De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Van Kesteren (CDA) en Otten (Fractie-Otten), toe om een brief naar de kamer te sturen inzake de volgende thema’s: de huidige beschikkingen voor bij- en meestook van biomassa in kolencentrales, de waarde van deze beschikkingen, de looptijd en de verwachte uitgaven, en het belang van de huidige kolencentrales voor de leveringszekerheid in de Nederlandse economie. Daarnaast stuurt zij de Kamer, op termijn, een diepgaande analyse van het effect van stoppen met de hoogwaardige toepassing van biomassa en wat dat betekent voor de Nederlandse industrie en de verschillende sectoren. Tevens stuurt zij ook de quickscan van TNO – met de kosten van het in één keer stoppen met de laagwaardige toepassing van biomassa – naar de Kamer.
Nummer | T03248 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 29 juni 2021 |
Deadline | 1 juli 2022 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat - Klimaat en Energie |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Klimaat en Energie |
Kamerleden | Mr. N.J.J. van Kesteren (CDA) Mr.drs. H. Otten (Fractie-Otten) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | beschikkingen biomassa kolencentrale leveringszekerheid |
Kamerstukken | Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van CO2-emissie (35.668) |
Handelingen I 2020-2021, nr. 43, item 9, blz. 35
De heer Van Kesteren (CDA):
Ik ben nogal geïntrigeerd door de biomassadiscussie. Kan de staatssecretaris aangeven wat er nu precies misgaat in de economie als wij daarmee zouden stoppen? Ik wil dat graag helder hebben, want wij gaan nu iets doen wat de geloofwaardigheid van wetgeving zwaar op de proef stelt, in mijn optiek.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Misschien moeten we twee dingen uit elkaar trekken. De wet die vandaag voorligt, gaat over de productiebeperking van kolen. Daar is een minimum van 35% wel nodig, omdat bijvoorbeeld die ene kolencentrale niet minder dan 35% kolen kan gebruiken, omdat ze anders die zware afvalstoffen en het dierlijke zetmeel niet kan verbranden, die wel ergens verwerkt moeten worden. Daarvoor heb je dat dus nodig. Maar als de vraag is hoe dat er in Nederland nu uitziet, ook als je het hebt over die hoogwaardige toepassing waarover ik zojuist sprak toen ik als voorbeeld de glas- en keramiekindustrie gaf, waar die alternatieven niet zijn, dan wil ik dat met alle liefde toezeggen in een goede analyse, want dan gaat het echt ergens over. Maar ik denk dat je die dingen dan wel uit elkaar moet trekken. Dat is mijn betoog.
De heer Van Kesteren (CDA):
Met alle respect voor de glas- en keramiekindustrie, maar als het daar nu op hangt … Ik wil toch graag meer weten over de omvang van de economische schade als wij stoppen met die biomassa.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
De hoogwaardige toepassing, bedoelt u dan? Dat maakt wel uit.
De heer Van Kesteren (CDA):
Het gaat er meer om: wat gebeurt er nou als we ermee ophouden? Hoeveel bedrijven komen er dan in moeilijkheden? En kunnen die niet met kolen werken?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Nee, maar nu gaan er weer discussies door elkaar lopen. Voor het in één keer stoppen met de laagwaardige toepassing van biomassa — laat ik het weer uit elkaar trekken — gericht op warmtenet en dergelijke, ligt er een quickscan van TNO, waarin die kosten heel duidelijk staan. Die quickscan is al naar de Tweede Kamer gegaan, maar die zal ik ook naar uw Kamer sturen. Die kosten zullen waarschijnlijk ook landen bij de huishoudens, als je daar in één keer mee stopt. Dat is een. Ook voor de hoogwaardige toepassing is er natuurlijk een analyse nodig. Die kan ik hier nu niet op een bierviltje verzinnen. Ik noemde als voorbeeld de glas- en keramiekindustrie, maar het is breder. Die analyse kan ik u ook toezeggen. Ik denk dat er iets meer tijd voor nodig is om dat goed in kaart te brengen. Voor de laagwaardige toepassing hadden we al op verzoek van de Tweede Kamer gedaan. Dus dat kan ook.
Als het gaat om het besluit dat nu voorligt: je hebt in ieder geval bij een specifieke kolencentrale die 35% nodig. Dus de kolen heb je nodig. Dan kunnen we het erover hebben of wij de beschikkingen die die centrales al hebben voor biomassa weg kunnen halen, maar die kolencentrales zullen door blijven draaien. Overigens hebben wij die ook nodig voor onze leveringszekerheid. Ik wil die dingen graag uit elkaar getrokken hebben en daar in een brief even op terugkomen. Ik zeg "even", maar het is een iets ingewikkelder analyse, die niet "even" gemaakt kan worden. Maar dat wil ik graag doen als uw Kamer dat op prijs stelt.
