Plenair Vink bij behandeling Rechtspositie transgenderpersonen en interseksepersonen



Verslag van de vergadering van 5 maart 2019 (2018/2019 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vink i (D66):

Dank u wel, voorzitter. En ook vanuit onze fractie gelukwensen voor de initiatiefnemers van dit voorstel.

Wanneer dit voorstel wordt aangenomen, zal de Algemene wet gelijke behandeling worden aangepast. Uit uitspraken volgt dat het daarin opgenomen verbod op onderscheid op basis van geslacht breed wordt opgevat. Voor transgender- en interseksepersonen geldt echter nog altijd dat ze vaak te maken krijgen met onbegrip, pesten en discriminatie, op hun werk en in het persoonlijk leven. Uit cijfers blijkt bijvoorbeeld dat transgender- en interseksepersonen vaker dan gemiddeld arbeidsongeschikt of werkloos zijn, dat een groot percentage zich eenzaam voelt en niet zichzelf durft te zijn, en dat een hoog percentage te maken krijgt met bedreiging of geweld. Dit alles past niet in een samenleving waar voor iedereen dezelfde grondrechten gelden.

De initiatiefnemers hebben het voorstel gedaan om extra duidelijk te maken voor wie de wet geldt, om hun maatschappelijke positie te versterken. Het zal u niet verbazen dat de fractie van D66 hier positief tegenover staat. We hebben wel nog enkele vragen over de integrale benadering en de publieke bekendheid met de beoogde wetswijziging. Want het wetsvoorstel is niet zomaar opgesteld. Onder andere het College voor de Rechten van de Mens en de Europese Mensenrechtencommissaris hebben in het verleden al opgeroepen tot een explicitering van de wet. Verschillende omliggende landen hebben dat ook geregeld. De vorige minister van Binnenlandse zaken en de huidige minister van Binnenlandse Zaken ondersteunen het voorstel. Er is dus een bredere steun voor dit, strikt juridisch genomen, niet-noodzakelijke voorstel. Maar explicitering in de wet kan ook bijdragen aan hoe mensen beoordelen wat wel of niet gerechtvaardigd is. Het doel lijkt de fractie van D66 dat iedereen zichzelf kan zijn en dat bijvoorbeeld discriminatie afneemt.

Wij zijn wel van mening dat naast de beoogde wetswijziging een integrale aanpak nodig is. De fractie van D66 is daarom blij met de vorig jaar verschenen Emancipatienota, waarin ook aandacht wordt besteed aan meer sociale veiligheid en acceptatie van transgender- en interseksepersonen. Onze vraag aan de initiatiefnemers en de minister is of zij, naast de al in gang gezette acties, nog meer acties zien die kunnen bijdragen aan de samenleving waar iedereen zichzelf kan zijn.

Voorzitter. Als laatste een vraag over de bekendheid van het voorstel, als het wordt aangenomen. Wat de fractie van D66 betreft is bekendheid met de wijziging een belangrijke factor om het doel erachter te laten slagen. We zijn dan ook verheugd dat de Landelijke Vereniging tegen Discriminatie het voornemen heeft geuit om bij eventuele inwerkingtreding het wetsvoorstel onder de aandacht te brengen. Onze vraag aan de minister is of het kabinet ook voornemens heeft in die richting. Zijn er plannen om de voorliggende wetswijziging breed uit te dragen wanneer dit voorstel wordt aangenomen?

Zoals al aangegeven, heeft onze fractie een positieve houding tegenover dit voorstel. Na een uitgebreide behandeling in de Tweede Kamer en na het ontvangen van de memorie van antwoord zien de vragen die wij nog hebben toe op het behalen van het doel achter dit voorstel: een samenleving waar iedereen zichzelf kan zijn. Want grondrechten gelden voor iedereen. Wij kijken daarom uit naar de reactie van de indieners en van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vink. De heer Schalk heeft een interruptie.

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Mevrouw Vink gaf aan dat ook de Raad van State had aangegeven dat het eigenlijk niet echt nodig is om het probleem dat aan de orde is, in een wetsvoorstel te vatten. Is het niet een beetje een devaluatie van de wet als we er allerlei dingen in brengen die eigenlijk niet nuttig of nodig zijn? Nou ja, over nuttig kun je nog spreken, maar in ieder geval nodig?

Mevrouw Vink (D66):

Dank u wel voor de vraag. Sowieso is de beoogde wetswijziging zeker nuttig, zeker in een samenleving waarin de bedoelde groep nog heel veel te maken heeft met discriminatie. De wijziging ziet er ook op toe om dat te verduidelijken. Maar een wetswijziging of wet is niet alleen maar duidelijk als juristen het onderling eens zijn over wat er wordt bedoeld. Een wet is pas duidelijk als dat buiten de discussie staat. En het is niet voor niets dat er verschillende mensen, het College voor de Rechten van de Mens en ook de Europese Mensenrechtencommissaris, hebben opgeroepen tot de wetswijziging. Dus nee, ik ben dat niet met de heer Schalk eens.

De heer Schalk (SGP):

Mijn vervolgvraag zou dan zijn: betekent dat dan dat andere groepen, die misschien ook wel discriminatie ervaren, ook zo'n wetswijziging zouden moeten proberen te bewerkstelligen?

Mevrouw Vink (D66):

Kijk, er staat nu niet op welke groepen of waarop wordt gedoeld. Maar als het gaat om een aantal groepen die op dezelfde manier te maken hebben met dezelfde discriminatie, dan zou daarnaar gekeken kunnen worden. Maar dat hangt wel echt van die specifieke groepen af, dus daar zou ik nu nog niet iets over willen zeggen.

De voorzitter:

Nogmaals dank, mevrouw Vink. Ik geef het woord aan mevrouw Lokin.