Plenair Van Gurp bij behandeling Derde incidentele suppletoire begroting SZW inzake noodpakket banen en economie 2.0



Verslag van de vergadering van 6 juli 2020 (2019/2020 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Gurp i (GroenLinks):

Dank u wel. voorzitter. Laat ik beginnen om namens de fractie van GroenLinks waardering uit te spreken voor het adequaat handelen van de regering, en deze minister in het bijzonder, de afgelopen maanden. Het is hem gelukt en als ik zo de Handelingen van de Tweede Kamer nakijk, ook met breed politiek draagvlak. Het is verder ook niet onbelangrijk — er ligt een relatie tussen die twee — dat het hem met breed maatschappelijk draagvlak is gelukt om tot dit tweede steunpakket te komen. Daar zijn we hem erkentelijk voor, want het is ook hard nodig.

Voorzitter. De coronacrisis stelt ons voor fundamentele vragen. Ik wil ze niet allemaal behandelen, maar ik noem er een paar op. Ten eerste is er de vraag over de manier waarop de gezondheidszorg is georganiseerd en gefinancierd. De tweede vraag is heel actueel op dit moment, want die gaat over het evenwicht tussen de vrijheid van overheidsdwang en de vrijheid tot een veilig en gezond leven. Het evenwicht tussen die positieve en die negatieve vrijheid is eigenlijk het onderwerp dat onderliggend aan de orde is in alle demonstraties die we op dit moment zien. Om het nog anders te zeggen: hoe recht is de maximale vrijheid toekennen aan eenieder voor zover als die dezelfde maximale vrijheid aan alle anderen toestaat, hè? Er mag ook in deze Kamer meer over Kant gesproken worden. Het is toch ook goed om er ook op die manier op te reflecteren, want dat ligt eigenlijk onder het grote maatschappelijke debat dat op dit moment speelt.

Meer concreet naar de steunpakketten die voorliggen. Die lopen tot 1 oktober, en dan? Ook in een heel optimistisch scenario ijlen de economische effecten nog lang na en de arbeidsmarkteffecten kunnen nog weleens na-ijlen op de economische effecten. GroenLinks heeft veel waardering voor het credo "wij investeren ons uit deze crisis". Onze vraag is uiteraard of dat breed gedeeld wordt in het kabinet en of ook de minister en de staatssecretaris dat delen. Betekent het ook daadwerkelijk dat we het antwoord op de crisis niet gaan vinden in het bezuinigen op de publieke sector of op de gemeenten, die nu al nauwelijks in staat zijn om alle taken die op dit moment op hen afkomen, goed te vervullen? Hoe dan ook moeten er keuzes gemaakt worden. Niet alles kan. Dan moeten we ook heel specifiek weten waar we het over hebben.

Dan toch een klein uitstapje naar de antwoorden die we zojuist binnen hebben gekregen. Voor zover ik die goed kon lezen, zegt u in die antwoorden dat 45% van het NOW-pakket terechtkomt bij het midden- en kleinbedrijf. In de Tweede Kamer sprak u over 90% bij het midden- en kleinbedrijf. Dat scheelt de helft. We moeten wel weten waar we het over hebben. Dan kunt u natuurlijk zeggen: de Eerste Kamer is de helft van de Tweede Kamer, 1 is de helft van 2 en 75 is de helft van 150, maar dit verschil is toch wel erg groot en het is voor ons wel heel belangrijk, dus graag een reactie daarop van u.

Zelf licht ik er drie thema's uit en het zal u niet verbazen als u hoort welke dat zijn. Het eerste is de positie van flexibele arbeid. We weten al een hele poos dat Nederland in dit opzicht zeer negatief afsteekt ten opzichte van de ons omringende landen. De mensen met een flexibele baan zijn als eerste de klos. De commissie-Borstlap zegt iets over de positie van flexibele arbeid en spreekt daar stevige woorden over. Onze vraag is wanneer we daarmee en ook breder met de bevindingen van de commissie-Borstlap echt aan de gang gaan. En zegt u nu alstublieft niet "dat doen we aan de formatietafel", want dat is een beetje wat er in de politiek hoort, dat alles altijd weer een halfjaar of een jaar vooruit wordt geschoven en dan gaan we er nog eens een halfjaar over zitten palaveren. Het is nú aan de orde, dus graag actie.

Het tweede gaat over scholing. U zegt nu "heel belangrijk, we trekken daar 50 miljoen voor uit in dit steunpakket en daarmee maken we geld vrij dat in de fondsen zit opgesloten". Ik ben het volledig met u eens dat werkgevers en werknemers een belangrijke verantwoordelijkheid hebben en dat dat geld uit die fondsen weleens mag gaan rollen voor waar het voor bedoeld is. Toch merk ik aan alle kanten — het UWV zegt daar ook nog weleens wat over — dat die 50 miljoen wel erg benauwd overkomt. Daarom toch nog eens de vraag aan waarop u uw optimisme baseert dat dat veel groter geld losmaakt. De tweede vraag daaraan gekoppeld: als dat nou niet gebeurt, blijft u er dan kort op zitten en bent u dan bereid om alsnog wat ruimhartiger over de brug te komen?

Het derde thema is duurzaamheid. Het spreekt voor zich: wij willen niet terug naar de oude economie, we willen vooruit, de toekomst in. Op het moment dat we als overheid heel veel geld steken in de economie — wij zijn er blij om dat dat gebeurt — laten we dat dan ook direct als hefboom gebruiken om te gaan naar de economie van de toekomst. Dat is geen paradepaardje van GroenLinks, want we zijn het er, denk ik, breed over eens dat de economie van de toekomst een duurzame economie is. Dat hebben we in allerlei mogelijke afspraken en verdragen vastgelegd en daar willen we ook voor gaan. Hoe gebruiken we de incentives die we nu geven om ook die kant op door te ontwikkelen?

Je ziet dat bijvoorbeeld in Frankrijk heel nadrukkelijk gebeuren, maar we zien dat eigenlijk in de steunpakketten hier nauwelijks tot stand komen. Dan heb ik het niet alleen over het steunpakket dat hier voorligt, maar ook over dat van uw collega's Wiebes en Van Nieuwenhuizen. Onze vraag aan u is: hoe wilt u zich in de sociaal-economische driehoek of hoe dat allemaal mag heten in het kabinet, de vijfhoek, de vierhoek ... De trojka, hoor ik. Ja, dat is mooi; een mooi Russisch woord ook nog. Hoe wilt u zich in de trojka inzetten om nu echt de stap naar verduurzaming te maken? Anders moeten we namelijk straks constateren dat we met veel geld weer terug hebben gekregen wat we al hadden, ook met alle feilen van dien.

Ik kijk met veel belangstelling uit naar uw antwoorden. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Gurp. Dan is het woord aan mevrouw Sent namens de fractie van de Partij van de Arbeid.