De heer Van Kesteren (CDA):
Ik ben nog niet overtuigd, voorzitter.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ik ook niet. Wij krijgen ook geen antwoord. De beantwoording van de staatssecretaris doet erg denken aan die cirkelredenering over de CO2 . Wij horen steeds hetzelfde verhaal. Ik dacht dat de vraag heel duidelijk was: wat is de economische schade als wij nu stoppen met die biomassa?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Van de laagwaardige of de hoogwaardige toepassing?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Die keramiek is een sideshow. Daar hoeven wij het nu niet uitgebreid over te hebben. De meeste bossen gaan in die energiecentrales. Wat is de schade als wij daar per vandaag mee zouden stoppen? Dat is toch niet zo'n moeilijke vraag? Daarom stel ik hem nog maar een keer.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Heel even over die beschikkingen. Wij geven al sinds 2017 geen nieuwe subsidies meer voor biomassaverbranding in kolencentrales. Dus die beschikkingen zijn er, maar wij geven geen nieuwe beschikkingen meer af. De centrales die een beschikking hebben, kunnen die gebruiken. En op het moment dat ze het zonder subsidie willen doen, kunnen ze dat gewoon doen. Ik denk dat het handig is om dat hier even te zeggen. Het is dus niet zo dat er nu nieuwe subsidies worden gegeven en dat het geld zou schelen als we dat niet meer zouden doen. Nieuwe subsidies worden niet gegeven.
De voorzitter:
Ik begrijp, staatssecretaris, dat u een brief toezegt met het antwoord op deze vragen.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Nou ja, ik wil best nader ingegaan op wat de economische gevolgen zouden zijn als je die hoogwaardige toepassing eruit zou halen. Maar ik wil wel gezegd hebben dat we de banen, bedrijven en sectoren, waarin mensen werken die daarvan afhankelijk zijn voor hun huur en dagelijkse inkomsten, niet als een sideshow opzij moeten schuiven. Ik vind het belangrijk om daar dan een goede analyse van te kunnen geven.
De voorzitter:
Lukt het om die brief uiterlijk aanstaande vrijdag aan de Kamer te doen toekomen? De stemming over dit wetsvoorstel is volgende week.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Nee, maar ik kan wel ingaan op wat precies de beschikkingen zijn. De bestaande beschikkingen gaan overigens over 3,5 miljard, als het gaat over het bij- en meestoken van biomassa in de kolencentrales. Dat kan ik nog wel een keer op een rij zetten. Dat is al eerder gedeeld, dus dat kan ik wel doen. Maar een diepgaande analyse van het effect als je die hoogwaardige toepassing van biomassa niet meer zou doen en wat dat betekent voor de Nederlandse industrie en de verschillende sectoren, staat echt los van het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Dat zegt u op termijn toe.
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius: Dat zeg ik op termijn toe. Maar ik wil in een brief voor vrijdag uiteraard nog een keer specifiek ingaan op bijvoorbeeld die 3,5 miljard en hoe die is opgebouwd. Dat is eerder al gedeeld, maar dat doe ik graag nog een keer.
De voorzitter:
Die brief kan vrijdag binnen zijn?
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
Dat denk ik wel. Ik check het zo nog even, voor mijn tweede termijn. Maar als het specifiek gaat over dit wetsvoorstel en de kolencentrales, dan kunnen we dat wel beter inzichtelijk maken als dat nodig is.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Nog één vraag. Ik vroeg niet naar subsidie, want die had wat ons betreft lang geleden al gestopt moeten worden. De vraag — de heer Van Kesteren stelde die ook — is: wat is de schade voor de Nederlandse economie als we daarmee zouden stoppen? In welke orde van grootte en in welke richting moeten we die volgens de staatssecretaris zien? Dat zou zeer verhelderend zijn voor de stemming van volgende week dinsdag. Het zou dus fijn zijn als door de staatssecretaris toegezegd kan worden dat dat in ieder geval globaal wordt meegenomen in deze brief.
(…)
Handelingen I 2020-2021, nr. 43, item 9, blz.47
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius:
De heer Otten vroeg wat ik kon toezeggen voor de stemmingen, zodat hij weet waar hij aan toe is. Dat ging met name over biomassa in kolencentrales. Ik kan in de brief van vrijdag ingaan op de huidige beschikkingen voor bij- en meestook van biomassa in kolencentrales. Daarbij kan ik ingaan op de waarde van deze beschikkingen, de looptijd en de verwachte uitgaven. Dat is wat er nu ligt. Dat is dus zo concreet mogelijk gericht op het wetsvoorstel dat voorligt. Ik kan voor vrijdag ook nog ingaan op het belang van de huidige kolencentrales voor de leveringszekerheid in de Nederlandse economie. Dat is hopelijk voldoende informatie voor behandeling van het wetsvoorstel.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 43, item 9
-
7 juni 2022
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
19 mei 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister voor K&E en de staatssecretaris van I&W over beleidsinzet biogrondstoffen
EK 32.813 / 35.668, AG
-
-
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Klimaat en Energie -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat - Klimaat en Energie -
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
2 november 2021
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
2 juli 2021
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
29 juni 2021
toezegging gedaan