moeten beoordelen. Er zijn tal van rechtsvragen nu er tal van landen en nationale rechtsstelsels betrokken zijn. Dat roept tevens de vraag op of er niet ook moet worden voorzien in een verdrag om civielrechtelijke aansprakelijkheden vast te stellen. We willen natuurlijk niet dat nabestaanden na alles wat ze al hebben ondergaan alsnog in jarenlange juridische hakketakprocedures verzeild raken. De minister heeft in de Tweede Kamer toegezegd om in een aparte brief in te gaan op alle vorderingsmogelijkheden en op de vraag of er inderdaad een bijzondere regeling wordt getroffen. Wij roepen de minister van harte op om in te zetten op een zo gemakkelijk mogelijke regeling en vooral eigenlijk maximaal op afdoening van de vordering tijdens de lopende strafzaak. Graag ontvangen wij ook de brief die de minister aan de Tweede Kamer heeft toegezegd.

Handelingen I 2017-2018, nr. 38, item 16, blz. 8

Minister Grapperhaus:

(...)

Mevrouw Strik heeft de vraag gesteld of er niet een verdrag kan komen over civielrechtelijke aansprakelijkheid. Ik heb de Tweede Kamer toegezegd om op de civielrechtelijke aansprakelijkheid en mogelijkheden voor verhaal op de dader of daders in het buitenland nader in te gaan in een brief. Ik zal die brief ook aan uw Kamer doen toekomen. (...)


Brondocumenten


Historie