Plenair Huizinga-Heringa bij voortzetting debat naar aanleiding van de regeringsverklaring



Verslag van de vergadering van 15 februari 2022 (2021/2022 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.51 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Huizinga-Heringa i (ChristenUnie):

Voorzitter. Het eerste stof rond de regeringsverklaring is inmiddels neergedaald, het kabinet is enkele weken onderweg en nieuwe problemen hebben zich ook alweer aangediend. Dit is een goed moment voor ons om te spreken over de regeringsverklaring en het daarmee samenhangende akkoord. De Eerste Kamer komt immers, anders dan haar naam doet vermoeden, pas in tweede instantie aan het woord.

Sinds april vorig jaar ligt het begrip "nieuwe bestuurscultuur" op ieders lippen: meer transparantie en een betere scheiding tussen uitvoerende, controlerende en wetgevende macht. Je zou kunnen zeggen dat de nieuwe bestuurscultuur teruggrijpt op een bestuurscultuur waar de ministerraad de besluiten neemt of voorstelt, de Kamers de regering controleren en de rechterlijke macht de wetten toepast. Dat klinkt als trias politica eigenlijk helemaal niet zo nieuw, maar het is wel het fundament van onze democratie.

Het is goed dat het regeerakkoord start met de noodzaak om de democratische rechtsorde te versterken. Dat verdient de focus en inzet van zowel het kabinet als de Tweede Kamer. De regering wil daarom de controlerende en wetgevende rol van de Tweede Kamer versterken, lees ik verderop. Mijn fractie is daar blij mee, maar wij missen in deze zinnen wel een verwijzing naar de Eerste Kamer. Wij missen het begrip "Staten-Generaal". De Eerste Kamer en de Tweede Kamer controleren samen het kabinet. Beide Kamers doen dit vanuit hun eigen rol. Kan de minister-president toelichten waarom daar niet de Eerste Kamer is genoemd? Zou het niet verstandig zijn om ook de controlerende rol van de Eerste Kamer te versterken? Graag een reactie.

Voorzitter. Dit kabinet begint onder een moeilijk gesternte. Er zijn breuklijnen in onze samenleving die zich steeds scherper en duidelijker aftekenen. Ik noem er een aantal: de huizenbezitter tegenover de huurder, de inwoners van de Randstad tegenover degenen die wonen aan de rand van het land, de werknemer met een vast contract tegenover de flexwerker, ouderen tegenover jongeren, de zelfredzame mensen tegenover de mensen die het zonder hulp niet redden. In de coronapandemie zijn daar nog de gevaccineerden tegenover de antivaxers bij gekomen. De verbinding tussen deze groepen verdwijnt. In Het Parool zegt Ruben van Zwieten, oprichter van een bezinningscentrum op de Zuidas: "Wij lopen in de stad het risico een in zichzelf gekeerde elite te krijgen met eigen feestjes. Dan zijn we gewoon terug bij een samenleving waar het gaat om waar je geboren bent in plaats van om welke talenten je hebt." Dit probleem leeft breder in Nederland.

Naast al deze tegenstellingen is er nog een andere heel belangrijke tegenstelling te noemen: de tegenstelling tussen burgers en overheid. Complotdenkers in Nederland geloven nauwelijks meer in de goede bedoelingen van politici. Mensen in kwetsbare situaties vinden niet zelden een overheid tegenover zich die hen als een vijand tegemoet treedt. Veel inwoners van Groningen zijn het geloof kwijt dat de overheid hen rechtvaardig zal behandelen. Ze zijn verdwaald in een woud aan regeltjes en instanties.

Voorzitter. Boven het regeerakkoord zet het kabinet het motto "omzien naar elkaar". Daarmee laat het kabinet zien dat het de fragmentatie in onze samenleving serieus neemt. Vanuit de christelijk-sociale achtergrond van onze partij spreekt dat motto ook mijn fractie aan. Wij zien in het akkoord inderdaad een aantal aanzetten om breuklijnen in de samenleving te dichten en het vertrouwen in de overheid terug te winnen. We zien een staatssecretaris die zich met aardbevingsschade gaat bezighouden, een minister om de vastgelopen volkshuisvesting weer op orde te krijgen en een minister die armoede zal bestrijden. Vooral dat laatste lijkt vreemd in een rijk land als Nederland. Mijn fractie juicht deze keuze van het kabinet toe.

Het is wrang om te beseffen dat de overheid zelf, met al haar regels en sancties, minder zelfredzame mensen niet zelden over de rand van de schuldenafgrond duwt. Ook in ons land zijn er mensen die een steun in de rug kunnen gebruiken. Het is goed dat het kabinet daar oog voor heeft.

Om het vertrouwen van de burgers in de overheid te herstellen, is meer nodig dan geld, gerichte plannen en beleid. De plannen moeten gerealiseerd kunnen worden en uitvoerbaar zijn. Daar ligt een grote uitdaging. De Belastingdienst is het beste, of eigenlijk het slechtste voorbeeld van wat er verkeerd gaat wanneer een uitvoeringsinstantie de ingewikkelde wetgeving niet meer aankan. De mensen die zich het slechtste kunnen verdedigen, worden slachtoffer van hun eigen overheid. Dat zal het kabinet zich moeten aantrekken bij het ontwerpen van wetten en bij bijvoorbeeld de eerste stappen om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Dat zullen ook de Tweede Kamer en de Eerste Kamer zich moeten aantrekken. Laat ik het bij de Eerste Kamer houden, wat mijn fractie betreft: wij zullen de uitvoerbaarheid van wetten nog zwaarwegender in onze beoordeling opnemen.

Voorzitter. Onze vragen rond de uitvoerbaarheid van de toekomstige kabinetsplannen liggen ook op een ander, veel praktischer vlak. Zijn er genoeg gekwalificeerde mensen om het werk te doen? Hoe wordt het doel van het kabinet bereikt om de capaciteit te vergroten die de politie dringend nodig heeft? In de huidige situatie is er al een tekort aan mensen. Het kabinet stelt bijna gratis kinderopvang voor. Maar waar komt het personeel vandaan wanneer de vraag stijgt? Er is nu al personeelskrapte bij bouwvakkers, mensen in de zorg, en zo kan ik doorgaan. Mijn fractie roept het kabinet op om hier tijdige en gerichte plannen voor te maken, om te voorkomen dat mooie initiatieven van het kabinet in schoonheid sterven. De cynische, wantrouwende burger zou toch geen gelijk moeten krijgen? Kan de minister-president ingaan op de mogelijkheden om hier op korte termijn maatregelen voor te nemen?

Voorzitter. Een berouwbare overheid luistert naar de samenleving. Mijn fractie kan de afspraken in het regeerakkoord rond medisch-ethische thema's begrijpen. Een deel van de Nederlandse bevolking ondersteunt de huidige normen rond deze thema's niet. Dan is het goed om het debat daarover niet uit de weg te gaan. Wij zijn blij met de afspraak in het regeerakkoord om het aantal ongewenste zwangerschappen en herhaalabortussen terug te brengen.

Een laatste opmerking die te maken heeft met een betrouwbare overheid die haar afspraken nakomt: de gemeenten zijn boos op het kabinet vanwege de korting van 500 miljoen op de jeugdzorg. Dat is vandaag al eerder genoemd. Dit is in tegenspraak met de afspraken die het vorige kabinet met de gemeenten maakte. Het maakt het voor de gemeenten onmogelijk om een sluitende meerjarenbegroting te maken. "De rijksoverheid ziet alleen maar de grote bedragen. Wij zien de mensen aan het loket", zei Jan van Zanen, de voorzitter van de VNG, in dit verband. Kan de minister-president toezeggen dat er een oplossing komt voor de ontstane problemen voor de gemeenten, zodat het overleg over de hervormingsagenda voortgezet kan worden?

