35.298

Wet versterking decentrale rekenkamers



Dit wetsvoorstel wijzigt de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Comptabiliteitswet 2016 in verband met het afschaffen van de decentrale rekenkamerfunctie en het uitbreiden van de bevoegdheden om decentrale rekenkamers te versterken. Rekenkamers onderzoeken of beleid en bestuur kostenefficiënt, effectief en volgens de regels gebeurt. Met dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan het Actieplan lokale rekenkamers (TK 34.000 VII, 54).

Taken van gemeenten, en daarmee ook de uitgaven, zijn door de decentralisaties in het sociale domein toegenomen. Onafhankelijke controle door een lokale rekenkamer is daarbij van groot belang. Ook met de komst van de Omgevingswet in 2021 worden de taken en middelen van gemeenten uitgebreid. Uit onderzoek is gebleken dat in veel gemeenten niet of nauwelijks invulling wordt gegeven aan rekenkameronderzoek. In het wetsvoorstel is opgenomen dat elke gemeente een onafhankelijke rekenkamer instelt, eventueel samen met andere gemeenten. Het is voor gemeenten niet meer mogelijk om rekenkameronderzoek op een andere manier te organiseren. Daarnaast worden ook de bevoegdheden van rekenkamers uitgebreid. Zo kunnen zij straks onderzoek instellen naar de contracten met privaatrechtelijke rechtspersonen waarmee bijvoorbeeld zorg of maatschappelijke ondersteuning in het sociale domein wordt ingekocht. Ook de mogelijkheden om onderzoek te doen naar subsidies, garanties en leningen worden verruimd. Ten slotte krijgen decentrale rekenkamers, en ook de Algemene Rekenkamer, meer mogelijkheden om onderzoek te doen naar privaatrechtelijke rechtspersonen waarin verschillende overheidsorganen samenwerken.

De mogelijkheid voor provincies om regels te stellen over de uitoefening van een rekenkamerfunctie wordt in de praktijk niet gebruikt. Alle provincies beschikken over een goed functionerende onafhankelijke (gemeenschappelijke) rekenkamer. Dat betekent dat de afschaffing van de rekenkamerfunctie geen praktische gevolgen heeft voor de situatie in de provincies. De uitbreiding van de bevoegdheden van de rekenkamer zal voor de provincies wel gevolgen hebben.

Met de tweede nota van wijziging van 17 juni 2021 (TK, 13) is het wetsvoorstel zodanig aangepast dat de rekenkamers bij waterschappen op eenzelfde wijze moeten worden ingericht als bij de provincies en gemeenten.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een wijziging in de Gemeentewet, Provinciewet en Waterschapswet voor te stellen die betrekking heeft op de rechtmatigheidsverantwoording als onderdeel van de jaarrekening. Met deze wijziging van de rechtmatigheidsverantwoording leggen het college van burgemeester en wethouders bij een gemeente, het college van gedeputeerde staten bij een provincie en het dagelijks bestuur van een waterschap in de jaarrekening zelf verantwoording af over de rechtmatigheid. Dit is in lijn met de systematiek die geldt bij het Rijk.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 31 mei 2022 aangenomen.

Voor: SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, PvdA, PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, VVD, SGP, BBB, JA21, PVV, FVD en Groep Van Haga.

Tegen: CDA.

De Fractie Den Haan was niet aanwezig bij de stemmingen.

Op 9 oktober 2019 vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over lokale rekenkamers.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 september 2022 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

4 oktober 2019

titel

Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Comptabiliteitswet 2016 in verband met het afschaffen van de decentrale rekenkamerfunctie en het uitbreiden van de bevoegdheden van de rekenkamers en van de Waterschapswet in verband met het instellen van rekenkamers (Wet versterking decentrale rekenkamers)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Documenten