Plenair Dittrich bij voortzetting behandeling Uitvoering verordening identiteitskaarten



Verslag van de vergadering van 13 juli 2021 (2020/2021 nr. 46)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.21 uur


De heer Dittrich i (D66):

Dank u wel, voorzitter. Een paar kleinere punten nog. In mijn eerste inbreng heb ik aandacht besteed aan die geslachtsregistratie. Ik heb genoteerd dat de staatssecretaris in de stukken zei dat hij eind 2022 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer zal sturen. Hier heeft hij gezegd dat hij zijn best gaat doen om dat naar voren te trekken. Dat juichen wij toe. Wij denken dat dat belangrijk is. Al in 2017 was de afspraak: geen onnodige geslachtsregistratie in officiële documenten. Dan zijn we alweer vijf, zes jaar verder voordat het uiteindelijk hier zou komen. Het kan sneller. Wij waarderen het dat dat gaat gebeuren.

Ik begon mijn inbreng met een verwijzing naar het boek Mijn ontelbare identiteiten. Die zijn gereduceerd tot een aantal kenmerken in de identiteitskaart. Ik ben het eens met de manier waarop de staatssecretaris het probleem dat de heer Schalk naar voren bracht, heeft beantwoord. Het gaat echter over de controle op de identiteit van een persoon. En daar heb je de vingerafdrukken, de gezichtsherkenning en een burgerservicenummer voor. Allerlei andere emotionele aspecten zijn er wel degelijk — dat ontken ik helemaal niet — maar die hebben geen rol te spelen bij een identiteitskaart. Dus eens met het antwoord van de staatssecretaris daarover.

Waar ik wat minder tevreden over ben, is het antwoord als het gaat over etnisch profileren. De staatssecretaris heeft natuurlijk gelijk dat dat helemaal niet de doelstelling is van het overheidsbeleid. Sterker nog, de overheid verwerpt etnisch profileren geheel terecht. De praktijk laat echter zien dat als er gewerkt wordt met documenten, etnisch profileren in de praktijk wél een rol speelt. Ik wil dus aandringen op duidelijke voorlichting aan diegenen die met de nieuwe identiteitskaart gaan werken dat etnisch profileren uit den boze is. Volgens mij kan de staatssecretaris daar wel ruimhartig op ingaan.

Dan een punt over de evaluatie. Het heeft mij verbaasd dat in de stukken niet vanuit de regering naar voren is gebracht dat er een aantal rechtszaken lopen door Nederlandse organisaties in Straatsburg over de privacyaspecten en biometrische gegevens. In de Tweede Kamer is er zelfs helemaal niet over gesproken. Ik vind dat dat wel had gemoeten. Dat hadden wij in onze beoordeling moeten kunnen betrekken. Ik heb goed geluisterd naar het antwoord van de staatssecretaris. Stel dat vanuit het Europees Hof voor de Rechten van de Mens naar voren zou komen dat Nederland en andere landen verkeerd handelen in relatie tot grondrechten van burgers, komt er dan snel reparatiewetgeving? Daar hoor ik graag nog een antwoord op van de staatssecretaris.

Tot slot. Ik heb die hele kleine vlag van de Europese Unie op de kaart niet kunnen zien, terwijl ik toch helemaal vooraan zit. Ik zou toch willen zeggen: klein, maar fijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de fractie van de SGP.