Dit wetsvoorstel implementeert richtlijn 2016/800/EU over de procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure in de Nederlandse regeling van jeugdstrafprocesrecht. Het gaat daarbij om de navolgende procedurele rechten:
-
–informatie aan het kind;
-
–informatie voor de ouders of met ouderlijke verantwoordelijkheid belaste personen;
-
–bijstand van een raadsman;
-
–een individuele en medische beoordeling;
-
–eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
-
–aanwezigheid bij het onderzoek ter terechtzitting voor het kind en diens ouders.
Met dit voorstel wordt geregeld dat van de verhoren beeld- en geluidsopnames worden gemaakt. Daarnaast worden lidstaten verplicht
-
-de vrijheidsbeneming tot een minimale duur te beperken;
-
-ervoor te zorgen dat er alternatieven bestaan voor de vrijheidsbeneming, en ervoor te zorgen dat kinderen tijdens de vrijheidsbeneming gescheiden verblijven van volwassenen.
Tenslotte schrijft de richtlijn een voortvarende en zorgvuldige behandeling van de zaak tegen kinderen voor.
De richtlijn moet uiterlijk op 11 juni 2019 geimplementeerd zijn.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 16 april 2019 aangenomen.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA en ChristenUnie.
Tegen: PVV en FvD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 mei 2019 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
14 januari 2019titel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure (PbEU L 132)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.