Plenair Van Gurp bij behandeling Inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren



Verslag van de vergadering van 9 juli 2019 (2018/2019 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.35 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Gurp i (GroenLinks):

Voorzitter. Drie dingen in tweeënhalve minuut. Allereerst sluit ik me graag aan bij al die partijen die hebben aangegeven dat in een wat breder perspectief gekeken moet worden naar de uitvoeringscapaciteit en de uitvoerbaarheid. Wij splitsen onze uitvoeringsdiensten, dus de Belastingdienst en andere, allerlei regelingen in de maag die zij moeten uitvoeren. Voortdurend gaat het verkeerd. Het lijkt mij goed om daar in breed perspectief een analyse van te maken en oplossingen voor te stellen.

Het tweede gaat over het ordevoorstel. Het is voor mij geen halszaak, maar ik begrijp dat het ook geen halszaak is om de koninklijke weg te volgen. De staatssecretaris zegt natuurlijk "liever niet", dat snap ik ook wel; zij kwam liever thuis met een aangenomen voorstel. Maar als het geen halszaak is, dat wil zeggen, als de betrokken mensen die recht hebben op een uitkering daardoor niet in het gedrang komen, dan ben ik er een groot voorstander van om de nette weg te volgen, namelijk de weg die in het ordevoorstel van de heer Kox bepleit wordt. Wij zullen daar dus ook steun aan geven.

Het derde gaat over kassa en Kafka. Ik verstond de staatssecretaris verkeerd. Ik heb het eigenlijk liever over Kafka. Het komt erop neer dat je er niet in terecht wil komen. En dan komen wij er niet in terecht, maar de burger komt erin terecht. De burger komt erin terecht door het volgende. Je had recht op geld, zeggen we. "Dat hebben we eerst ontkend. Maar we hebben een fout gemaakt en je krijgt nu het geld terug. Maar omdat je het geld terugkrijgt, moet je ons weer geld terugbetalen." Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik hoor overigens dat de staatssecretaris dat zelf ook zegt. Ik vind dat ze op een sympathieke manier antwoordt. Ze zegt: ik zou het liever ook niet zien gebeuren, maar ja, mijn collega zegt dat het niet anders kan. Ik merk dat er in de Kamer brede steun is voor het idee dat dat niet zou moeten. Ik zou graag een motie willen overleggen waarin wij de staatssecretaris steunen in haar pogingen om er toch voor te zorgen dat de mensen niet in Kafka terechtkomen doordat ze eerst een nabetaling krijgen en die nabetaling vervolgens voor een gedeelte weer moeten terugstorten. Stemming over die motie kan plaatsvinden op het moment dat het wetsvoorstel aan de orde is, neem ik aan. Maar dat laat ik graag aan u over. Zie het als een bemoediging bij uw gesprekken met de staatssecretaris van Financiën. De motie is overigens ook ondertekend door mevrouw Sent van de Partij van de Arbeid.

Dank u wel.

Voorzitter: Essers

De heer Van Gurp (GroenLinks):

Ik weet niet hoe het gaat: moet ik naar u toekomen, voorzitter, en de motie overhandigen? Dat heb ik goed gedacht.

De voorzitter:

Door de leden Van Gurp en Sent wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mensen onterecht geen kindgebonden budget hebben ontvangen;

constaterende dat gedupeerden dit budget alsnog zullen ontvangen;

constaterende dat deze nabetaling geen effect heeft op het toetsingsinkomen voor de andere toeslagen;

constaterende dat deze nabetaling na ontvangst wel meetelt voor het vermogen;

van mening dat het onwenselijk is dat gedupeerden door deze nabetaling gekort worden op een andere uitkering;

verzoekt de regering zorg te dragen dat de nabetaling geen negatief effect zal hebben op andere uitkeringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter I (35010).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Ester.