T03529

Toezegging Tijdsbeslag huisartsen bij medicamenteuze zwangerschapsafbreking in wetsevaluatie (34.891)



De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Vos (PvdA), toe dat de beoordeling hoeveel tijd een huisarts uiteindelijk gemiddeld bezig is met de begeleiding van de medicamenteuze zwangerschapsafbreking, onderdeel wordt van de evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap in 2027.


Kerngegevens

Nummer T03529
Status openstaand
Datum toezegging 29 november 2022
Deadline 1 januari 2026
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden L.B. Vos (VVD)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen abortus
evaluaties
huisartsen
medicamenteuze zwangerschapsafbreking
werkdruk
Wet afbreking zwangerschap
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Ellemeet, Kuiken, Paternotte en Van Wijngaarden Legale medicamenteuze afbreking zwangerschap door huisarts (34.891)


Opmerking

Zie ook Kamerstukdossier 30371

Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 10, item 3 - blz. 13-14

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik heb van huisartsen in mijn nabije omgeving inderdaad gehoord dat zij zijn gestopt omdat de druk op huisartsen zo groot is. En dat terwijl de huisartsen die wij in Nederland hebben, zo'n prachtige verworvenheid zijn. Dat wij hier een huisarts hebben, zo'n prachtige algemene expert! Ik ben zelf ook algemeen expert, maar een huisarts is écht een algemeen expert en daar moeten we heel zuinig op zijn. Ik heb een vraag aan de minister en ook aan de initiatiefnemers. Is onze veronderstelling juist dat hun protest, ook in het Volkskrantartikel, niet zozeer over deze extra taak gaat, maar veeleer over de algehele druk op huisartsen? Dan vraag ik de minister wat voor plannen hij eigenlijk heeft om de geweldige huisartsenzorg die wij hebben, bereikbaar, toegankelijk en betaalbaar te houden. Hoe wil hij vooral ook heel direct de werkdruk op huisartsen verlagen?

Handelingen I 2022-2023, nr. 10, item 13 - blz. 13

De heer Van Wijngaarden:

Dan zijn er nog enkele vragen gesteld, onder anderen door de heer Van Dijk en mevrouw Vos, over monitoring van de uitvoering van dit wetsvoorstel en de evaluatie. In artikel 11a van onze initiatiefwet staat dat de huisarts eens per jaar gegevens moet aanleveren aan een aangewezen rechtspersoon. Dat zal in dezen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zijn, die jaarlijks een rapportage publiceert over de Wet afbreking zwangerschap. Huisartsen zijn daar, net als klinieken, ook toe verplicht. Hierdoor houden we goed zicht op het aantal zwangerschapsafbrekingen dat bij de huisarts plaatsvindt. Daarnaast is ook via de Stichting Farmaceutische Kengetallen te achterhalen hoe vaak huisartsen de medicamenteuze zwangerschapsafbreking voorschrijven. In 2027 zal de Wet afbreking zwangerschap worden geëvalueerd. Hierbij zal ook naar de effecten worden gekeken van deze wet, indien deze wordt aangenomen uiteraard.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik heb daar nog een toelichtende vraag over. Dat heeft ook te maken met het vorige blokje over de druk die huisartsen al ervaren en het emmertje dat overloopt. Wordt in die monitor nou ook bijgehouden hoeveel tijd huisartsen daadwerkelijk kwijt zijn met bijvoorbeeld de zorgverlening voor een vrouw die de pil heeft moeten nemen? We lazen ook een andere vrees in het artikel. Hoeveel tijd zijn huisartsen die ervoor kiezen om niet deze aanvullende zorg te verlenen kwijt aan het verwijzen of uitleggen? Misschien kan het zijn dat je het bewust niet doet, omdat ook dat weer administratieve lasten met zich meebrengt. Ik ben benieuwd of ook het tijdsbeslag van huisartsen voor deze vorm van zorg wordt gemeten.

De heer Van Wijngaarden:

Dank voor deze vraag. Ik kan me die vraag zelf heel goed voorstellen. Ik denk dat het een vraag is waar ik ook graag de reactie van de minister op zou willen horen, omdat het ook aan hem is om die wet verder te evalueren. Het lijkt mij een logische gedachte, dus ik stel voor dat we de minister vragen om deze vraag te beantwoorden.

Handelingen I 2022-2023, nr. 10, item 13 - blz. 16

Minister Kuipers:

Voorzitter. Dat brengt bij mij het onderwerp van de werkdruk van de huisarts.

Ook dat is een aantal keren ter sprake gekomen. Dat is een zeer belangrijk onderwerp. Laat ik, in aansluiting wat daar onder anderen door de heer Paternotte al over gezegd is, aangeven dat ik de hoge werkdruk van huisartsen zeer herken. Dat is ook veelvuldig ter sprake gekomen op tal van verschillende momenten, onder andere in de vele discussies die ik met huisartsen en hun vereniging heb mogen hebben bij het tot stand komen van het Integraal Zorgakkoord. In het Integraal Zorgakkoord zijn veel afspraken gemaakt over het versterken van de eerstelijnszorg, waaronder de huisartsenzorg. Dan gaat het onder andere over het verbeteren van de structuur en de vergoedingen voor avond-, nacht- en weekenddiensten. Die worden per 1 januari 2023 herijkt en gedifferentieerd, zodat partijen kunnen komen tot een betere verdeling van diensten. Partijen hebben ook afgesproken om landelijk meer tijd voor de patiënt in te voeren. De NZa brengt advies uit over hoe de bekostiging structureel ruimte kan bieden voor meer tijd voor de patiënt, feitelijk meer ruimte om langer met patiënten in overleg te zijn. Wij streven ernaar dat deze structuur via de NZa voor structurele bekostiging per 1 januari 2024 beschikbaar is. Voor het komend jaar is er een tijdelijke oplossing. We zetten ook verder in op een sterkere organisatie van de eerstelijnszorg, waarbij in het Integraal Zorgakkoord stevige afspraken zijn gemaakt over digitalisering, gegevensuitwisseling en een focus in de eerste lijn om patiënten meer in staat te stellen zelfredzaam te zijn. En verder: versterking van de langdurige zorg, van de wijkzorg, van de ambulancezorg — dat alles om de huisarts te ontlasten — regionale zorgcoördinatie en verbreding van de poortfunctie. Dat is dus een veelheid aan verschillende maatregelen, allemaal in het kader van het Integraal Zorgakkoord, waarvoor ook zeer ruime financiering beschikbaar is.

Dan kom ik bij het kopje kwaliteit. Excuus, ik vergeet een aanvullende vraag van mevrouw Vos over het tijdsbeslag. Mocht dit wetsvoorstel worden aangenomen, kunnen wij dan ook beoordelen hoeveel een huisarts uiteindelijk gemiddeld bezig is met de begeleiding van de medicamenteuze zwangerschapsafbreking? Ik kan van harte toezeggen dat mocht het wetsvoorstel worden aangenomen, we dit inderdaad onderdeel zullen maken van de evaluatie.


Brondocumenten


Historie

  • 29 november 2022
    toezegging gedaan