De heer Rosenmöller i (GroenLinks):

Ik zou collega Huizinga de volgende vraag willen stellen. Zij sprak aan het begin van haar betoog over "omzien naar elkaar" als een van de elementen uit de kop van dit coalitieakkoord. Vindt zij zelf dat, als het gaat om de problematiek in de jeugdzorg, waar geld bij moet maar waar ook hervormd moet worden, een extra bezuiniging passend is bij de kwalificatie "omzien naar elkaar"?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Daarom vraag ik ook aan de minister-president om uit te leggen hoe hij deze problemen gaat oplossen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Maar dat gaat dan uit van de veronderstelling dat u, die gebonden is aan dit coalitieakkoord, het met die passage niet eens bent. Klopt dat?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Wat klopt, is dat het bij mijn fractie vragen oproept. Wij zien dat de extra bezuiniging, die nieuw is en die in het vorige kabinet niet is afgesproken, de gemeenten in problemen brengt. Wij vragen het kabinet om daar een oplossing voor te vinden.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Dat betekent dat uw vraag van dien aard is dat die bezuiniging, oplopend naar 500 miljoen structureel, met inachtneming van wat daarvoor ligt — de Commissie van Wijzen, het hele verhaal — wat uw fractie betreft van tafel zou moeten en van een alternatief zou moeten worden voorzien.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Nee, dat betekent dat ik de minister-president vraag om hier een goede oplossing voor te vinden, zodanig dat de hervormingsagenda weer opgepakt kan worden. Wat die oplossing is? Ik ben heel benieuwd waar de minister-president mee komt.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Maar de oplossing van het probleem dat u schetst, zit in die bezuiniging. Blijft die bezuiniging, dan blijft het probleem. Gaat die bezuiniging van tafel, dan is dat probleem opgelost, maar hebben we nog een ingewikkelde discussie met elkaar te voeren — maar met perspectief — over een nieuw hervormd stelsel voor jeugdzorg.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Dat is uw oplossing.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Dat is de oplossing van de gemeenten.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ook van de gemeenten. Ik ben razend benieuwd wat het antwoord van de minister-president zal zijn op mijn vraag en die van anderen in deze Kamer. Eén ding staat vast: de hervormingsagenda zal weer opgepakt moeten worden, want dat is in het belang van de zorg en van de kinderen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Dat klopt.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Zeker. Maar mag ik u dan zo verstaan dat die oplopende bezuiniging naar 500 miljoen toch eigenlijk gewoon niet past bij "Omzien naar elkaar", vanuit dat christelijk-sociale denken?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Dat heeft u net ook al gezegd. Ik ben gewoon heel benieuwd wat het antwoord van het kabinet zal zijn.

Mevrouw Mei Li Vos i (PvdA):

Ik heb een vraag aan mevrouw Huizinga. Die vraag had ik eigenlijk net aan mevrouw Bredenoord willen stellen, maar het ging ineens heel snel. In het regeerakkoord staat dat er een ongewenstverklaring voor vreemdelingen gaat komen. Wat gaat dat betekenen?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ik weet niet wat dat gaat betekenen. Ik denk dat ik over die zin heen heb gelezen. Het zegt mij op dit moment niets. U had het beter aan mevrouw Bredenoord kunnen vragen, denk ik.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Dat zal ik dan ook nog doen, maar dit staat in het hoofdstukje over asielzoekers en vreemdelingen. Stel dat dit — misschien weet u het antwoord daarop nu niet — heel erg gaat lijken op strafbaarstelling illegaal verblijf, voelt u zich dan ook vrij om daar anders over te oordelen dan de andere partijen?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

