Dinsdag 12 mei debatteerde de Eerste Kamer, voor het eerst in de Ridderzaal, met minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het wetsvoorstel Meer ruimte voor nieuwe scholen. Dinsdag 19 mei wordt over het wetsvoorstel gestemd.
De Eerste Kamer bleek tijdens het debat verdeeld over het wetsvoorstel. De woordvoerders van FVD, PvdA, PVV en SP gaven uiteindelijk aan dat zij niet overtuigd zijn door de minister. De senatoren Nanninga (FVD), Sent (PvdA), Van Kesteren (PVV) en Van Apeldoorn (SP) zeiden dat zij hun fracties zouden adviseren tegen het wetsvoorstel te stemmen.
Eén van de belangrijkste argumenten van de tegenstanders is de vrees dat door invoering van deze wet de sociaaleconomische kloof vergroot wordt. Ook GroenLinks-senator Ganzevoort maakte zich grote zorgen of deze wet de segregatie niet groter maakt. Voor FVD en PVV telt bovendien mee dat volgens hen deze wet integratie tegenwerkt.
De senatoren Adriaansens (VVD), Doornhof (CDA) en Bikker (ChristenUnie) toonden zich daarentegen juist verheugd dat na jarenlange discussie nu eindelijk het oprichten van een nieuwe school makkelijker wordt en dat vooraf een kwaliteitstoets wordt ingevoerd. Dat kan met de huidige wetgeving niet.
De senatoren Pijlman (D66) en Schalk (SGP) gingen in het bijzonder in op de verhouding van deze wet tot artikel 23 Grondwet. Pijlman zag een spanning tussen de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting, terwijl Schalk deze ruimere toepassing van artikel 23 toejuichte.
Minister Slob zei in het debat dat hij denkt dat het niet 'stormloop gaat lopen' met nieuwe scholen en dat de toename op lange termijn zal afvlakken. Met betrekking tot segregatie gaf hij aan dat naast onderwijs meer elementen zijn die segregatie in de hand werken. Zo gaat het volgens Slob ook bijvoorbeeld om de keuzes die gemaakt worden op het gebied van wonen. De woonsegregatie is een belangrijk aspect en het is aan de gemeente om daar beleid op te maken, aldus Slob.
Hij zegde aan de Kamer toe dat het kabinet komt met een integrale beleidsagenda om segregatie tegen te gaan, die periodiek wordt gemonitord, en dat er een concrete agenda komt met duidelijke doelen.
Over het wetsvoorstel
Doelstelling van dit wetsvoorstel is het mogelijk maken dat scholen die aantoonbaar op voldoende belangstelling van ouders en leerlingen kunnen rekenen meer dan thans het geval is ook daadwerkelijk voor bekostiging in aanmerking kunnen komen.
Het voorstel heeft twee primaire doelstellingen. Ten eerste wordt het begrip 'richting' als bepalende factor in de scholenplanning losgelaten. In plaats van de huidige, op de godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag (richting) van scholen gebaseerde indirecte meting wordt een systeem voorgesteld waarin rechtstreeks bij de ouders naar de belangstelling voor een nieuwe school wordt gevraagd. Daartoe kan gebruik worden gemaakt van ouderverklaringen of van een marktonderzoek.
Het tweede doel van het voorstel betreft de invoering van een toets vooraf aan een aantal kwaliteitseisen waaraan een nieuwe school moet voldoen om voor bekostiging in aanmerking te komen.
Met dit voorstel wordt niet beoogd dat er meer scholen komen, maar dat het aanbod van scholen zich beter kan aanpassen aan de veranderende vraag vanuit de samenleving.
Deel dit item: