Dinsdag 5 maart debatteerde de Eerste Kamer met minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) over het wetsvoorstel Aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale inkomensgrenzen. De Kamer stemt dinsdag 12 maart over het wetsvoorstel.
Tijdens het debat bleek dat een aantal Kamerleden bezwaar heeft tegen twee elementen van het voorstel, een procedureel en een inhoudelijk. Het procedurele bezwaar dat de woordvoerders hebben, betreft de combinatie van twee maatregelen in één voorstel, namelijk over aanpassing van de indexering van de huurtoeslag èn over het vervallen van maximale inkomensgrenzen. De meeste woordvoerders bleken namelijk voorstander van de ene maatregel en tegenstander van de andere. Volgens minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die het wetsvoorstel verdedigde, zijn beide maatregelen juist in één wetsvoorstel opgenomen, omdat zij een aanpassing van dezelfde wet voorstaan. Zij is dan ook niet van zins om de twee maatregelen apart voor te leggen.
Het inhoudelijke bezwaar van de vier Kamerleden die deelnamen aan het debat betrof het schrappen van de zogenaamde KAN-bepaling. Deze bepaling houdt in dat het Rijk kan kiezen de normhuur en de huurtoeslag jaarlijks aan te passen aan de te verwachten huurverhoging of het percentage van de stijging van een bijstandsuitkering. De woordvoerders van PVV, GroenLinks, SP en PvdA maken zich grote zorgen dat door het schrappen van deze bepaling mensen met de laagste inkomens het hardst geraakt zullen worden.
Impressie van de eerste termijn
Senator Van Hattem (PVV) stelde dat het niet zo kan zijn dat bij stijging van inkomen mensen er slechter voor komen te staan omdat de huur dan ook omhoog gaat. De PVV-senator liet weten dat zijn fractie het afschaffen van de KAN-bepaling niet kan steunen. Ook een beperkte stijging is nog steeds een stijging, aldus Van Hattem.
GroenLinks-senator Lintmeijer had liever twee voorstellen gehad. Hij vindt het jammer dat het kabinet een andere keuze heeft gemaakt. Lintmeijer betoogde dat de pijn voor GroenLinks zit bij het schrappen van de KAN-bepaling. Volgens de GroenLinks-senator raakt dit onderdeel de mensen met de laagste inkomens. Hij is er eveneens niet gerust op dat de nieuwe koopkrachtcijfers goed zullen uitpakken voor de mensen met de laagste inkomens.
Senator Köhler (SP) vreest dat de eigen bijdrage extra omhoog zal gaan. Hij vroeg de minister hoe zij deze gevolgen beoordeelt. Volgens Köhler zijn de mensen met een toeslag die in een woning met een huur tussen 600 en 730 euro per maand het slechtst af. De SP-senator ziet geen enkel doel voor dit wetsvoorstel, tenzij het doel bezuinigen is.
PvdA-senator Fiers vroeg de minister nogmaals om inzicht te geven in de effecten van het wetsvoorstel. Het kabinet gaf eerder in antwoord op schriftelijke vragen van de Eerste Kamer aan dat dat niet kan. Fiers stelde vast dat dit volgens de minister geen verkapte bezuinigingsmaatregel is. Maar waarom is dit wetsvoorstel dan nodig, vroeg zij de minister opnieuw. Tot slot vroeg zij de minister of zij reparatiemaatregelen voor ogen heeft.
Over het wetsvoorstel
Dit voorstel wijzigt de Wet op de huurtoeslag en beoogt een eenduidige relatie van de eigen bijdrage in de huurtoeslag met het huurbeleid, beëindiging van automatische compensatie via de huurtoeslag en beperking van de armoedeval bij het overschrijden van de maximale inkomensgrenzen in de huurtoeslag. Met dit voorstel worden twee in het regeerakkoord «Vertrouwen in de Toekomst» van het kabinet-Rutte III aangekondigde wijzigingen in de huurtoeslag doorgevoerd. Ten eerste wordt voorgesteld de eigen bijdrage in de huurtoeslag te indexeren met de verwachte huurprijsontwikkeling. Ten tweede wordt voorgesteld de maximale inkomensgrenzen in de huurtoeslag te laten vervallen waardoor de huurtoeslag over een langer inkomenstraject wordt afgebouwd.
Deel dit item: