Herdenking van de heer E. Spier (D66)



Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)

Aanvang: 13.32 uur

Status: gecorrigeerd


Aan de orde is de herdenking van de heer E. Spier (D66) i.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van de heer Spier.

Ik verzoek de leden te gaan staan.

Wij hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen hier te gedenken.

Vandaag gedenken wij Edo Spier, die op 6 september jongstleden op 96-jarige leeftijd overleed. Hij was voor D66 vier jaar lid van de Eerste Kamer, van 11 juni 1991 tot 13 juni 1995.

Ik heet ook zijn familie welkom bij deze herdenking. Het is een grote familie.

Elias Spier werd op 26 mei 1926 geboren in Amsterdam. Aan het begin van de oorlog zat hij op het Vossius Gymnasium in zijn geboortestad. In 1941 moest hij, net als de andere Joodse leerlingen, overstappen naar het Joods Gymnasium. Een jaar later stopte hij ook daar om onder te duiken. Tot het einde van de oorlog zat hij op meer dan 40 adressen ondergedoken. Spier ontkwam aan deportatie en ontsnapte uit Kamp Amersfoort door zich onder lijken te verbergen.

Na de oorlog hervatte hij zijn opleiding. Hij begon met een studie politicologie, maar stapte op aanraden van Gerrit Rietveld over naar een opleiding tot architect. Tegelijk werkte hij als journalist voor Het Parool. Direct na zijn afstuderen stopte Spier als journalist en spijkerde een bord op zijn deur met daarop "architect".

Hij was als architect maatschappelijk betrokken. Opdrachtgevers kijken meestal alleen naar het object, maar de architect moet volgens Spier rekening houden met de omgeving als hij iets bouwt. De brug naar de politiek was daarmee snel geslagen.

In de jaren zestig zorgde een telefoontje van Hans van Mierlo ervoor dat Edo Spier actief werd in de politiek en werd hij een van de grondleggers van D'66. Hij was onder meer penningmeester en voorzitter van de afdeling in Amsterdam en lid van het plakteam. In 1986 was hij landelijk campagneleider van D66 en haalde hij op zijn beurt Hans van Mierlo over om terug te keren als lijsttrekker. Spier verwijderde in die periode de apostrof uit de partijnaam.

In 1991 werd hij lid van de Eerste Kamer. Hij voerde het woord over — hoe kan het ook anders — volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Het was zijn ambitie om de beste politicus onder de architecten en de beste architect onder de politici te worden. Spier sprak deskundig en geëngageerd over woningbouw, in het bijzonder sociale woningbouw. Een inbreng schrijven voor het debat vond hij een bevalling, want, zo zei hij, "van schrijven word ik zenuwachtig. Ik ben meer een verteller."

Zijn maidenspeech uit maart 1992 is een hartstochtelijk pleidooi voor een andere vorm van woningbouw. Spier noemt de stedelijke woningbouw het "product van vormgevers, statistieken en voorschriften", zonder betrokkenheid van de gebruikers. "Volkshuisvesting moet weer een natuurlijk proces worden dat ten goede komt van de kwaliteit van de samenleving", zei hij tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu.

Toen hij in 1995 op een onverkiesbare plek stond voor de Eerste Kamer, volgde een voorkeursactie van D66-Statenleden in Noord-Holland. Edo Spier voelde zich vereerd, maar bedankte toch. De actie werd daarop afgeblazen.

Ook toen hij zelf niet meer actief was in de politiek, bleef hij de partij kritisch volgen. Hij vond dat D66 te veel naar rechts opschoof. Desondanks bleef hij zijn partij trouw, nam hij tot op hoge leeftijd deel aan congressen en was hij altijd op zoek naar politiek talent.

In 2016 ontving Spier de Andreaspenning van de gemeente Amsterdam voor wat hij als architect voor de stad had betekend door onder andere monumentale panden in ere te herstellen, zoals het voormalige hoofdpostkantoor.

Edo Spier stond bekend als een authentiek betrokken en bevlogen levensgenieter. "Nooit laten afweten, altijd doorgaan" was zijn levensmotto.

Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dank u wel.

Ik schors de vergadering zodat u met mij de condoleances kunt overbrengen aan de familie in de Hall.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.