De rol van de Eerste Kamer — mevrouw Bredenoord is daar in haar bijdrage nog eens uitgebreid op ingegaan — is om te kijken naar de wetten die bij ons langskomen. Als er een wet zou komen die illegaal verblijf strafbaar stelt, dan zal mijn fractie die wet heel zorgvuldig en heel kritisch gaan bekijken.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Dus dat kan dan betekenen dat wij net als in voorgaande jaren samen optrekken tegen dat soort wetten, die niet kunnen en ook niet wenselijk zijn.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ik heb heel goede herinneringen aan de keren dat wij samen hebben opgetrokken.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Het tweede motto van de regeringsverklaring luidt: vooruitkijken naar de toekomst. Het regeerakkoord schetst in grote lijnen een punt in de toekomst waarnaar ons land op weg is, met name als het om het klimaat gaat. Voortrekker in Europa, het werelddeel dat met de Green Deal het eerste klimaatneutrale werelddeel zal zijn. De weg daarnaartoe gaat via klimaatmaatregelen, energietransitie en het oplossen van het stikstofprobleem. Overigens zijn wij blij met de positieve woorden die het kabinet over Europa spreekt: om de grote problemen van deze tijd aan te pakken, hebben we de EU nodig.

Mijn fractie is blij met de minister voor Klimaat en Energie en met de minister voor Natuur en Stikstof. Het kabinet heeft ruimte middelen uitgetrokken voor de grote uitdaging om ons land toekomstbestendig te maken. Hoewel veel beleid zich nog zal moeten uitkristalliseren, zijn enkele maatregelen al in grote lijnen aangekondigd.

Voorzitter. Op dit terrein zal het lastig worden om beleid te maken voor de uitdaging om de klimaatverandering te beperken tot 1,5 graad temperatuurstijging en deze samen te laten gaan met aandacht voor de burger die geraakt zal worden door de grote noodzakelijke veranderingen die op stapel staan. Datzelfde geldt voor de bedrijven, met name voor het mkb. Het zal veel zorgvuldigheid vragen om lasten en lusten evenredig te verdelen. Juist ook als het gaat om de tegenstelling tussen Randstad en regio, want wie wonen er straks tussen windmolens en zonneparken, maar ook als het gaat om de hoogopgeleide huizenbezitter, die zich een elektrische auto kan veroorloven, en de huurder wiens huis zelfs niet goed geïsoleerd is?

Betalen naar gebruik is niet erg wanneer je goed ov, werk en familie dicht bij de hand hebt. Maar wanneer je door gebrekkig ov aangewezen bent op je auto, kan dat heel duur gaan uitpakken. Kan de minister-president nog eens ingaan op hoe de regering borgt dat hiermee rekening wordt gehouden? "Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst" vat het regeerakkoord goed samen. Maar voor dat omzien en vooruitkijken tegelijkertijd zijn soepelheid en een lenige nek nodig. Dit kabinet is ambitieus en gaat de grote uitdaging voor de toekomst aan, maar het zal er tegelijkertijd oog voor moeten hebben dat alle verschillende groepen in onze steeds meer gefragmenteerde samenleving in deze toekomst mee moeten kunnen komen. Wanneer het sommigen niet lukt om mee te komen, moeten ze worden meegenomen door de overheid. Alleen zo voorkomen we dat breuklijnen inderdaad breuken worden.

Voorzitter. De grootste uitdaging voor het nieuwe kabinet is het terugwinnen van het vertrouwen van de burger. Dat lukt alleen door dat vertrouwen waard te zijn, door betrouwbaar te zijn en door, in de woorden van Jan van Zanen, de mensen aan het loket te zien. Wat mijn fractie betreft, maakt het nieuwe kabinet met dit regeerakkoord een goede start. Maar de werkelijke test ligt in de uitvoering. Onze bijdrage aan het hopelijk welslagen van de plannen zal bestaan uit het zorgvuldig toetsen van de wetten op subsidiariteit, proportionaliteit en uitvoerbaarheid.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Huizinga. Dan is nu het woord aan de heer Janssen, die zal spreken namens de fractie van de SP.