36.028

Uitvoeringswet VN-Verdrag staatsimmuniteit



Dit wetsvoorstel voegt, ter uitvoering van artikel 23 van Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen ( Trb. 2010, 272PDF-document), aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES een regeling toe voor het wijzen van een uitspraak tegen een niet verschenen staat.

Het Verdrag bevat een regeling voor de manier waarop staten moeten omgaan met het uitoefenen van rechtsmacht over vreemde staten. Het voorstel bevat een aanvulling in de regeling voor verstek en verzet in de dagvaardingsprocedure en voor de oproeping en het doen van uitspraak in de verzoekschriftprocedure. De Verdragsregeling geldt ook voor cassatieprocedures bij de Hoge Raad en voor het Caribisch deel van Nederland.

De goedkeuring van het Verdrag wordt geregeld in het wetsvoorstel Goedkeuring VN-Verdrag inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (36.027 (R2160)).

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Plenair
 
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.


Kerngegevens

ingediend

8 februari 2022

titel

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES in verband met het op 2 december 2004 te New York tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (Uitvoeringswet VN-Verdrag staatsimmuniteit)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.


Documenten

7